Het gebeurt de hele tijd. Iemand zegt iets. Iemand fronst. Iemand beweegt net iets anders dan je verwacht. En bam, er gebeurt iets in je lijf. Een lichte spanning, een vage herinnering, een plotselinge afkeer of juist een onverklaarbare aantrekking. Niet omdat er een vaststaande werkelijkheid is die jou raakt, maar omdat het moment zich op een bepaalde manier configureert.
Wat doen we dan? Vaak kiezen we uit deze twee dingen: óf we trekken ons terug (ik laat het maar gaan, het zal wel aan mij liggen), óf we maken er een issue van (dit raakt me, dus dit is fout, en iemand moet veranderen). Maar er is nog een derde mogelijkheid. Wat als je blijft?
Wat als je het ongemak even verdraagt, niet als iets wat ‘weg moet’, maar als iets wat er gewoon is? Dan ontstaat de vraag: ‘Hoe blijf je aanwezig in wat je raakt, om te zien hoe hierin de werkelijkheid zich ontvouwt?’ Dat impliceert niet een keuze tussen twee zaken, maar een proces waarin zich nog iets mag gaan ontvouwen.
Een stukje uitleg
Zoals in het boeddhisme wordt onderwezen, ontstaat ervaring niet uit een afzonderlijk ‘ik’ dat een externe wereld waarneemt, maar uit een samenkomen van oorzaken en voorwaarden. Phassa (contact) verbindt het innerlijke en het uiterlijke, vedanā (gevoelstoon) kleurt de ervaring als prettig, onprettig of neutraal, en saññā (perceptie) geeft het betekenis, vaak nog voordat we ons er bewust van zijn. In dat ogenblik lijkt de ervaring ‘vast’. Dan ervaren we het als ‘dit is míjn gevoel, míjn reactie, míjn interpretatie’. Maar is dat zo?
Wat als er geen vaste kern is die geraakt wordt, geen ‘zelf’ dat losstaat van de gebeurtenis? Wat als er alleen het moment is, waarin bepaalde mogelijkheden oplichten en andere vervagen? Dat wat je voelt is geen absolute waarheid, geen eigenschap van jou of van de ander. Het is enkel hoe dit nu verschijnt, hoe dit moment jouw beleving laat ontstaan.
Want in de ervaring is een voorkeur aanwezig. Die is er bij ons vrijwel altijd. Ga maar eens in je keuken staan en trek de koelkast open. Wat trekt je daar op dit moment aan? Wat stoot je af? Meestal voelen we één van beide. Vrijwel nooit is iets helemaal neutraal, zeker niet als je bedenkt dat je er ‘veel’ van zou krijgen.
Diezelfde voorkeur hebben we naar onze kleding, naar de kant van het bed waar je in stapt, de handdoeken waarmee we ons afdrogen, de kleuren waarin we ons omringen, de tijd die een vergadering mag duren, de manier waarop een ander hakkelend, langzaam, aarzelend of daadkrachtig mag communiceren. We vinden er onbewust altijd iets van.
Vaak reageren we wanneer er onschuldig een ‘snede wordt gemaakt in de werkelijkheid’ waarbij het goede aan de ene en het afkeurende aan de andere kant staat, alsof dit een vaststaand gegeven is. Alsof het objectief zo is en we ons daar nu toe moeten verhouden.
Maar dat klopt niet. Wat zich nu aandient, had zich ook anders kunnen aandienen. Dit had een andere betekenis kunnen hebben. Er hadden andere elementen naar voren kunnen komen. De situatie is niet een neutrale achtergrond waarin jij nu toevallig iets voelt, het is een beweging waarin jij, de ander en alles om jullie heen al intra-actief verweven zijn.
Het is dus niet erg dat dit gebeurt. En het hoeft ook niet weg, we moeten ons er juist bewust van zijn. Bewust hoe honger (of zin in suiker) bepaalde voedingsmiddelen meer aantrekkingskracht lijkt te geven. Hoe verliefdheid iemand aantrekkelijker maakt. Hoe vermoeidheid alles zwaarder maakt. Hoe een houten of stalen ruimte anders aanvoelt. En wat dit met je doet. Hoe je daardoor anders naar iemand kijkt, op iemand reageert, de werkelijkheid anders interpreteert. Want de werkelijkheid is hoe het leven geheel onschuldig door ons heen verschijnt. Het is niet de waarheid, maar we kunnen het ook niet anders ervaren. We kunnen ons er enkel bewust van zijn.
Maar moet je alles dan maar pikken?
Oke, ik zal eerlijk zijn: het is verleidelijk om van alles een ‘grens’ te maken. Om te zeggen: dit voelt niet goed voor mij, dus ik moet weg, of jij moet anders. Maar is dat echt hoe we groeien als mens? Hoe we transformeren? Of is dat gewoon een slimmere manier om ongemak te vermijden?
Kijk, het is niet erg dat je geraakt wordt. Dat gebeurt. Het betekent niet per se dat iets niet klopt. Het betekent alleen dat er iets gebeurt. En dat is niet het moment om meteen de buitenwereld aan te passen. Dat is het moment om te blijven.
Want zodra je dat doet, wanneer je het gewoonweg écht durft te ervaren, dan besef je dat er niets definitiefs aan kan zijn. Dit kan nooit heel erg lang zo blijven. Dit moment is geen vaststaand feit, maar een tijdelijke configuratie van ervaring. Het is een agential cut, een snede waarin iets even op de voorgrond treedt, zonder dat het daarmee een absolute waarheid wordt.
Dat betekent niet dat je geen grenzen hebt. Maar een grens is ook maar een tijdelijke constructie, net als de rest van je ervaring. Soms verdwijnt hij als je er niet direct naar handelt. Soms blijft hij staan, maar voelt hij niet langer als een muur. Soms ontdek je dat hij helemaal niet was waar je dacht dat hij was.
Dus hoef je niet meteen iets niet te doen. En ik zeg daarmee dus niet dat je jezelf weg moet cijferen. Of over je grenzen moet laten gaan. Maar dat je even mag voelen: oké, dit doet iets met mij. Wat gebeurt hier eigenlijk?
En ook niet om daarmee dan in het verleden te graven, om te ontdekken waarom het is dat je dit nu toch weer zo voelt. Maar simpelweg ‘erbij blijven’ om te herkennen wat hier bij je gebeurt en hoe tijdelijk dat is.
En zodra je dat ziet, hoef je er niet meer in mee. Dan kun je wachten tot de configuratie iets verschuift en je de werkelijkheid anders ervaart. Trek gaat weer over, vermoeidheid voelt soms even iets beter draaglijk en voor je het weet ziet de werkelijkheid er anders uit.
Misschien is de vraag dus niet: Hoe zorg ik dat dit stopt? Maar: Wat als ik hier gewoon even bij blijf? En het mooie is: als je dat doet, blijkt er vaak helemaal geen probleem te zijn. Opeens wordt het weer helder. Het was geen crisis, geen obstakel. Alleen maar een tijdelijk verschijnen dat vervolgens weer verdween.
Vandaag werd ik ook weer geraakt door iets.
Maar in plaats van er een probleem van te maken, bleef ik.
En dat was genoeg.