“Wij zijn gewoon heel anders,” zei mijn broer laatst tegen me. “Jij houdt bijvoorbeeld van leren.”

Ik keek hem aan en zei met een grijns: “eigenlijk houd ik helemaal niet zo van leren.” En ik liet het daarbij.

Wat hij zei, klopte namelijk maar half. Ik doe inderdaad vaak opleidingen, maar niet omdat ik zo geniet van leren op de traditionele manier. Sterker nog: ik heb een broertje dood aan van opdrachten die de theorie toegankelijker maken (laat staan ‘leuk’), verplicht grote lappen tekst lezen of theorie stampen.

Toch blijf ik mezelf inschrijven voor cursussen, trainingen en opleidingen. Waarom? Omdat mijn intuïtie me vaak zegt dat ik ergens bij moet zijn. Niet om de kennis of diploma’s, maar om de ervaringen of inzichten die ik nergens anders krijg.

Ik zoek ook plekken waar ik mensen ontmoet die mijn vragen begrijpen. Vragen die misschien te groot, te abstract of te ongewoon lijken voor een doorsnee gesprek. Opleidingen kunnen ontmoetingsplekken zijn — een soort tijdelijke gemeenschap van nieuwsgierigheid en gedeelde zoektocht.

En misschien wel het belangrijkst: ik doe opleidingen omdat ik woorden wil krijgen voor wat mijn ervaring me al heeft geleerd. Soms voel je iets heel sterk, maar heb je nog geen taal om het te delen of te doorgronden. Nieuwe concepten, theorieën en perspectieven kunnen die ervaringen ineens verhelderen. Alsof iemand een raam opendoet en er frisse lucht naar binnen stroomt.

Het gaat mij dus niet om leren als doel op zich. Het gaat om in beweging zijn, om nieuwe paden bewandelen en kijken wat ik daar tegenkom. En om mezelf tegenkomen in die beweging.

Dus ja, mijn broer en ik zijn anders. Maar misschien gaat het niet om houden van leren, maar om houden van leven — in al z’n verwarrende, uitdagende, en soms prachtige chaos.

Doet niet iedereen dat op zijn eigen manier? Ja toch? Zijn we daarin gelijk. 😉🙃