Soms zit ik tegenover een leidinggevende, een therapeut of docent die zegt: ‘Ik weet het even niet meer.’ En ik glimlach dan zacht. Niet omdat ik het niet serieus neem, maar omdat ik weet dat dáár iets open kan. Precies daar, in dat niet weten, woont de beweging.

We zijn gewend om te bestaan in het bekende. In strategie, structuur, cijfers, kaders, methodieken. En natuurlijk is dat nodig. Maar leven… leven gebeurt ergens anders.

Leven gebeurt in het ontstaan. In die paar seconden stilte voordat je antwoord geeft. In die blik van een ander. In dat moment waarop het oude verhaal niet meer klopt, maar het nieuwe zich nog niet laat vangen.

Bestaan in het ontstaan vraagt moed. Want het is geen plek van controle.
Je kunt het niet vastpakken, niet plannen in je outlook. Het vraagt luisteren, niet naar wat je al weet, maar naar wat zich aandient. En het vraagt leiderschap dat niet alles hoeft op te lossen, maar aanwezig blijft wanneer iets zich ontvouwt.

Juist in het sociale domein, waar menselijkheid zelden in protocollen past,
is dit een van de krachtigste vormen van sturen: wakker blijven in de ruimte waar nog niets vastligt.

Niet direct duiden, niet invullen, maar het proces laten spreken. Dat is geen vrijblijvendheid. Dat is vakmanschap.

Het is durven zijn in de leegte zodat er iets echts kan ontstaan. Niet uit de bovenstroom, maar uit het veld. Niet uit ‘wie heeft er gelijk’, maar uit: wat wil hier geboren worden? Bestaan in het ontstaan. Het is geen truc. Geen methode. Het is een innerlijke houding die je leert herkennen, oefenen, voeden. En als je dat eenmaal voelt, dat jouw leiderschap daar begint,
niet als sturing, maar als aanwezigheid, dan gebeurt er iets. Met jou. Met je team. Met de klas. Met de ander.

Er ontstaat ruimte. Vertrouwen. Beweging. En soms zelfs… richting. Niet van jou. Niet van hen. Maar van het veld zelf.

De meeste mensen weten niet hoe in die ruimte te zakken. Weinig mensen durven er echt volledig te zijn. En soms kom ik ze tegen. Die enkeling die dit wél doet, maar het ervaart als zwakte. Alsof er meer sturing had moeten zijn. Meer antwoorden. Meer houvast. Alsof het nietsdoen een tekort was. Alsof de zachtheid waaruit beweging kon ontstaan niet meetelt. Daarom voor hen deze laatste opmerking: Jij draagt het ontstaan.

En dat is misschien wel het moeilijkste en moedigste dat er is.