In onze moderne maatschappij wordt lijden vaak gezien als een objectieve last, een soort blok dat op ons rust, van buitenaf drukkend op onze innerlijke wereld. Het idee is dat de oorzaak van pijn, stress of ongemak zich ergens ‘buiten onszelf’ bevindt. Het werk, de relatie, het nieuws, het verkeer – de wereld lijkt een eindeloze bron van redenen voor onze innerlijke onrust.

Neem bijvoorbeeld stress op het werk. De meeste mensen zien stress als iets wat van buitenaf komt, als een gevolg van eisen, deadlines, verwachtingen. Het voelt alsof de druk ons wordt opgelegd door anderen, alsof de stress ons wordt aangedaan door de omstandigheden. En in die kijk op lijden ontstaat al snel de behoefte om het lijden ‘een stem te geven’. Het lijden willen benoemen, erover willen praten, het delen – zodat het erkend wordt, en misschien zelfs begrepen. Door er woorden aan te geven, geven we ons lijden bestaansrecht en maken we het zichtbaar. Want als anderen ons lijden kunnen zien en horen, dan kunnen we misschien verlichting vinden door begrip, validatie, en steun.

Lijden een stem geven betekent vaak dat we onszelf de ruimte geven om te vertellen over wat pijn doet. Erkenning helpt ons om niet weg te rennen voor wat moeilijk is. En ja, het kan voelen als een diepe vorm van menselijke verbinding. Als we ons lijden delen, verbinden we ons met anderen en kunnen we ontdekken dat we niet alleen zijn – dat anderen misschien door soortgelijke ervaringen zijn gegaan.

Maar laten we eens kijken naar een andere manier om lijden te benaderen. In een inside-out perspectief, zoals dat wordt aangehangen in o.a. de drie principes van Sydney Banks, de Yogacara-filosofie, Mahamudra-meditatie en Advaita Vedanta, komt onze beleving van de wereld niet van buitenaf, maar van binnenuit. Onze ervaring ontstaat niet door de omstandigheden die op ons drukken, maar door de manier waarop we die omstandigheden intern interpreteren. Vanuit dit perspectief creëren onze gedachten onze ervaring: gedachten vormen hoe we de wereld waarnemen en maken dat stress, pijn, of vreugde een bepaalde lading krijgt.

In deze kijk op het leven zijn onze gedachten en ons bewustzijn de bron van onze ervaring. Ze zijn als het ware de filter waardoor wij de wereld zien. Door bewust te worden van dit innerlijke mechanisme, zien we dat de buitenwereld slechts neutrale omstandigheden biedt; wij zijn het die betekenis geven, die de beleving kleuren. Dit betekent niet dat moeilijke gevoelens genegeerd moeten worden, maar dat we ons realiseren dat die gevoelens van binnenuit komen en niet door de buitenwereld opgelegd worden.

Wat betekent dit voor de behoefte om lijden een stem te geven? Vanuit een strikt inside-out perspectief wordt lijden gezien als een tijdelijke fluctuatie in ons bewustzijn, een stroom van gedachten en gevoelens die komen en gaan. Lijden hoeft dus niet vast te worden gezet als een kern van wie we zijn. Er is ruimte om het lijden te ervaren, om het te zien en doorvoelen, maar zonder dat we het fundamenteel deel van onszelf maken. De behoefte om het lijden een stem te geven vervaagt, omdat we inzien dat het geen intrinsiek deel van ons is – het is een ervaring, een momentopname, niet de definitie van onze kern.

In de wereld om ons heen zien we vaak een andere benadering. Social media biedt bijvoorbeeld een podium voor de pathologisering van lijden en pijn. Het leed van mensen wordt daar zichtbaar gemaakt, en daar is op zichzelf niets mis mee. Maar wat we soms missen, is het perspectief dat dit lijden ook een tijdelijke beleving kan zijn, een verschuivende, fluctuerende ervaring die geen verankering vereist in ons zijn. Het constant benoemen, diagnosticeren en delen van lijden versterkt vaak het westerse paradigma waarin alles wat we voelen een externe oorzaak heeft en in een vast kader past.

Misschien is het tijd om te zien wat er gebeurt, en onszelf de ruimte te geven om ook de andere kant op te kijken. Wat als lijden niet iets is wat ons overkomt, maar iets wat we zelf betekenis kunnen geven, kunnen doorzien en van voorbijgaande aard kunnen laten zijn? Is lijden dan niet soms gewoon een gedachte die te lang is blijven hangen?