Stop. Waar ben je nu? Hier. Nu. Voel je adem. Voel hoe je lichaam zichzelf draagt, zonder dat jij daar iets voor hoeft te doen. Voel je huid en de kleding daartegenaan. De lucht die je naakte huid aanraakt.

En stel je dan nu voor dat er iemand de ruimte binnenkomt. Iemand die je niet kent. Jullie kijken elkaar aan. Een fractie van een seconde. Voel je hoe er iets gebeurt in je lichaam? Een impuls om te glimlachen. Een aarzeling? Een tinteling van ongemak? Voor je er woorden aan kunt geven, is er al een beweging. Zo simpel is het gewoon.

En nu stel je je voor dat die ander die voor je staat je iets vraagt. Een absurde vraag als “Hoe voelt een vraag in je elleboog?” Je hersenen haperen even. Je lacht misschien. Je probeert het je wellicht voor te stellen. Voelt mogelijk je elleboog en ‘dat daar verder niet is’.

Maar iets is al in beweging. Er was niets, en nu is er iets.

Wanneer gebeurde de verandering? Was het toen je de vraag hoorde? Toen je er een gevoel bij kreeg? Of ergens daartussen, in dat ongrijpbare moment waarin iets ontstond?

Psychologie zou kunnen zeggen: je voelde X, omdat Y gebeurde. Misschien omdat je ooit eerder zoiets meemaakte of dat er een onbewust patroon meespeelt. Maar als je dat gelooft, mis je iets essentieels.

Wat je mist, is dit: Er is geen ‘jij’ die op een ervaring reageert. Er is alleen ervaring die zichzelf ontvouwt. Kijk eens naar een ander voorbeeld: Je hoort muziek. Een liedje dat je al kent. En plotseling ben je weer op die ene plek, met die ene persoon, in dat ene gevoel van toen. Maar waar was ‘jij’ in dat proces?

Nog een: Je fietst. De zon schijnt. Je denkt even aan niets. En dan ruik je ineens een geur. Misschien versgebakken brood. Misschien de geur van een open haard in de verte. In dat moment is er alleen geur. Er is geen afstand tussen ‘jou’ en het ruiken. Het gebeurt gewoon.

En misschien een fractie later denk je: “Oh, dit ruikt naar mijn oma’s keuken”. Dán pas verschijnt de ‘ik’ die dit meegemaakt heeft.

Het punt is dit: op het moment zelf is er alleen ervaring. En de ‘ik’ verschijnt achteraf, als een verhaal over wat er net gebeurde. Maar jij bént geen waarnemer, los van wat er gebeurt. Je bént de ervaring.

Dit is waar voor mij filosofie over gaat. Over zien dat ervaring geen bezit is, geen eigenschap. Het is beweging. Het maakt, lost op, vormt iets nieuws.

En als je dat ziet, verandert alles.

Je hoeft niet meer te zoeken naar waarom iemand zich zo voelt. Je helpt iemand zien hoe ervaring zich vormt, zonder dat ze het hoeven fixen.

Je hoeft iemand niet naar een oplossing te duwen, maar kun je helpen het moment te laten ontstaan waarin iets nieuws zich aandient.

En als je naar jezelf kijkt? Dan besef je dat je niet hoeft te sturen, te begrijpen of te reguleren. Je hoeft alleen maar te zien hoe je in beweging bent.

Want terwijl je dit leest, ben je al veranderd.