‘Hoi Xandra’ hoorde ik de jonge vrouw zeggen die voor me stond. ‘Ik moest even kijken, maar ik wist gelijk waar ik je van herkende. ‘Hoe gaat het met je?’ Ik slik. De jonge vrouw is een oud-collega en de laatste keer dat we elkaar zagen, voelde ik me een hoopje verslagen ellende; een schimp van wie ik ooit was en een fractie van degene die ik sindsdien geworden ben.

Ik keek naar haar op. Blond haar in een losse staart bijeen gebonden, haar hoofd lichtelijk schuin alsof ze daadwerkelijk geïnteresseerd was in hoe het me vergaan was nadat ik voor de derde keer op rij mijn baan verloor, mijn wereld instortte en het gevoel had dat er niemand in de hele wereld op me zat te wachten.

Ik vertelde over mijn reis. De toppen en de dalen van mijn leven en dit bedrijf ‘GaveMensen’ in enkele zinnen samengevat. Ze glimlachte. Ik zag dat het tijd voor haar was door te lopen en rondde af. ‘Ik ben blij dat het donker heeft plaatsgemaakt voor licht’ zei ze ter afsluiting. ‘En dat het uiteindelijk toch tot iets moois heeft geleid…’

Na ons afscheid draaide ik me om. Mijn maag nog wat verder. Tranen welden in mijn ogen op maar dapper slikte ik ze weg. Haar woorden galmden nog na.  Dat het toch tot iets moois heeft geleid, dat het toch iets moois heeft geleid, dat het toch iets moois heeft geleid, dat het toch iets moois heeft geleid..

Gedurende een paar seconden was ik weer terug in die donkere periode. Mijn ziel onder mijn arm. Verloren in het donkere woud dat het leven heet. Eenzaam. Alleen. Zonder uitzicht. Ik voel weer de vlagen paniek. Geen idee welke kant ik op moest. Ik had geen idee waar de uitgang was en geen idee wat de toekomst me zou brengen. Zelfs geen idee wanneer ik überhaupt op weg zou gaan.

Tien jaar eerder was ik een stoere chick. De Pipi Langkous die zei ‘geen idee of ik het kan, ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk het wel!’ Die attitude had me veel gebracht. Ik kreeg verantwoordelijkheid en mooie banen. Maar daarmee kwam ook de angst. Stel dat ik door de mand val. Stel dat ik niets voorstel. Stel dat niemand op mij zit te wachten en ik overal weggestuurd word…

Midden in het donkere woud van mijn leven werd ik geconfronteerd met mijn eigen angst. Het feit dat ik deze omgeving zelf gecreëerd had doordat ik geen enkele keer op weg naar het midden van het bos had gedacht ‘oké, en stél dat dat gebeurt, hoe kom ik er dan weer uit?’ Ik had me niet gericht op wat ik te leren had, maar op het feit dat de ander me niet zo mocht laten vallen. Ik had me zo gericht op het voorkomen van het vallen, dat ik niet voorbereid was op het opstaan.

Daar lag ik. Met mijn muil op het asfalt. Opengescheurd en verslagen. Mijn hart bloedend van verdriet en onmachtig te zien wat ik überhaupt moest doen om op te staan, door te gaan, mijn wonden te helen en mijn leven weer in eigen hand te nemen. Op hetzelfde moment dat deze herinnering met de kracht van een stoomtrein bij me naar binnen denderde, herinnerde me het besluit dat ik toen nam: ‘zoals ik me nu voel, ga ik me nooit meer voelen!’

Ik had geen uitweg. Geen plan. Geen manier om uit dat donkere woud te komen. Maar ik wist wel dat er, wanneer het gaat om het verhaal in je leven, er weinig feiten bestaan. Enkel interpretaties. Zolang ik leefde, had ik de mogelijkheid om mijn eigen toekomst te veranderen. Het verhaal van mijn leven te herschrijven en mijn eigen einde te kiezen.

Brené Brown werd mijn inspiratie op dit pad. Haar woorden gaven me kracht om in beweging te komen en te blijven. Wetende dat ik niet alleen was. Niet de enige was. Welk woud je ook treft: het is uitzichtloos wanneer je in het midden staat. Het gaf me hoop op momenten dat ik zelf geen hoop had. Sinds ik het dit woud ben, heb ik ietwat meer vertrouwen dat ik bij een volgend dwaalspoor er ook weer uit kan komen.

