We leven in een wereld waar prestatie ons met de paplepel is ingegoten. Daar waar een kind als het geboren wordt niets hoeft te doen om door zijn/haar ouders gewaardeerd te worden leren we als kind al snel om onze ouders nóg trotser te maken. Kijk eens mam, wat ik gemaakt heb! Kijk eens pap, wat ik al kan!
Dit proces gaat onbewust. Een jong kind vraagt alleen maar gezien te worden. Het wil gezien worden in de behoefte aan ‘eten’, aan ‘slaap’ en aan duizend andere dingen. Zaken die neigen naar genoegen of ongenoegen. Een kind vraagt dit aan de ouders omdat het nog te klein is om zelf iets te doen aan de omstandigheden. Het kan nog niet zelf bepalen dat het iets wil doen/ergens heen wil gaan. Het kan zichzelf nog niet voeden of in bed leggen.
En dus vraagt een kind via de empathische band met de ouder om gezien te worden. Zodat het leert zijn lichaam en zichzelf goed te leren kennen en het later – als het groot is – al deze dingen voor zichzelf te doen. Gezond kan kiezen, kortdurende nare gevoelens trotseren om er later profijt van te hebben, zichzelf te troosten en vooral ook zichzelf te kennen, te weten hoe hij/zij ánders is dan anderen en dit zo te waarderen dat het de eigen talenten en eigenheid kan gaan neerzetten in de wereld.
Om al deze redenen roept een kind dus vanaf de hoogste punt op de glijbaan; “kijk eens!” naar beneden. De ouders blikken naar boven en roepen al snel terug ‘wow, wat hoog” of “goed geklommen” of “goed gedaan”. En als ze pech hebben een ‘wat doe jij nou, dat mag niet” of “kijk je wel uit?” Deze reacties zijn heel logisch vanuit de toekijkende ouder maar ze staan haaks op wat het kind nodig heeft en de uiteindelijke opvoedingstaak. Het kind leert dus niet dat het gezien wordt in hetgeen wat hem/haar plezier gaf maar leerde dat aandacht gekoppeld is aan een mening van de ander.
Jij leerde je zo niet afstemmen op wat jóú plezier gaf maar wat anderen plezierde. En dus wat jou een ‘compliment’ of ‘schouderklopje’ gaf.
Op deze manier leren we dat we ons goed voelen wanneer we aan de mening van anderen weten te voldoen. We herhalen waar de ánder blij van werd, in plaats van wat ons zelf plezier gaf. We leerden in onze omgeving dat mensen enthousiast reageerden als we moeilijke bouwwerken of puzzels maakten en eindeloos probeerden, of we leerden dat ze vooral complimenten gaven wanneer iets af was. Zo vormde zich een gevoelswaarheid, een ‘zo moet de wereld zijn’.
Op school gebeurde natuurlijk precies hetzelfde. Hoe ‘beter je was’ en hoe meer je presteerde hoe meer bewondering, stickers of hoge cijfers je kreeg. En later werd dit het geld of het aanzien die je verwierf. Presteren werd langzaamaan de tweede natuur.
Maar in al dat presteren vergaten we dat het leven ooit spelen was. Genieten. Ontdekken. Dingen doen omdat je ze leuk vond. Je net zo hoog wilde bouwen als die ander. Sneller fietsen dan iedereen uit de straat. Maken. Vernietigen. Ruziemaken. Trouwen. Gewoon omdat het kon. En je morgen weer wat anders mocht doen. Wat we deden bracht ons sociale en emotionele vaardigheden, we leerden ons lichaam kennen en trainen, we ontdekten vaardigheden die ons helpen in het verdere leven.
