In bijna elke lerarenopleiding leer je het: stel vooraf duidelijke doelen, geef structuur aan je les, en kijk achteraf of je hebt bereikt wat je wilde. Reflectie gebeurt meestal ná afloop, op papier of in een nagesprek.

Maar in de praktijk werkt het vaak anders. Tijdens een les gebeurt er van alles wat niet in een draaiboek past: een leerling die onverwacht emotioneel wordt, een klas die niet reageert zoals je had verwacht, een opmerking die de sfeer plotseling verandert. En precies daar, in dat onverwachte, zit misschien wel de echte kern van onderwijs.

Fysicus en filosoof Karen Barad laat zien waarom. Volgens haar draait verantwoordelijkheid niet om controleren wat er gebeurt, maar om het vermogen te antwoorden op wat zich aandient, precies in het moment. Ze noemt dat respons-ability: het vermogen om te reageren op het verschil dat ontstaat. Niet achteraf. Niet later aan je bureau. Maar nu, terwijl het gebeurt.

Voor leraren betekent dat iets fundamenteels. Niet alleen na de les evalueren, maar tijdens de les aanwezig zijn bij de momenten die schuren, haperen of ontsporen. Niet om zo snel mogelijk ‘terug naar het plan’ te gaan, maar om te onderzoeken wat het verschil je vertelt. Waar stokt de energie? Waar wil iets gezien worden dat je niet hebt gepland? Waar roept de werkelijkheid om een andere stap dan je had bedacht?

Dat vraagt om lef. Om te stoppen met uitleggen als je merkt dat je klas afhaakt. Om te luisteren naar een onverwachte vraag, zelfs als die je halve les overhoop haalt. Om te vertrouwen dat leren niet altijd netjes verloopt, maar zich vaak pas echt verdiept als je het controlemechanisme durft los te laten.

Lesgeven wordt dan minder een kwestie van uitvoeren, en meer een kwestie van aanwezig zijn. Van kunnen zien wat er werkelijk gebeurt, en daarop antwoorden zonder alles dicht te organiseren. Niet je lesdoelen zijn heilig, maar de ontmoeting die zich in het moment ontvouwt.

Wie onderwijs zo benadert, leert niet alleen leerlingen iets over de wereld, maar laat ze vooral zien wat het betekent om werkelijk in contact te staan met jezelf en met anderen. En misschien is dat wel het belangrijkste dat je als leraar kunt leren en kunt doorgeven. Zijn leerlingen écht op hun toekomst voorbereid.

Dus dan is de verantwoordelijkheid die docenten dragen niet om hun les perfect af te maken, of te reflecteren op dat wat beter kon. Maar om aanwezig te blijven bij wat werkelijk gebeurt en het verschil op te merken dat roept om gezien te worden. Omdat omgaan met verschillen die we continue ook zelf maken, wellicht onze allergrootste menselijke taak is.