‘Xandra, je hoeft echt niet zo neerbuigend over jezelf te praten’. De vrouw die het (inmiddels behoorlijk wat jaren geleden) tegen me zei keek me liefdevol aan. Ze meende het. Ik voelde dat ze me mocht en het me echt ‘gunde’ om liever over mezelf te denken want dan zou (in haar ogen) mijn leven waarschijnlijk makkelijker zijn.
Het verwarde me. Ik had namelijk even daarvoor ook opgemerkt dat ik iets zei dat niet erg vriendelijk over mezelf klonk, maar voor mij was het een aanwijzing geweest dat ik overprikkeld was en dat mijn brein allerhande gedachten produceerde die ik maar beter niet kon geloven over mezelf. Het maakte dat ik milder naar mezelf werd.
Pas de volgende dag – toen mijn overprikkeling was gaan liggen en mijn gedachten helder waren – begreep ik hoe het verschil tussen ons kon ontstaan. We keken immers beide met een principieel ander perspectief naar de werkelijkheid van gedachten.
Mijn kijk op gedachten is dat ik er enorm veel kan hebben op een dag en dat ze – afhankelijk van de inhoud ervan- gevoelens en ervaringen kan krijgen. Die inhoud is niet zo relavant. Daar hoef ik dus ook niets mee te doen. Zo heb ik wel eens gedacht dat ik blij was als iemand mijn buurman ging vermoorden (die veel herrie maakte) en ook dat ik een ongeluk op de snelweg ging krijgen. Beide kwamen niet uit. Op dezelfde manier heb ik veel positieve en negatieve gedachten over mezelf gehad.
In mijn leven kwam ik echter enorm veel mensen tegen die vonden dat er wél iets aan de inhoud van gedachten gedaan moet worden. Je kunt ze (een beetje) manipuleren namelijk en wanneer je dat doet dan voel je je beter. Ik kan je vertellen: niets maakt zoveel verschil dan het simpele feit dat je inziet dat de inhoud van je gedachten zo belangrijk niet is.
Wie de inhoud van gedachten geloofd voelt zich daardoor onzeker, overstuur, niet goed genoeg, etc. En omdat we allemaal streven naar heelheid en gezondheid proberen we daar iets aan te doen. De waarheid is echter; de meeste mensen zijn geestelijk gezond en hebben op een dag allerhande negatieve en positieve gedachten die willekeurig op kunnen komen. Deze kunnen de situatie (zoals je het leven ervaart dus) wel kleuren, maar dit is slechts een illusie en niet de werkelijkheid.
De opmerking ‘Xandra, je hoeft echt niet zo neerbuigend over jezelf te praten’ sloeg dan ook de plank mis. Zou ik dat geloven dan was er daadwerkelijk iets mis met mij en had ik te werken aan meer zelfvertrouwen, meer zelfliefde of meer emotionele flexibiliteit. Ik was nog niet ‘perfect genoeg’ zolang ik dat soort gedachten had. Zelfs wanneer ik ze nooit in mijn leven meer zou uiten..
Door echter te zien dat mijn brein gewoonweg maar wat doet, en dat ik niet ‘minder’ ben wanneer mijn brein eens mindere gedachten produceert, kan ik zien dat er niets mis is met mij. Er is geen reden om hard aan mezelf te werken. Door de rust die dat brengt voel ik daardoor beter wat ik nodig heb. En kan ik het mezelf ook geven.
Jij hebt ook de keus in hoe je omgaat met je denken.
Welke maak jij?