Het is 2006 wanneer ik besluit me op te geven voor een tweetal clownerie workshops. In die tijd was ik zoekende en de advertentie in de krant sprak me aan. Ik wilde mezelf leren uiten. Mijn binnenwereld vertalen naar de buitenwereld. Me meer openstellen. Mijn terminale serieusheid een beetje kwijtraken. Meer van het leven kon gaan genieten. Meer lachen. Meer speelsheid toelaten in mijn leven. Maar dat doen was ook mega kwetsbaar. Eng. Spannend. en overweldigend. Ik wist immers niet wat me te wachten stond (of wat anderen van me konden gaan denken als ik ‘los’ zou gaan).

Het bericht in de krant raakte me en ik besloot te kijken van wie het afkomstig was. De tekst op de website van Ton Kurstjens haalde me al snel over. Hij schreef dat de kracht van een clown zit in het onvoorwaardelijk ‘ja’ zeggen tegen alles wat zich aandient. Zijn openheid nodigt uit om je te laten zien in je kracht én in je kwetsbaarheid. Hij incasseert en accepteert wat er gebeurt: zo is het! Op die manier kan de clown jou inspireren om op een liefdevolle en speelse wijze contact te maken met de bron van het leven, je hart. Laat je inspireren door de puurheid van het kind om dichter bij de clown te komen en zo ook bij onszelf. Zonder er verder over na te denken stortte ik me het avontuur in.

Clown? Ik? Hmmm….

Met de inschrijving gunde ik mezelf de ervaring ‘de clown in mezelf op te zoeken’. Ik vond het heerlijk om te doen en na die eerste introductieworkshop volgde er al snel meer. Maar ergens hield ik het ook altijd angstig voor mezelf. Ik clown? Dat riep ik niet zo hard. Ik deed aan clownerie maar ‘noemde’ me simpelweg geen clown. Ik kwam spelen. Dát is wat ik deed.

Spelen kon in vele vormen. En zo ontdekte ik naast clownerie ook drama, improvisatie en Fooling. Allemaal vormen die me aanvulden, uitdaagden, zorgden dat ik me ging uiten. Het was een vorm van ontspanning en therapie ineen. Een ‘voorbij je eigen grenzen’ zonder dat het aanvoelt alsof je het watje van de eeuw bent. Een ‘laten we gaan werken aan deze vaardigheid’ zonder dat het gaat om het eindresultaat. Ik leerde mezelf ‘vrijspelen’ waarbij simpelweg alles wat er gebeurde er mocht zijn.

Maar ik benoemde het nog altijd niet...

Maar na al die jaren noem ik mezelf nog altijd geen clown. En dat heeft een reden. Je moet weten dat het echt enorm moeilijk is om een goede clown te zijn. Volledig afgestemd op jezelf en de ander terwijl je ook nog eens het publiek erin betrekt. Open, eerlijk, kwetsbaar en transparant over alles wat je voelt, inclusief schaamte, grenzen en lastige emoties. In plaats van deze vervolgens vermijden er juist naartoe gaan, omdat in het omarmen ervan de lach en bevrijding te vinden is. Dat en nog veel meer omhelst clownerie. De meeste mensen overlijden voordat ze het vak echt goed beheersen. En dus zie je in het dagelijks leven vaak een trucje of een slap aftreksel ervan. Dat is niet erg, ook deze mensen moeten ergens beginnen. Zonder eerste stap kom je nooit aan de top zeg maar. En in het theater houden we van de show, in verzorgingshuizen smachten mensen naar verbinding en spel. En kinderen houden ervan wanneer iets voorspelbaar is. Dus ook zij vinden hun passende publiek wel.

Al dat is echter niet ‘de clown’ waar ik graag over spreek en waar ik mensen graag kennis mee laat maken. Niet de clown waarop de je instant verliefd op kunt worden. De echte clown? Die vind je in je hart. het is het deel dat naar vrijheid en oordeelloos genieten verlangt. De impulsen achterna op weg naar een betere wereld voor jezelf en anderen. En die ‘clown’ hoop ik dat iedereen mag vinden!