Hoogsensitiviteit is een begrip uit de psychologie. Dat betekent dat voornamelijk gekeken wordt met een individualistische bril, waarbij de focus meer op temperament, persoonlijkheid of omstandigheden (nurture) kunnen liggen in de manier waarop de eigenschap tot uiting komt in een persoon en welke problemen dit kan opleveren. Interessant in dit kader, is echter ook de vraag of en hoe HSP een evolutionair voordeel oplevert, waarin het de soort als geheel dient. De vraag die hierbij gesteld kan worden, is wanneer het voor een soort soms voordeliger kan zijn wanneer er individuen zijn die beter zijn in informatie goed opnemen dan snel reageren.
Of hoogsensiviteit een ‘kracht’ is en evolutionair nut heeft, is nog niet met zekerheid te zeggen. Wolf & al. (2011) merken op dat de gewaarwording van subtiele veranderingen voor sommigen adaptief kan zijn, maar ook wel een grotere biologisch kost heeft, omdat het meer investering vereist in het biologische apparaat dat daarvoor nodig is en minder in andere activiteiten zoals bv. voedsel zoeken.
Terwijl sommige mensen snel reageren op stimuli, zijn er anderen die niet reageren en routine-achtig gedrag vertonen. Als de eigenschap ‘snel opmerken en reageren’ geen evolutionair nut zou hebben gehad, dan was zij al lang geleden verwijderd uit de genenpool en nog maar bij een heel klein aantal mensen zijn teruggevonden.
Één van de gangbare theorieën is dat hoogsensitieve individuen in een groep een soort ‘verkennersfunctie’ bekleden. Je kunt je voorstellen hoe men vroeger, toen mensen nog in groepen trokken, deze personen vooruitstuurden om te onderzoeken welke plek voor de gehele groep veilig zou kunnen zijn. Daarvoor is het van belang dat je gespitst bent op mogelijk gevaar, omdat je je op onbekend terrein begeeft en het gevaarlijk kan zijn zomaar het open veld op te rennen. Daarnaast is aandacht voor details belangrijk én het vermogen om je te verplaatsen in alle leden van de groep, zowel de jonge als oudere, met al hun eigen noden en behoeften. In een groep heb je echter niet enkel verkenners nodig. Net zo belangrijk zijn de jagers of verzorgers. De natuur kan daarom een evenwicht hebben gezocht in de mate waarin deze eigenschap procentueel in de gemeenschap voorkomt.
Wolf, Doorn en Weissing, geven in hun studie uit 2008 een evolutionaire uitleg aan het voordeel van HSP. Wolf ontwierp een spel waarin onderzocht werd welke keuzes mensen maken: alles opmerken in de tentoongestelde situatie, zodat je die informatie in kunt zetten in een volgende situatie, óf getoonde informatie in de situatie negeren, aannemend dat een volgende situatie toch anders zal zijn en het meenemen van deze informatie niet nuttig is. In veel situaties heeft immers een volgende situatie ook niets te maken met de vorige, terwijl er op andere momenten wel een relatie is. Hij maakte hierin het onderscheid tussen responsieve personen en niet-responsieve personen. Dit simulatiespel gaat er terecht van uit dat er zekere kosten in energieverbruik zijn voor het telkens aanzetten van het complexere zenuwstelsel van een responsief persoon en aandacht te besteden aan de vele details. Om dit te doen, moet er wel een vorm van ‘beloning’ zijn aan het einde.
De opzet van zijn eerste onderzoek was daarom als volgt: er werd een groep individuen in onzekere situaties geplaatst. Door die situatie te beoordelen en er adequaat op te reageren, konden de individuen een beloning die dat opleverde in het spel vergroten. De gebruikte strategie kwam echter ook met een prijs, aangezien het zowel tijd als energie kostte om de situatie te beoordelen en aan te gaan. Hij maakte hierin het onderscheid tussen responsieve individuen en niet-responsieve individuen. Omdat de voordelen van responsiviteit negatief frequentieafhankelijk zijn, zullen ze het hoogst zijn in een populatie van niet-responsieve individuen en het laagste in een populatie van responsieve individuen.
De linker figuur impliceert een scenario waar individuen zich in een van twee staten bevinden en de keuze hebben tussen twee opties: L en R. Responsieve individuen kunnen hun gedrag afhankelijk maken van de huidige toestand en leren door een positieve ‘beloning’ van hun keuze. Daarentegen kunnen niet-responsieve individuen geen onderscheid maken en moeten dezelfde positieve waarschijnlijkheid in beide keuzen gebruiken. Gezien de kosten van responsiviteit kan de responsieve strategie alleen worden verspreid als de voordelen van responsiviteit deze kosten overschrijden.
Wolf maakte ook de interessante opmerking dat het spel niet werkt als iedereen gevoelig zou zijn. Zijn analogie is dat als er een klein stukje goed gras is, het enkel voordeel heeft om het te ontdekken en deze genetische variatie door te geven, als niet elk dier het zou opmerken. Elaine Aron vergelijkt dit met het weten van een binnendoorweggetje als je in een verkeersopstopping terecht komt; als iedereen dit zou weten dan zou je er immers weinig voordeel van hebben. Zij vult verder nog aan: het punt is dat we [HSP’ers] soms onzichtbaar zijn om een hele goede reden. En dat mag ergens ook zo blijven.
Het tweede experiment (afbeelding rechts) dat Wolf en collega’s uitvoeren was aantonen dat positieve feedback-mechanismen de kosten van responsiviteit verminderen in verloop van tijd. Responsiviteit is dus meer energie-efficiënt voor personen die eerder responsief gereageerd hebben.
Dit verklaart waarom individuen consistent zijn in hun responsiviteit. Als gevolg hiervan leidt de natuurlijke selectie tot stabiele individuele verschillen in responsiviteit. Terwijl sommige individuen op alle stimuli in hun omgeving reageren, kunnen anderen dergelijke stimuli consequent verwaarlozen.
Het onderzoek is als het ware samen te vatten in een voorkeur van de natuur om twee verschillende groepen te creëren en te behouden: Do it once and do it right! (responsief, reflectief, reactief en sensitief) versus Go for it, if wrong, do it again! (niet-responsief, impulsief, laag reactief en niet-sensitief). Hoewel hoogsensitiviteit dus een unieke manier van interactie met de wereld kan bieden, is deze niet beter of slechter, maar simpelweg een andere ervaring van het universele bewustzijn. Het onderzoek van Wolf en collega’s onthult een fascinerende dynamiek van het leven zelf: het voortdurende spel van dualiteit, van verschil en overeenkomst, binnen het grotere geheel van nondualiteit.
Hoewel er aanwijzingen zijn dat hoogsensitiviteit nuttig kan zijn in bepaalde situaties en omgevingen, met name waar informatieopname en zorgvuldige reacties op de voorgrond treden, zijn de kosten die gepaard gaan met deze eigenschap voor het individu aanzienlijk. Het onderzoek van Wolf en collega’s biedt een boeiend raamwerk voor hoe natuurlijke selectie de balans kan hebben gevonden tussen responsieve en niet-responsieve individuen. Toekomstig onderzoek zal ongetwijfeld verder ingaan op deze dynamiek, om meer te ontdekken over hoe hoogsensitiviteit zich ontwikkelt en functioneert binnen individuen en groepen. Bovendien zal dit inzicht in de evolutie van hoogsensitiviteit bijdragen aan een beter begrip van hoe we deze eigenschap kunnen waarderen en ondersteunen in hedendaagse samenlevingen.

