Kritiek. Het woord alleen al roept vaak weerstand op. We associëren het met oordelen, met weten wat fout is, met wijzen op tekort. Alsof er ergens een neutraal perspectief bestaat vanwaaruit we het geheel kunnen overzien.
Ik geloof inmiddels dat kritisch denken ook iets anders kan zijn. Iets zachters, iets aandachtigers. Want wat als kritiek niet draait om wie er schuldig is, maar om hoe iets bestaat? Niet als veroordeling, maar als ontvouwing van het netwerk van effecten dat maakt dat iets ‘waar’ lijkt, of logisch, of normaal. Niet om het te controleren, maar om het te zien, voelen, bevragen, veranderen.
Dat klinkt misschien abstract, maar eigenlijk is het vrij makkelijk. Om dit te doen begin je niet met een oordeel, niet bij iets wat al ‘fout’ gaat, maar juist bij wat ‘gewoon’ is en je bekijkt dat met een nieuwsgierige houding.
Daarna kijk je naar wat hier als vanzelfsprekend lijkt te verschijnen. Wat telt als ‘veilig’ of ‘redelijk’? Wie doet ertoe en krijgt complimenten bij vragen of opmerkingen, en bij wie blijft het stil als deze zich uitspreekt? Welke technologieën, beleidsstukken, ruimtelijke indelingen en ongeschreven regels oefenen invloed uit, zonder op te vallen?
Niet om aan te wijzen wat er mis kan gaan, maar om te herkennen dat niets op zichzelf staat. Jij er ook aan bijdraagt. Alles bestaat immers enkel en alleen door de relaties die ze vormgeven. En dus kun je niet als buitenstaander objectief kijken naar de wereld die mogelijk wordt gemaakt.
Wat wordt (ook door jou) bevestigd, herhaald, gelegitimeerd? Wat wordt uitgesloten, genegeerd, ondenkbaar gemaakt? Is er rekbaarheid, veerkracht, responsiviteit voor verschil? Je kunt je zelfs afvragen welke emoties, woorden of stiltes vorm geven aan wat nu als realiteit geldt. Je bent geen observator. Je bént een verschijnsel in dit moment van betekenisgeving.
En je vraagt je af: ‘Is deze wereld rechtvaardig, zorgvuldig, menselijk genoeg?’ En als dat niet zo is, hoe kan ik transformatie mede mogelijk maken, doordat ik nu iets anders ga doen? Je spreekt, verandert, beweegt nu niet als buitenstaander, maar als mede-verschijnsel.
Zo te denken en doen is geen strijd of aanval. Het kan een manier zijn om met zachte ogen naar harde structuren te kijken. Niet om aan te wijzen dat iets niet deugt, maar om te zien wat de werkelijkheid is waar je mede vorm aan geeft en wilt ontdekken hoe je dat doet. Want pas dan kun je voelen of het wel klopt wat je doet. Kritiek wordt dan een vorm van zorg, van aandacht, van betrokken herconfiguratie.
Want de wereld is niet iets dat is. De wereld gebeurt. En jij, jij bent niet toeschouwer, maar onderdeel van de vraag. En dus… gelukkig ook van het antwoord dat zich nog moet vormen!