De meeste mensen in onze Westelijke wereld – en wellicht ook jij – zijn heel goed in het hooghouden van de manier waarop ze gezien willen worden, het aanpassen van gedrag al naar gelang de rol die je hebt op dat moment en het plannen en organiseren van alles wat er moet gebeuren in je leven. Maar de meesten zijn belabberd slecht in het speels omgaan met hun eigen overtuigingen, de logica van consistentie of de manier waarop dingen onderling verbonden zijn in de wereld. De poging om sterk, onafhankelijk, overtuigend en intelligent over te komen perst alle creativiteit en speelsheid uit je. En dat is nu precies de ‘juice’ die je als ondernemer nodig hebt.

Oké, bovenstaande is wellicht wat overdreven. Maar ik geloof dat we echt nog veel relaxter met het leven om kunnen gaan door: doelen te zien als hypotheses, meer te vertrouwen op je intuïtie, zichtbaar te worden in een transitie, elke dag opnieuw te beginnen en achteruitkijkend te leren. Dat te kunnen maakt dat je voelt hoe veerkrachtig je bent en maakt het leven wat lichter. Waardoor je weer wat sneller (en oprechter) lacht.

Ik heb het zelf mogen leren. Toen ik begon met ondernemen eind 2002 had ik maar een doel: mezelf zo snel mogelijk als ‘geslaagde ondernemer’ in de wereld zetten. In mijn gedachten was ‘net begonnen’ minder goed dan al een tijdlang succesvol zijn. Ik wilde heel graag bakken met positieve recensies. Verhalen van mensen die blij waren met mijn werk. Dat was een probleem: ik had die positieve verhalen nog niet….

Daarnaast had ik nog meer gedachten over het moment dat ik ‘goed genoeg’ zou zijn. Goed genoeg om bij die ondernemers te horen die in mijn ogen succesvol waren. Ondernemers die tig klanten per week hadden. Die een behoorlijke smak geld voor hun diensten vroegen. En natuurlijk nooit ontevreden klanten hadden. En op deze manier had ik nog veel meer ideeën in mijn hoofd over hoe het bij anderen werkte. Nu achteraf gezien kan ik zeggen dat degenen die succesvol én gelukkig zijn een combinatie maken van spelen én doen. Terwijl ik me wurgde in een keurslijf van discipline, steeds banger werd om door de mand te vallen en me maar afvroeg wanneer dat hele ondernemersgebeuren nu eens leuk ging worden….

Het imposter syndroom

Die angst die ik had om door te mand te vallen is overigens niet nieuw. In 1978 duikt de term ‘impostor syndrome’ (bedriegerssyndroom) voor het eerst op in de Verenigde Staten. Het zou gaan om een bijzondere vorm van onzekerheid die met name succesvolle vrouwen treft, zo schrijft Vreneli Stadelmaier in haar boek ‘Fuck die onzekerheid’. Mensen die last hebben van het impostor syndroom geloven oprecht dat ze in vergelijking met anderen tekortschieten of het onderspit (gaan) delven. Voor alle duidelijkheid: het gaat om mensen die succesvol zijn, maar het idee hebben dat ze doen alsof. Ze zijn succesvol, maar zo voelen ze zich niet. Het impostor syndroom gaat dus over onzekerheid. Onzekerheid die te maken heeft met het feit dat je denkt dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voor spiegelt. Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent.

In feite is het de angst dat anderen (en jijzelf) erachter komen dat je niet competent genoeg bent, terwijl jij je best doet wél competent over te komen. De angst is dat je bevestigd krijgt wat je diep vanbinnen vreest. De stemmen van het impostor syndroom hebben de neiging om eenzelfde soort dingen te zeggen, zoals ‘je kunt het niet’, ‘je bent een mislukking’, ‘het is niets bijzonders wat jij kunt’, ‘pas maar op, hou je gedeisd want straks komen ze erachter dat je het echt niet kunt’.  Bij zzp’ers zie ik dit vaak gebeuren. Ze hebben een lijst gemaakt met alle zaken die ze in het verleden goed gedaan hebben, van hun kwaliteiten, talenten en successen. En dan staat dat daar, veilig op een website in een overzichtelijk lijstje. En opeens doemt de angst op: “Maar wat nu wanneer iemand bij me aanklopt die een combinatie van die talenten en vaardigheden vraagt? Kan ik het dan wel? Zal ik dan niet door de mand vallen?” Het gevolg is dat de neiging ontstaat om ‘gemakkelijke projecten aan te nemen’, snel door te verwijzen, lage prijzen te vragen of weinig reclame te maken voor jezelf. We gaan als het ware onszelf verdedigen. We gaan bijvoorbeeld:

