“Een leider moet de kar trekken.”
Een krachtige metafoor, vooral in tijden van crisis. De leider als degene die voorop loopt, die het gewicht draagt, die de lading vooruit trekt als anderen afhaken. Maar wacht eens, wie heeft gezegd dat leiderschap hetzelfde is als trekken? En waarom zou vooruitgang altijd een kwestie van kracht zijn?
Deze metafoor impliceert dat leiderschap een vorm van inspanning is: hoe harder je trekt, hoe verder de kar komt. Maar leiderschap is geen paard en wagen, en mensen zijn geen vracht die voortgesleept moet worden. Wanneer een leider trekt, wie duwt er dan? Wanneer een leider zich vastbijt in de rol van trekpaard, wat gebeurt er met de mensen achter hen?
Soms vertraagt de kar niet omdat er te weinig trekkracht is, maar omdat er iets wringt in de beweging zelf. Misschien is de last te zwaar. Misschien gaat de kar de verkeerde kant op. Misschien proberen mensen op de kar wel te sturen, maar is er niemand die luistert.
Een leider die alleen maar trekt, mist de signalen die vertellen waar frictie zit, waar beweging stokt, waar samenwerking kan ontstaan. Leiderschap is niet jezelf vastketenen aan een zware last en hopen dat anderen vanzelf volgen. Leiderschap is kijken naar de hele dynamiek: wie beweegt al, waar is er weerstand, en hoe kan de beweging een gezamenlijke inspanning worden?
Denk aan een rivier. Water ‘trekt’ niet, maar vindt zijn weg via de openingen die al aanwezig zijn. Het zoekt de laagste punten, verbindt zich met bestaande stroompjes en laat zich leiden door het landschap. Misschien werkt leiderschap meer als water dan als een trekdier. Niet sleuren, maar afstemmen. Niet forceren, maar de natuurlijke beweging herkennen en versterken.
Misschien is de vraag niet: Hoe trek ik de kar? Maar: Hoe ontdek ik de stroom waarin we samen kunnen bewegen?
Geen leider die zwoegt aan het touw. Geen passieve kar. Alleen een landschap van mogelijkheden, waarin richting ontstaat door collectieve beweging.