Ja hoor, het is weer tijd. De vraag “Wat wil ik loslaten, vasthouden en waarin groeien?” vliegt me om de oren. En ergens snap ik het wel, het lijkt logisch en past binnen de traditie van het einde van het jaar. Maar de vraag gaat ook uit van een aantal dubieuze aannames, waarvan sommige je nu juist vasthouden in datgene waar (de meesten die de vraag beantwoorden) juist vanaf willen.

Een van de belangrijkste argumenten is dat de vraag suggereert dat we volledige controle hebben over wat we loslaten, vasthouden of ontwikkelen. In werkelijkheid wordt ons handelen en denken vaak gestuurd door onbewuste drijfveren en maatschappelijke waarden, niet door een vrij en autonoom zelf. Door de vraag zonder meer te accepteren, blijf je aan de oppervlakte en neem je dat wat spontaan opkomt direct voor waar aan, zonder het kritisch te onderzoeken.

Het tweede probleem is dat de vraag uitgaat van een stabiel ‘ik’ dat keuzes maakt, terwijl identiteit juist voortdurend in beweging is en ontstaat uit interacties. Volgens het nondualisme is dit ‘ik’ al eeuwenlang een illusie, en zelfs de quantumwetenschap, zoals Karen Barad stelt, bevestigt dat identiteit een proces is, geen vaste entiteit. Dus wie is er eigenlijk om iets los te laten of vast te houden?

In het verlengde daarvan creëert de vraag een kunstmatige scheiding tussen loslaten en vasthouden, alsof deze acties elkaar uitsluiten. In werkelijkheid zijn loslaten en vasthouden vaak hetzelfde proces: wat we loslaten, transformeert in iets dat we vasthouden in een nieuwe vorm. Bijvoorbeeld, het ‘loslaten’ van angst kan betekenen dat we een vertrouwen vasthouden dat eerder onopgemerkt was.

De nadruk op groei gaat ervan uit dat vooruitgang altijd gewenst en mogelijk is. Deze aanname sluit aan bij een neoliberale of humanistische opvatting dat het leven altijd beter, efficiënter of completer kan worden. Dat is hoe onze maatschappij werkt. Maar we zouden deze fixatie op groei en verbetering ook kunnen zien als een symptoom van een prestatiemaatschappij die individuen uitput. Soms is niet groeien een veel waardevoller perspectief.

En dan is er nog de vraag waarom we dit juist rond 1 januari doen, alsof tijd een rechte lijn is met duidelijke breekpunten. Ons jaar is toch gewoon een kunstmatige indeling van 12 maanden? 13 manen zouden logischer zijn, meer in lijn met de natuur. Verandering gebeurt namelijk altijd, niet volgens een kalender. Het idee dat 1 januari een nieuw begin is, is gewoon een sociaal construct.

De vraag “Wat wil ik loslaten, vasthouden en waarin groeien?” is dus een simplistisch product van een westers, dualistisch wereldbeeld dat fixatie op controle, zelfverbetering en lineaire tijd als vanzelfsprekend beschouwt.

Een alternatief dat de fluïditeit van het bestaan erkent, is: “Hoe beweegt het leven zich door mij heen en wat word ik uitgenodigd te zien in dit moment?” Het mooiste? Dit kan op elk moment, elke dag!