In onze maatschappij leren we kinderen om problemen te erkennen en op te lossen. Te koud? Neem een dekentje. Hongerig? Neem maar een extra stuk fruit. En hetzelfde doen we met gevoelens. We hebben de neiging om ernaar te kijken (zeker de negatieve) alsof we er iets mee moeten doen.

Je hoeft niet op een kussen te slaan, je hoeft niet oplossingsgericht te denken zodat je met uitdagingen om kunt gaan, je hoeft niets weg te slikken of te onderdrukken, je hoeft de oorsprong van je gevoelens niet te onderzoeken… je hoeft het enkel te voelen.

Maar onze gevoelens willen geen oplossing, ze willen oplossen. Ze willen geëerd worden. Ze willen er even ‘zijn’.

Wat we ervaren is niet positief of negatief. Het is. Door gewoonweg gewaar te zijn van dat wat in je is en het er te laten zijn, doven verschijnselen in maximaal 90 seconden uit. Dat is de tijd die ons lichaam nodig heeft om een stevige prikkel (zoals angst of een vlaag van woede) in het zenuwstelsel te verwerken. Tenzij je natuurlijk een gedachte in je systeem gooit, want zodra die een persoonlijk haakje vindt, begint het circus opnieuw. Zo kan een golf uren, dagen zo niet maanden aanhouden. Je voedt je sensaties in plaats van ze te eren in dat geval.

We hebben als mens een enorme rijkdom aan mogelijke ervaringen, en deze wijzen ons in feite op hoe het met ons lijf, ons body budget gesteld is. Ze geven aan of we veel energie hebben of weinig en (vanuit onze interpretatie van de werkelijkheid) of we daar meer van willen of minder. Zo helpen gevoelens je om terug te keren naar jezelf. Hoef je niets voor te doen dus.

Sterker nog; alles wat je doet om de emotie kwijt te raken (je terugtrekken vanwege onzekerheid, de ander uitkafferen omdat je boos bent, proberen om je lijf te kalmeren met diepe ademhalingen of wat dan ook) brengt je alleen maar verder van huis. Je ervaart daarna misschien opluchting omdat het gevoel weg is, maar dat is iets heel anders dan het werkelijk ervaren van de bron waarin wijsheid ontstaat.

Gevoelens verbinden je echter niet alleen met jezelf, maar ook met de ander. Hierdoor kun je de onrechtvaardigheid die een ander ervaart begrijpen en verlies erkennen. Je begrijpt doordat jij een beetje voelt wat de ander ervaart welk verhaal hij/zij ervan heeft gemaakt. En we kunnen – door simpelweg te luisteren – er voor de ander zijn, zodat deze zijn/haar gevoelens kan eren.

Door onze gevoelens te eren (en anderen de ruimte te geven), ontstaat er compassie voor onszelf en de ander. En in de innerlijke ruimte die dan ontstaat, kunnen we weer bij onze aangeboren mentale veerkracht komen. We ervaren weer ontspanning, zelfvertrouwen, productiviteit, helderheid, verbinding, enzovoort.

We hoeven daarom geen energie te stoppen in ons ‘beter voelen,’ maar mogen simpelweg ‘beter gaan voelen.’ Door onze gevoelens niet als geïsoleerde problemen te zien, maar als deel van een relationeel proces, ontstaat er een natuurlijke ruimte waarin wijsheid en verbinding vanzelf kunnen opkomen. That’s it.