Als volwassenen zijn we dit vergeten. We doen nu aan sport (wat veelal nog een prestatie is geworden), zitten op creatieve clubjes (waar we elkaar onze prestaties laten zien), zingen in koren of spelen toneel (waarbij toegewerkt wordt naar de voorstelling aan het einde van het jaar) en laden al met al onze batterij voldoende op. Kijk maar eens naar dit rijtje:
Discipline en presteren | Enthousiasme en levenslust |
Resultaatgericht | Procesgericht |
Het doel is leuk/goed | Het ‘doen’ is leuk/goed |
Voelt als werk | Voelt als spelen |
Werkt een kritische blik in de hand | Werkt een milde blik in de hand |
Volhouden, doorpakken en doorgaan | Geïnspireerd, levendig en enthousiast |
Als een batterij die leeg gaat | Als een Duracell konijn; eindeloze energie |
Verveling, onvrede en onzekerheid | Flow, creativiteit en tevredenheid |
In al dat presteren vergat je dat het leven ooit spelen was.
Ontdekken.
Genieten.
Dingen doen omdat ‘je ze leuk vond’.
We leerden in ons leven hoe we plakwerkjes moesten maken om een sticker te krijgen van de juf. We leerden hoe we onszelf moesten presenteren op CV en in gesprek om een baan te verkrijgen. We leerden hoe we ons zakelijk of professioneel moesten gedragen. En we leerden wat vooral niet te doen omdat het gezien werd als ‘gek’.
We leerden het zo goed dat al die meningen en stemmen van anderen op een gegeven moment in ons hoofd liepen ‘mekkeren’ nog voordat een ander dat kon doen. Zo leerden we onszelf in toom te houden en te doen wat ‘goed’ was. Wat bijdroeg aan resultaten en positieve beoordelingen.
Maar we vergaten daarin iets. Dat wat anderen als ‘gek’ ervaren, dat wat ze afdoen als ongepast, als tijdverspilling, als onnodig of overbodig, als fantasie, onzinnig of extravagant… dat is wellicht precies wat jou ‘jou’ maakt, waarin de sleutel ligt tot je creativiteit.
Het is mogelijk dat wat je zelf ook probeert op te zoeken wanneer je voelt niet alles uit het leven te halen wat erin zit, wanneer je voelt dat je niks te klagen hebt maar wat je doet toch saai vindt. In je dromen, je verlangens, jouw grapjes en bewondering voor anderen wijst je naar dat wat je altijd al wist; je bent jezelf in het nastreven van het linkerrijtje een beetje kwijtgeraakt.
Begrijp me goed, we hebben het nódig dat linkerrijtje. Maar het kan wat mij betreft niet zonder een goede gebalanceerde rechterhelft. Daar waar enthousiasme tot een product kan komen door discipline en levenslust wordt omgezet in prestaties zodat je meer in alignment kunt leven met jezelf. Dat betekent dus ook dat je start bij jouw waarden, jouw energie, jouw plezier.
Als jouw blaatschapen gaan mekkeren… dán weet je dat je op de goede weg bent. En het is precies dát wat je van mij dan ook nóg meer mag gaan doen. Jouw enthousiasme en levenslust aanwakkeren met creatieve oefeningen. En vervolgens kijken of je hiermee voorbij je aannames, denkbeelden en ‘zo is het’ gevoelens kunnen gaan. Zin in? Ga snel aan de slag met onderstaande oefeningen!
Bullshit interventie #1: Beeldende woorden
Loop door je huis of blader door een tijdschrift en schrijf de dingen op die jouw aandacht trekken. Nu probeer je in plaats van het normale woord te omschrijven een variatie erop te bedenken. Zo wordt je raam een ‘kijkluikje op de wereld’, is een pen een ultiem ‘lijstjes vastleg instrument’ en wordt je koptelefoon een privé-concert voor op je oren.
Wil je een stap verder gaan? Doe dit dan zo: Aan de hand van beeldende woorden beschrijf je waar je dankbaar voor was deze (werk)dag. Doe dit eerst in ‘normale’ taal en kies daarna twee woorden die je meer beeldend omschrijft. Wat is er hierdoor in je gevoel verandert?
