“Roep maar, zeg maar ‘mama’, voel maar hoe het is als je roept en er niemand komt” zei de vrouw in het midden van de ruimte. Ik keek de tent rond. Iedereen leek het normaal te vinden om direct te doen wat ze zei. In zichzelf gekeerd liepen ze rond, de blik op de grond gericht, zachtjes ‘mama, mama, waar ben je?’ fluisterend.
Ik schudde uit een soort van verwondering mijn hoofd en fronste mijn wenkbrauwen. Vliegensvlug dacht na. Bij een ‘innerlijk kind’ workshop had ik me wat anders voorgesteld. Ik wilde tijdens deze festival workshop gewoon lekker spelen, mijn vrije zelf weer vinden. En nu stond ik hier, in een tent waar het minimaal 25 graden was, tussen volslagen vreemden om ‘mama’ te roepen….
Het geheel deed me weinig. Maar anderen hoorde ik inmiddels zachtjes huilen. Was er iets mis met mij dat ik me hierdoor niet liet raken? Ik varieerde op het thema en probeerde eens of ik meer geraakt zou worden wanneer ik om mijn vader zou roepen. Niets was minder waar.
Op dat moment kwam het in me op te voelen hoe het zou zijn als ik me voorstelde dat ik een kind van een klein jaar was dat alleen in z’n kamertje was en riep om haar ouders die maar niet kwamen. Voordat ik het wist stroomden de tranen over mijn wangen. Ik voelde me alleen, onmachtig en ongelofelijk rot.
Die middag zei ik alle verdere workshops af. Ik zat voor mijn tent te overdenken wat er gebeurd was. Blijkbaar was ik in de valkuil van de ‘fantasierijke empathie’ gevallen. Een vorm van meeleven met mijn eigen fantasie waardoor ik in diepe donkere plekken of intens verdriet uit kan komen. Terwijl er dus in eerste instantie niets was om verdrietig over te zijn, maar wat absoluut wel zo voelt.
Maar een rotgevoel was het wel… want hoewel ik het ergens begreep, ik had mijn gevoel niet goed aan anderen kunnen verklaren. Ik wist namelijk prima dat het niet echt was. Het feit dat ik me er dan toch door liet raken was wellicht nog het meest schaamtevol…
Kleine stille trauma’s uit het verleden
Workshops als deze spelen in op kleine, stille trauma’s uit het verleden. Ergens in hun ontwikkeling zijn vele mensen beschadigd geraakt en wanneer zij direct weer de lichaamssensaties ervaren die ze destijds, op het moment van gebeuren, hebben ervaren, ‘worden’ ze weer even de wond. Dat dit iets anders is dan enkel een oude ‘wond’ kunnen herinneren en deze als de volwassene die je bent ‘zachtjes vasthouden’. Erin stappen en jezelf verliezen versus je pijn zachtjes vasthouden. Het zijn verschillende technieken die beide iets anders van je vragen in het hier-en-nu.
En deze kleine pijntjes kennen we allemaal. Soms herkennen we ze in de vorm van herinneringen, veel vaker zijn ze herkenbaar omdat we zo de wereld gewoonweg zien. De pijn van ‘niet langer experimenteren en uitproberen’ maar pogen aan een hoge standaard te voldoen bijvoorbeeld. Ik citeer Brené Brown, professor in de Sociale Agogiek: “We worstelen er tot op zekere hoogte allemaal mee om ons prettig te voelen met wie we zijn in een maatschappij die veel belang hecht aan perfect zijn en erbij horen. We investeren er zoveel tijd en energie in om aan ieders verwachtingen te voldoen en rekening te houden met wat anderen van ons denken, dat dat gevoelens van boosheid, wrok en angst oproept. Het uiteindelijke resultaat is dat we ons uitgeput, overweldigd en alleen voelen.”
Of in mijn geval dus dat ik merkte dat ik een enorme behoefte had aan speelsheid, oordeelloosheid (met name naar mezelf), lachen, plezier, vrijheid en verbondenheid. Geen wonder dat ik aan die workshop meedeed. Anyway, daar zittend voor mijn tent had ik die middag een helder moment. Een bliksemschicht van inzicht, een doorzien van het spel dat ik speelde. Dat we allemaal spelen. De niet aflatende zoektocht naar heelheid, de hunkering naar het ervaren van een ‘completer’ of ‘beter’ zelf. En hoe absurd dat was – omdat het net als de tranen om een vader die er niet zou zijn geweest – niet echt was.
Het was in dat moment van besef, dat ik mezelf zag zitten, omringd door anderen, allemaal roepend en zoekend. Elk op hun eigen manier, verdwaald in hun eigen verhalen en gevoelens. En ik voelde me intens verbonden met hun pogingen om ‘mens te zijn’, ondanks de eerder ervaren afstand. Wij zijn allemaal tijdelijk verstrikt in het web van onze menselijke ervaringen. De oprechte tranen die ik had vergoten, waren geen uitingen van persoonlijk verdriet of schaamte, maar golven in de oceaan van ons collectieve mens-zijn. Het was wat ik zou ervaren, als ik het op dat moment meegemaakt had. En aangezien mijn fantasie het had bedacht, was het – in ieder geval op dat moment- mijn realiteit. En die creëerde zich dus helemaal ‘binnenin mij’. Totaal onschuldig en buiten mijn macht.
De jaren erna begon ik lijden hierdoor in een ander perspectief te zien. In plaats van mezelf te veroordelen voor mijn gevoelens, kan ik deze nu zien als golven in de oceaan van het leven, golven die komen en gaan, die vormen en vervormen, maar nooit de oceaan zelf kunnen veranderen. Mijn worsteling getransformeerd in begrip, mijn eenzaamheid in verbondenheid, mijn pijn in compassie. En nu neem ik deze wetenschap met mij mee. Niet met het doel om de realiteit te ontvluchten of te zoeken naar een ‘beter’ zelf, maar met de intentie om volledig aanwezig te zijn, om te dansen met de golven van het leven, hoe ze zich ook manifesteren.
In deze speelplaats van het leven, ben ik vrij om te lachen, te huilen en te ervaren. Er is ruimte voor alles, omdat alles al goed is. Het is de ultieme vrijheid en de ultieme verbondenheid. En zo vind ik de vrijheid om volledig mens te zijn, in al mijn imperfecties en kwetsbaarheden. En de vrijheid om volledig deel te zijn van dit wonderlijke, mysterieuze, prachtige leven. Een leven van non-duale eenheid, een leven van liefde en verbondenheid, een leven dat volledig de moeite waard is om geleefd te worden.
—
Brené Brown (2016) Gelukkig ben ik niet de enige. Maak van schaamte en kwetsbaarheid je kracht. Bruna uitgeverij