  • keihard werken en overcompenseren om via perfectionisme fouten te voorkomen.
  • denken: “phoe daar ben ik deze keer mooi mee weggekomen…” 
  • onder de radar blijven; een ‘bedrijfje’ hebben of ‘bijklussen’.
  • telkens andere activiteiten oppakken of niet overtuigend kiezen voor de toekomst.
  • humor als masker in zetten of flirten zodat men niet serieus ziet wat je waard bent.
  • kleine-meisjesgedrag inzetten zodat je verantwoordelijkheid wordt gebagatelliseerd.
  • uitstellen en pas bij de deadline gaan ‘racen’ zodat je fouten aan de tijdsdruk kunt wijten.
  • niet écht ervoor gaan, bijvoorbeeld jezelf niet promoten want je website is nog niet af.
  • succes uit de weg gaan want als je succesvol wordt dan kan iemand anders zich ongelukkig voelen. of zal  je gezin eronder lijden, raak je geïsoleerd, gaat je kop eraf of vinden mensen je niet aardig….

Creativiteit en onzekerheid hóren juist samen! 

Om te improviseren, exploreren en experimenteren is spontaniteit, samenwerking en intuïtie onmisbaar. Maar belangrijker nog; het gebeurd in een context waarin je ‘kunt falen’. Er is een doel, een probleem of een opdracht waarbij het je net even lastig gemaakt wordt. Een specifieke tijdslimiet bijvoorbeeld. Of een bepaalde visie. Een beperkt budget. En binnen die ‘box’ ontstaat de mogelijkheid om het onmogelijke mogelijk te maken. Daar functioneert de creatieve mens op z’n best. 

Het is binnen de box waar je jouw talenten in gaat zetten en volledig betrokken bent. Een ‘box’ met te weinig afgebakende randen geeft de mogelijkheid om weg te dromen en projecten veel te groots te maken. Zo groot dat ze nooit afkomen. En dat is oneindig jammer, want het creatieve proces bestaat uit vijf stappen en improviseren is er slechts de eerste van. 

Naast improvisatie is er ook reflectie, persoonlijke betrokkenheid, diversiteit en een flexibele bedrijfsstructuur. Wanneer je te groots droomt en projecten oneindig maakt verlies je je creativiteit en de mogelijkheid tot reflectie en groei. Beperking is dus goed. Maar… dat betekent wel dat je om mag leren gaan met de mogelijkheid tot falen. Niemand zal binnen een beperkte box namelijk gelijk een kunstwerk ontwikkelen. Veelal is het eerder een eerste ontwerp. Een schets. Hopelijk een product dat verdere uitwerking waard is. Een broddellapje noemde mijn moeder dat vroeger. 

Een fout is dus niet iets wat je dient te vermijden maar iets waar je van kunt leren. Dat betekent dat je wanneer je creatief wilt leven en ondernemen jezelf niet meer altijd als ‘on top of the game’ kunt laten zien. Jouw intimi en kleine kring zal gevraagd worden als testers voor een nieuw idee of product. Een inhoudelijk afwijkende lezing wellicht als eerste aanhoren. Of een product wat nog niet volledig ‘af is’ beoordelen. De bedoeling is dat zij juist hierin verbeteringen gaan spotten zodat je kansen ziet om jezelf te ontwikkelen op een manier die je zonder deze reflectie en samenwerking niet voor elkaar had gekregen. Je ego heeft het er wellicht in het begin een beetje moeite mee, maar het is voor het goede doel. 

Moed is daarom simpelweg een ander woord voor creativiteit volgens de Franse impressionist Matisse. Moed toont zich in kwetsbaarheid. In eerste stappen. In stelling nemen. In fouten durven maken en toegeven. In uitzoeken wat dan wél werkt. Angstige mensen zijn minder creatief – en minder speels – omdat ze risico’s proberen te vermijden. Alle reden om die kwetsbaarheid áán te gaan. En te ontdekken dat hier heel veel lol in zit! Daarom werk ik ook met prutsopdrachten en bullshit-lijsten. 

Alles wat we ‘kennen’ in de wereld is al -zonder dat je het doorhebt – geplaatst in een mindset. Je hebt er een beeld bij van ‘hoe het hoort’ zeg maar. Zeker wanneer je je tegengehouden voelt door de beren op de weg. Door de monsters in je hoofd. Daarom is het belangrijk om aan de slag te gaan met dingen waarbij je de zwaarte minder voelt. Je met de kaders mag spelen. Zo leer je om een andere mindset aan te nemen, waarbij het meer gaat om het doen, het ontdekken, het creëren en het leren. En voor je het weet kun je dit ook op andere plekken toepassen, creëer je ruimte om je koers te kiezen in plaats van je gedachten simpelweg te volgen.