Herken je dit? Dat je in een gesprek met je beste vriend(in) anders bent dan in de klas of thuis? Misschien praat je met je vrienden makkelijker over dingen waar je thuis niet over zou beginnen, of ben je in een groep luidruchtiger dan wanneer je alleen bent. Dit voelt vanzelfsprekend, maar heb je er ooit over nagedacht waarom dat zo is?
Karen Barad stelt dat je niet één vast ‘ik’ hebt dat zich simpelweg aanpast aan de situatie. In plaats daarvan bestaat wie jij bent pas in die situatie. Je ‘ik’ is niet iets wat los van de wereld bestaat, maar ontstaat telkens opnieuw door alles waarmee je in contact komt: andere mensen, ideeën, technologie, en de omgeving waarin je leeft.
Dit noemt Barad intra-actie. Normaal denken we dat dingen en mensen eerst bestaan en daarna met elkaar in contact komen (inter-actie), maar Barad zegt dat ze pas door dat contact ontstaan. Dus in plaats van te zeggen: “ik heb een ik en dat ik doet dingen in de wereld”, zegt Barad dat wie ik ben telkens opnieuw gevormd wordt door de relaties waarin ik me bevind.
Je bent dus niet simpelweg ‘dezelfde persoon’ in verschillende situaties. Jij, zoals je nu bent, bestaat niet los van wat er op dit moment gebeurt, je wordt gevormd in en door de ontmoeting zelf. Wat je vandaag denkt, voelt en doet, wordt gevormd door wat er om je heen gebeurt. En dat betekent ook dat je jezelf niet hoeft vast te zetten in één idee van wie je bent.
Maar misschien roept dit vragen op. Als er geen vast ‘ik’ is, zoals Barad stelt, hoe kan iemand dan leren? Hoe kan kennis of een herinnering blijven bestaan als er geen stabiel ‘ik’ is dat die informatie verzamelt en opslaat?
Volgens Barad is leren niet zoals het opslaan van data op een harde schijf. Kennis ligt niet ergens ‘in’ een persoon, klaar om later opgehaald te worden. In plaats daarvan verandert een ervaring niet alleen wat iemand weet, maar ook hoe diegene zich verhoudt tot de wereld. Leren is geen verzameling feiten, maar een voortdurende verandering in hoe iemand intra-acteert met zijn omgeving (daar heb je dat moeilijke woord weer: interactie, maar dan zonder een vast ‘ik’). Dit betekent dat kennis niet losstaat van de situatie waarin ze opkomt. Weten is niet iets wat je hebt, maar iets wat telkens gebeurt, afhankelijk van de context.
Maar als herinneringen niet worden opgeslagen zoals bestanden in een computer, hoe kan het dan dat je een zin van je moeder (bijvoorbeeld een waarschuwing die je ooit kreeg) letterlijk kunt herhalen?
Volgens de klassieke opvatting van geheugen ligt een herinnering ergens in je brein opgeslagen en kun je die later terughalen. Maar als we Barads intra-actieve perspectief volgen, werkt het anders. Laten we eens kijken hoe dat zit.
Denk aan een zin die je moeder vroeger zei, zoals: “Doe voorzichtig, anders val je.” Misschien hoor je die woorden nog steeds als je op een ladder staat of een gladde straat oversteekt. Maar die zin ligt niet ergens in jou opgeslagen als een losstaand object. Wat er gebeurt, is dat in een nieuw moment, waarin je evenwicht dreigt te verliezen, de situatie opnieuw betekenis geeft aan die woorden.
Een herinnering wordt dus niet ‘opgehaald’ als een bestand uit een archief, maar ontstaat opnieuw in het samenspel tussen de huidige situatie, je lichaam en eerdere intra-acties waarin dat zinnetje ooit een rol speelde. Dit betekent dat herinneringen niet vaststaan, maar telkens opnieuw worden gevormd. Wat ooit een geruststellende waarschuwing was, kan later als een beperkende gedachte voelen. Het is afhankelijk van de context waarin die herinnering zich opnieuw manifesteert.
Met andere woorden: een herinnering is geen bezit van een individu, maar een effect van eerdere intra-acties die blijven doorwerken. Het feit dat een zin van je moeder bij je opkomt, betekent niet dat die letterlijk in je hoofd lag opgeslagen, maar dat je opnieuw in een situatie terechtkomt waarin die woorden relevant worden.
Barad zou zeggen dat herinneringen materieel verweven zijn met de wereld om ons heen. Denk aan hoe een geur of een bepaald geluid je direct kan terugbrengen naar een specifieke situatie. Dit gebeurt niet omdat die herinnering ergens in je brein ligt en wordt ‘geactiveerd’, maar omdat de wereld zich zo configureert dat jij er opnieuw op een bepaalde manier mee intra-acteert.
Vanuit dit perspectief is een herinnering nooit een exacte kopie van het verleden, maar een nieuwe intra-actie waarin sporen van eerdere ervaringen doorklinken. Dit verklaart waarom herinneringen kunnen vervormen, waarom sommige details veranderen, en waarom iets wat je vroeger op een bepaalde manier zag, opeens een andere lading kan krijgen.
Het verleden is niet in steen gebeiteld, hooguit in nat zand geschreven.