“Nou… zo ongeveer deed ik dat dus” sloot ik mijn zin af. Ik keek mijn gesprekspartner aan, die zojuist rustig had zitten luisteren naar een anekdote uit mijn lerarenverleden. Hij keek me aan, hield zijn hoofd wat schuin en terwijl er een speelse glimlach over zijn gezicht vloog zei hij ‘inderdaad, ik hoor het. Jij bent écht niet van het improviseren’. Ik lachte mee. Niet als een boer met kiespijn maar oprecht opgelucht omdat ik iemand trof die begreep wat improvisatie was. Hoe het méér was dan velen denken.

Een willekeurig gesprekje op straat zou met de inbreng van een woord als impro al snel overgaan tot ‘oh, dat ken ik, dat is van het televisieprogramma De Lama’s, toch?’ En ja, dat is inderdaad een vorm van impro, in dit geval gebaseerd op het tv-programma Whose Line Is It Anyway? Ouderen kennen het eerder van het programma Improvisatie uit de jaren zeventig of Glad IJs, beide onder leiding van Berend Boudewijn. Terwijl jongeren eerder De vloer op of Rauw lijken te kennen.

Maar improvisatie is voor mij wat Eckart Tolle bedoelde toen hij het boek ‘de kracht van het nu’ schreef. Zijn waarheid ‘don’t resist what is‘ neem ik al bijna twintig jaar met me mee, nadat ik hem hoorde spreken toen zijn boek net vertaald was in het Nederlands. Ik zat destijds in de zaal en zijn woorden maakten een diepe indruk op me. We kunnen ons op elk moment van de dag gewaar zijn van vele sensaties in ons lichaam en vele gedachten die voorbij komen. De gewaarwording hiervan vergt training. Het laten zijn, opmerkzaam, nabij, zonder ermee samen te vallen.

Ik zocht wegen om hiermee aan de slag te gaan en ontdekte op deze weg het theater. Door mezelf te laten zien in het moment leerde ik expressie te geven aan wat in me was én de expressievorm zelf tot ervaring te laten worden. Hierbij kwam ik ontelbare keren weerstand tegen. Weerstand tegen wat mij geboden werd door mijn medespeler bijvoorbeeld. Weerstand tegen de gevoelens die hetgeen ik zag of ervoer opriepen. Weerstand tegen waartoe ik uitgenodigd werd (omdat er een blokkerende overtuiging dwars zat). Weerstand tegen ‘niet kunnen’ en weerstand tegen het feit dat ik weerstand ervoer.

Stel je word gevraagd je mening te geven over iets waar je nog niet eerder over hebt nagedacht. Dan kun je heel snel een reeds bekend standpunt innemen (en dit met hand en tand verdedigen) of een eerste potentieel standpunt innemen, proeven wat dit met je doet, je door je eigen woorden van de wijs laten brengen, twijfelen aan je eerdere uitspraken en al doende komen tot precies datgene wat bij je past. Of in een vergelijkbaar proces tot een oplossing komen samen met een ander. Dit laatste lijkt het meest voor de hand liggende te doen. Het is wat we vragen van docenten, leidinggevenden, artsen, politieagenten, rechters en eigenlijk iedereen die een plek heeft in de maatschappij. Maar kúnnen we dit ook?

Bereid je goed voor door te gaan staan en je lichaam te ontspannen. Laat dan je handen een ritmisch klapritme vinden. Een herhalend patroon van klanken terwijl je je bewust bent van het feit dat je staat en rustig in je handen klapt. Tegelijkertijd ga je praten. Je stelt je bijvoorbeeld even voor, vertelt over je woonsituatie, je werk of een hobby. Daarna vertel je hetzelfde, maar deze keer klap je aritmisch. De pauzes tussen de klappen zijn onregelmatig en er ontstaat geen patroon. Wellicht merk je nu op dat je aandacht verschuift. Het kost meer van je aandacht. Meer van je focus. Het lijkt ‘moeilijker’ te zijn.

Het is lastig om tegelijkertijd expressie te geven aan impulsen en deze als ervaring waar te nemen. En tegelijkertijd is dit wat ieder van ons zou mogen kunnen. Ergens in ons leven – daar ben ik van overtuigd- komt immers het moment dat je beseft dat je niets meer te leren hebt behalve dan nog meer expressie geven aan wat er in je is. Wat er op dát moment in je is. Ongefilterd. Puur. Rauw. Echt. Authentiek. Lelijk. Lieflijk. En helemaal jij. Ook al kon je dat slechts achteraf constateren omdat je voor de actie meer ‘leeg’ dan ‘vervuld van wat je zou delen’ was. Het is in die energie waar je toeschouwer bent van je eigen gedachten, gevoelens en ervaringen. En improviserend kunt reageren op dat ‘wat is’.

Het is in het kennen en expressie geven aan jezelf waar leiderschap schuilt. Waar meesterschap ontwikkeld kan worden. Waar moed en angst concepten zijn die je kunt negeren omdat je je richt op het leven zelf. Het is daar waar werkelijk geluk schuilt, omdat geen enkele omstandigheid, geen enkele gedachte en geen enkel gevoel je weg kan houden van het ervaren puur leven te zijn.