“Een pijl moet eerst naar achteren worden getrokken om vooruit te schieten.”
Het is zo’n metafoor die lekker klinkt. Eerst de tegenslag, dan de groei. Eerst de spanning, dan de bevrijding. Het leven als een binaire opeenvolging van stappen: oorzaak en gevolg, actie en reactie. Maar wie heeft ooit beloofd dat het leven zich zo netjes laat ordenen?
Laten we even vergeten dat we een boogschutter zijn. Of nee, laten we zelfs vergeten dat er een pijl en een boog zijn.
Wat als er alleen beweging is? Wat als groei geen lineair proces is, maar een continue intra-actie waarin ‘achteruit’ en ‘vooruit’ geen betekenis hebben buiten de relaties die ze vormen?
Maar het is belangrijk je te herinneren dat de pijl niet in een vacuüm bestaat. Hij is niet een los object dat wacht op een hand die hem spant en een richting die hem bepaalt. De spanning tussen boog en snaar is niet zomaar ‘voorafgaand’ aan het schot; het is deel van het hele gebeuren. De kracht in de boog, de spanning in de pees, de luchtweerstand, de zwaartekracht… al die dingen zijn het schot. De beweging is niet iets wat ‘nadat’ gebeurt, het is altijd al aan de gang.
Misschien is dat precies de vergissing in deze metafoor: het idee dat tegenslag een apart hoofdstuk is, een noodzakelijk kwaad dat we moeten ondergaan voordat we vooruit mogen. Alsof we de pijn eerst volledig moeten doorleven voordat er iets nieuws kan ontstaan. Maar wat als transformatie niet sequentieel is? Wat als het zich niet houdt aan de logica van eerst lijden, dan vliegen? Zelfs niet bij heftige emoties.
Neem rouw. Rouw is niet een pijl die gespannen moet worden voordat je weer kunt leven. Het is niet ‘eerst terug, dan vooruit.’ Rouw is een constante herconfiguratie van wie je bent in relatie tot wat verloren is. Een beweging waarin ‘achteruit’ en ‘vooruit’ geen vaste richtingen hebben, maar elkaar steeds opnieuw herscheppen.
Of neem leren. Je leert niet door eerst volledig vast te lopen en dán ineens de oplossing te zien. Leren is een rommelig proces van onzekerheid en inzicht, van vallen en opstaan, van dingen anders zien en dan weer opnieuw beginnen. Er is geen schot dat je ‘vrijlaat’ in groei. Je bent de beweging.
Misschien moeten we dus ophouden met de pijl. Misschien moeten we ophouden met te denken dat er een moment komt waarop we ‘vooruit’ mogen. Misschien bewegen we al, altijd, en is het enige wat we hoeven te doen, de beweging zelf opmerken.
Geen spanning die ‘eerst’ moet worden opgebouwd. Geen schot dat ‘daarna’ volgt. Alleen de constante dans van wat er nu is.