In een maand als deze, waarbij de aandacht in mijn Facebookgroep gericht is op ‘vertrouwen’, voel ik de lessen die ik in mijn huidige leven mag leren. Waar aanspraak gemaakt wordt op mijn moed. In mijn vermogen te durven doen. In mijn vertrouwen in mezelf. Ik ben niet de enige die daardoor geraakt wordt. Mirjam schreef er vanmorgen dit stukje over en maakte een prachtige tekening die dit symboliseert.

‘Ik zie in verschillende posts dezelfde worsteling als ik: hoe kun je vertrouwen in een goede uitkomst? In een goede toekomst? In iets wat je uiteindelijk niet in de hand hebt? Ik heb ermee geworsteld, ben er ook nog niet op uitgeknokt, maar een ding heb ik al wel door: ik kan mindset ook hierop toepassen. Vertrouwen in het proces (en mezelf of anderen in dat proces) in plaats van in de uitkomst, maakt dat ik in alle gevallen vertrouwen kan laten zien. Dat ik ongeacht welke gebeurtenis altijd vertrouwen kan oefenen. Dat ik kan vertrouwen dat ik voor mezelf kan zorgen. Dat ik kan vertrouwen op mijn mogelijkheden om hulp te vragen. Dat ik kan vertrouwen dat ik ergens doorheen kan voelen en er aan de andere kant van het woud weer uit kan komen. Dan is er altijd iets van vertrouwen mogelijk.’

In het boek ‘Sterker dan ooit’ schrijft Brene Brown over de drie processen in ons verhaal. Ze noemt:

  • The Reckoning: hoe we ongemerkt ons verhaal binnenwandelen 
  • The Rumble: hoe het verhaal bezit van ons neemt. Dit is het diepe donkere middenstuk van het woud, op het moment dat je beseft dat je er  ‘middenin zit’
  • De revolutie: het schrijven van een nieuw einde aan het verhaal verandert de manier waarop we ons verhouden tot de wereld. 

Voor mij is het een boek dat ik als ware ‘zelf geleefd heb’ sinds het laatste moment dat ik mijn oud-collega heb gezien. Haar opmerking ‘dat het uiteindelijk tot iets moois heeft geleid’ weerspiegelt onze behoefte om ons leven en dat van anderen te beschouwen als een verhaal. Of dit nu heel klein is (of je een geslaagde vakantie kunt hebben als de kinderen ziek zijn bijvoorbeeld) of het verhaal dat anderen over onze ‘slechte eigenschappen’ vertellen. Verhalen regeren ons leven…

Een belangrijk punt dat ik meeneem uit dit nieuwste boek van Brené, is de zinsnede ‘het verhaal dat ik er in mijn hoofd van maak is…’ Deze zin zeggen, hardop, maakt dat ik makkelijker kan herkennen en erkennen welke afslag ik in mijn hoofd genomen heb in de interpretatie van de feiten.

Mijn onbewerkte, ongefilterde, ongepolijste versie van het verhaal dat ik in mijn hoofd hoor over de situatie die angst, pijn, woede, frustratie of schaamte veroorzaakte, zorgt ervoor dat ik mezelf moeilijke vragen kan stellen. Om te ontdekken wat er echt gebeurt is. Zo kan ik onderzoeken en evalueren wat ik denk en me afvragen wat er van mijn verhaal waar is. Dat het wellicht niet honderd procent nauwkeurig is. En dat de uitkomst van het verhaal onmogelijk halverwege vast kan liggen.

Het leert me echter ook dat ervaring en succes er uiteindelijk niet voor zorgen dat je makkelijker door dit gebied heen zeilt. Die fluisteren je alleen toe: ‘dit maakt deel uit van het proces. Stug doorzetten.’ Ervaring maakt zelfs geen klein sprankje licht in het donker van het midden. Ervaring geeft je alleen een heel klein beetje geloof in je vermogen om door het duister te laveren. Het middenstuk van het verhaal is vervelend, maar het is ook de plek waar de magie plaats vindt….

Life does not consist mainly, or even largely, of facts or happenings.
It consists mainly of the storm of thoughts that is forever flowing through one’s head.
Mark Twain