Na het laatste tentamen van deze periode plofte ik samen met een medestudente neer op het bankje bij de bushalte. We spraken over de verschillende vakken, waar we van ‘aan’ gingen en wat niet. En ineens gaf ze me een definitie van filosofie waar ik van ging kwispelen.

Ze zei iets als: “Filosofie is het continue heroverwegen en loslaten van concepten.” Ik heb het niet letterlijk onthouden maar vond hem prachtig.

Dit is voor mij oordeelloos leven. De reden dat ik van clownerie en speelsheid houd, waar alles constant van betekenis verandert. Het is ook waarom ik me in m’n vrije tijd door moeilijke teksten heen worstel die quantumtheorie omzetten in een dans van intra-acties en verwevenheid, zoals Karen Barad dat beschrijft.

Ik vroeg haar meer te vertellen, en ze pakte enthousiast haar notitieboek erbij. Woorden als verbondenheid kwamen voorbij. Ze noemde zelfs een prachtig Indiaas woord, pratītyasamutpāda (afhankelijk ontstaan), inclusief hoe dit de wereld zou kunnen veranderen.

En ik zat daar, met blije blosjes in de winterkou. “Ja,” zei ik, “dáárvoor ben ik filosofie gaan studeren!”

Als je durft los te laten wat je denkt te weten en voelt hoe alles diep met elkaar verbonden is, ontstaat vanzelf een ethiek. Niet als iets wat je oplegt of afvinkt, maar als iets dat in je handelen zichtbaar wordt. Het zit in hoe je kijkt, luistert, en ruimte maakt voor wat zich aandient.

In het leven gaat het niet om kant-en-klare oplossingen, maar om samen ontdekken. Betekenis groeit in het moment, in de ruimte die je geeft aan wat ontstaat, een spel van echte verbinding, waar regels plaatsmaken voor menselijkheid.

Dáár, op dat bankje, voelde ik waarom ik steeds weer terugkeer naar dit pad, op allerlei mogelijke manieren: Filosofie is voor mij niet het streven naar de waarheid, maar de moed om te dansen met de leegte.

Zelfs als dat betekende dat ik ‘carpe diem’ de afgelopen weken vooral gebruikte om de laatste tentamenweetjes uit mijn hoofd te stampen. 🤓😜