Bullshit interventie #2: gekke bek
Probeer het volgende eens te doen: steek je tong uit naar links en knijp je rechteroog dicht.
Ga nadat je het gedaan hebt na hoe je dit uitgevoerd hebt. Durfde je te doen en jezelf te herstellen (geeft een goed gevoel vanwege de snelle actie en een lach) of ‘bedacht je eerst hoe het moest zijn’ en probeerde je het daarna correct uit te voeren? Dat laatste is soms beter qua uitvoering in het begin maar kost veel energie en is minder leuk. Gun jezelf de lol van herstellen achteraf: doe het eens heel snel 10x achter elkaar. Is het al een beetje geautomatiseerd?
Een variant voor als deze je lukte: blaas je rechterkaak vol en knipoog met je linkeroog. Mogelijk lukte deze je ook niet gelijk (of ging het de 2e of 3e keer alsnog fout. Da’s niet erg natuurlijk. Zolang je kunt lachen terwijl je leert, dan komt het wel goed!
Bullshit interventie #3: creatieve workout
De meeste mensen vinden het lastig om te beginnen met een creatief project. Óf omdat ze nog niet weten wat het wordt, omdat ze het té goed weten in hun hoofd (en nu de inspiratie missen het te gaan doen) of doordat ze simpelweg niet opgestart komen. Daarom is het goed om simpelweg af te spreken met jezelf dát je gaat beginnen.
- Bepaal vooraf hoeveel tijd je gaat besteden aan jouw idee, je probeersel. Hoeveel tijd geef je jezelf elke dag of elke week? Een kwartier, een half uur, een uur? Iets is beter dan niets. So let’s go!
- Houd jezelf aan de vastgelegde tijd. Dus geen afleiding, geen facebook of telefoontjes. Alleen jij en de creativiteit die je aan je product of idee besteed. Begin, ook als je niets kunt verzinnen. Maak je een video en weet je niet wat te zeggen. Zeg dát dan. Of beeld het uit. Zing erbij. Maar maak het concreet. Teken, schrijf of maak een moodboard. Zolang er maar iets uit je komt. In het uiten zie je wat je doet en maakt en kun je bijsturen. Zonder dat je iets ziet is het lastig dat te doen.
- Ontdek tijdens het ‘doen’ of het speelser, gekker, grootser, overdrevener kan. Wanneer je bijvoorbeeld in je dagelijks leven mensen coacht om in zichzelf te geloven.. hoe zou het dan zijn als jij als en soort van superheld alle gevoelens van ongemak van de aarde verdrijft? En doe je dit door heel hard te blazen of heb je een ander uniek talent? Hoe zou je plakken/knippen of schilderen dat je als psycholoog mensen niet helpt met hun trauma maar dat je een trauma-fluisteraar bent die de ‘nasty herinneringen’ in iemand kan opnorren en deze in roze fluffigheid wikkelt zodat de nare herinneringen zich beter gaan voelen? Met troetelberen natuurlijk. En zachte pluizige muziek!
- Stop wanneer je tijd om is. Ja, dus ook als je wilt doorgaan. Stop halverwege een zin, een pennenstreek of beweging. Het is beter jezelf te trainen in het gevoel van ‘liever doorgaan’ dan dat je hetgeen je maakt of doet perfect doet.
- Wees trots. Of eigenlijk… wees tevreden. Want het gaat niet om het eindproduct maar het feit dat je speels aan de slag bent gegaan. Dat je jezelf aan je voornemen hebt gehouden en jezelf dit leerproces hebt gegund. En wie weet… als je terugkijkt op hetgeen waar je aan gewerkt hebt, zit er misschien als bonus ook nog wel iets bruikbaars of een kern van waarheid in.
Conclusie: als we ‘durven ervaren’ leren we niet enkel met ons brein maar met ons hele lijf. Ondernemen wordt door beide in te zetten niet alleen leuker maar ook veel grappiger. En dat is wat ik jou gun!