Wanneer we thuiskomen, gooien we vaak onze schoenen in een hoek en trekken we iets comfortabels aan. “Zo zou het leven altijd mogen zijn,” verzuchten we dan tegen elkaar. Maar zodra je daar écht naar gaat streven, heb je een probleem.

Jezelf bewijzen dat je veranderd bent, is namelijk hetzelfde als proberen te ontspannen door harder je best te doen. Ik moet leren loslaten. Ik moet meer genieten. Ik moet meer rust nemen. Maar zodra er een moeten in zit, ben je al bezig met presteren. En wat is ontspanning anders dan de afwezigheid van moeten?

Dus hoe meer je probeert vrij te zijn, hoe strakker je vastzit. Alsof je comfort of vrijheid moet verdienen. Alsof je eerst een andere versie van jezelf moet worden voordat je eindelijk in dat zachte, moeiteloze leven mag stappen. Maar vrijheid werkt niet zo. Vrijheid is geen eindpunt. Vrijheid is het moment waarin je beseft dat er niets te bereiken valt.

Het enige waarin je kunt groeien zonder een perfect plaatje te versterken, is playfulness. Niet als methode. Maar als vanzelfsprekende ontvouwing van wat leeft. Kijk naar een kind. Geen plan. Geen bewijsdrang. Geen streven om iets te worden. Alleen maar dit moment, dat zichzelf uitnodigt in beweging, in klank, in verwondering.

Wij volwassenen noemen dat vaak anders. Intrinsieke motivatie. Of authenticiteit. Alsof het iets moet bewijzen. Maar wat als het simpelweg is wat er gebeurt als je even niet probeert?

Vrijheid, dus.

De wandeling zonder stappenteller. Het schrijven dat zich laat ontvouwen zonder vormvereiste. Het dansen dat nergens heen hoeft. Je lichaam dat weet hoe te bestaan zonder publiek. Niet als tegenhanger van werken, maar als ontsnapping uit de logica dat alles nut moet hebben om waardevol te zijn.

Daarom is playfulness zo radicaal. Niet omdat het nieuw is, maar omdat het weigert zich te voegen. Omdat het losmaakt wat vast zat. Omdat het voelt als thuiskomen in iets wat nooit weg was.

Je hoeft niets te verdienen om dit te voelen. Je hoeft niets te helen, te bouwen of te bewijzen. Alleen maar hier zijn. Met wat zich aandient. Met wie je nog niet wist dat je al was.

En het mooie? In die vrijheid ontstaat niet alleen plezier, maar ook ruimte om jezelf en de ander écht te ontmoeten. Zonder maskers. Zonder oordeel. Zonder streven. Gewoon omdat je er al bent.

En dat dat genoeg is.
Altijd al geweest ook.