Je kunt niet iets repareren wat niet kapot is. Je kunt niet helen wat ongebroken en perfect is. 

Toch hebben veel mensen het gevoel dat er mogelijk iets mis met hen is. Dat ze niet goed genoeg zijn. Ze voelen zich onzeker, piekeren veel of ervaren angstverschijnselen.

Ze zoeken hulp om daar vanaf te komen. Ze willen moediger zijn. Zich makkelijker zichtbaar maken. Meer geloof hebben in zichzelf. Hun talenten benoemen zonder het gevoel dat ze een oplichter zijn. 

Degenen die hen willen helpen kunnen ervan overtuigd zijn dat het leven voor de ander inderdaad verbeterd kan worden. Door te leren ademen, meer positieve gedachten of het aannemen van een groeimindset bijvoorbeeld. 

Zij geloven dat verbetering mogelijk is. En al doen ze dat omdat ze geloven dat er méér mogelijk is voor de ander. Ze zijn daarmee wel aan het repareren. Zoals de ander nu is, dat is niet oké. 

Maar dat wat jij in wezen bent heeft helemaal geen verbetering nodig. Je bent geen gefixeerd ‘zelf’ dat gerepareerd moet worden, maar een voortdurend proces van verbinding en verandering. In dit proces kun je herkennen dat er niets is wat kapot is – alleen tijdelijke spanningen die komen en gaan.

Jouw kern is niet een afstandelijke observator, maar een deel van het dynamische proces waarin gedachten, gevoelens en lichaam samen vormgeven aan jouw ervaring van het moment. Wanneer je denkt dat je iets gaat verknallen dan reageert je zenuwstelsel logischerwijs op die gedachte. Je voelt je even rot. Een seintje van je lichaam dat je een negatieve gedachte hebt gehad. Meer is dat in feite niet.

Veel mensen nemen het echter serieus. Ze voelen zich rot en stappen in de gedachtentrein. “Als ik dit nu verknal dan komen anderen dit ook te weten, waarna ze waarschijnlijk een negatieve gedachte hebben over mij. Dan wil niemand meer met me werken en is mijn carrière voorgoed voorbij.

Zo maken gedachten alles erger. Want je zenuwstelsel laat je ook over deze nieuwe gedachten precies weten hoe dat voelt. Elke gedachte die jij hebt zet jouw zenuwstelsel ‘aan’. En deze activatie genereert spanning in je lichaam. En dan denk ‘jij’ dat er iets mis is en dat je iets moet doen om daarvan af te komen. Echter, dat is de denkfout in dit geheel.

Je gevoelens en gedachten ontstaan niet alleen van binnenuit, maar in relatie tot de wereld, jouw geschiedenis en de context waarin je leeft. Ze zijn onderdeel van een voortdurende intra-actie waarin jij en de wereld samen bewegen. Door dit te erkennen, zie je dat het niet gaat om iets ‘fixen,’ maar om ruimte maken voor het proces waarin jij, de wereld en je ervaringen samen bewegen.

Dat je dat wilt is geen teken dat er iets mis met je is. Het is een teken dat je even vergat dat alles in relatie met elkaar ontstaat. Daar is niks mis mee. Het gebeurd ons allemaal. 

Wanneer je samenvalt met de menselijke ervaring is het heel gemakkelijk om je te richten op de gevoelens die dit alles veroorzaakt. Maar je hebt ook een andere keuze. Door te herkennen dat je gevoelens een reflectie zijn op wat je denkt, merk je dat je niet langer bang hoeft te zijn voor (heftige) gevoelens. Je maakt ze immers zelf.

Zodra je op jouw gedachtentrein begint te reflecteren heb je de keus om niet alles te geloven waar deze je mee naartoe sleept. Je zenuwstelsel kalmeert dan, en er ontstaat ruimte om te luisteren naar de wijsheid die voortkomt uit jouw verwevenheid met het leven, en die je aangeeft wat jij nu nodig hebt.

Wat je werkelijk bent, is niet een vaststaand ‘zelf,’ maar een beweging, een verwevenheid. En in deze verwevenheid kun je ontdekken dat er niets ontbreekt – alleen een voortdurende stroom waarin je meebeweegt. Wanneer je dát voelt, ervaar je wat het betekent om in het moment heel te zijn; namelijk precies zoals je bent.