InIn onze moderne manier van denken is het verleidelijk om de buitenwereld verantwoordelijk te maken voor hoe we ons voelen. Heb je stress? Dan ligt het aan je werk of je overvolle agenda. Voel je vreugde? Dan is dat te danken aan een heerlijke maaltijd, een mooi uitzicht of een grappige opmerking van een vriend. Het lijkt alsof de wereld ons voortdurend raakt – soms als een last, soms als een zegen.
Maar wat als de wereld helemaal niet de schuldige is van wat we ervaren? Wat als vreugde, walging, stress of ontspanning geen eigenschappen van de buitenwereld zijn, maar ontstaan in een dynamisch samenspel tussen jou en alles om je heen?
Neem een eenvoudig voorbeeld. Stel je voor dat je een prachtig taartje ziet. Op een dag loopt het water je in de mond, terwijl hetzelfde taartje je op een andere dag – na al 16 taartjes gegeten te hebben – misselijk maakt. Hetzelfde taartje, een totaal andere ervaring. Wat zegt dat?
Het lijkt erop dat het taartje op zichzelf ‘neutraal’ is. Dat het niet op zichzelf bepaalt hoe je je voelt, maar dat jouw reactie betekenis geeft.
Maar wat betekent dat eigenlijk, een ‘neutraal’ taartje? Dit suggereert dat er een ‘ik’ is die losstaat van het taartje en het vervolgens interpreteert. Maar is dat wel zo?
Denk er eens over na: kan ik mezelf ervaren als degene die het taartje ziet, zonder het taartje? Of omgekeerd, kan ik het taartje ervaren zonder mijn eigen lichamelijke sensaties? Bestaat er een ‘ik’ die volledig losstaat van wat ik zie, hoor en voel?
De ervaring van het taartje ontstaat niet in isolatie. Het taartje, jouw fysieke en emotionele toestand, je herinneringen en de context waarin je het taartje ziet, zijn allemaal actief betrokken in het moment. Het taartje is niet zomaar een object dat ‘neutraal’ voor je staat – het speelt een rol in hoe jouw ervaring tot stand komt.
Het taartje heeft bijvoorbeeld een specifieke vorm, een geur, een textuur, een kleur. Iets wat eruit ziet alsof het een drol is, of ‘gevallen op de vloer en daarna op het bordje gelegd’ dat doet iets met je beleving. Het ligt ook in een bepaalde context – op een bord in een knusse bakkerij voelt anders dan in een prullenbak. En tot slot doen jouw lichaam en stemming mee, bijvoorbeeld of je honger hebt en eventuele associaties met eerdere ervaringen.
Het taartje is dus niet passief, maar ook niet de oorzaak van je ervaring. Jij en het taartje co-creëren de ervaring samen, precies in dat moment. De buitenwereld is niet ‘schuldig’ aan wat je ervaart, omdat er geen scherpe scheiding is tussen jou en de wereld. Ervaringen ontstaan in intra-acties: het taartje, jouw fysieke en mentale toestand, en de bredere context vormen samen wat je voelt.
Een taartje is dus niet inherent ‘lekker’ of ‘vies’. Die kwaliteiten bestaan niet op zichzelf, ze ontstaan pas in de interactie. Karen Barad zou zeggen dat qualia (een moeilijk filosofisch woord voor ervaringen zoals smaak) niet simpelweg in het taartje zitten, maar voortkomen uit een voortdurende verwevenheid van materiële en immateriële factoren, inclusief je eigen lichaam, emoties, herinneringen en de bredere context.
Dat betekent niet dat de wereld geen rol speelt in hoe we ons voelen. Integendeel. De wereld draagt actief bij aan wat we ervaren. Het taartje in ons voorbeeld doet mee: het ziet eruit op een bepaalde manier, het ruikt, het heeft een textuur, en het staat in een omgeving die alles beïnvloedt.
Maar wat dit samenspel ons laat zien, is dat er geen enkele entiteit – niet het taartje, niet jij – de ‘schuld’ draagt voor wat je voelt. Het is altijd een co-creatie. En dat is misschien wel het meest wonderlijke inzicht: alles ontstaat in samenspel, zonder een vastliggende betekenis.