Er bestaan geen vaste, onafhankelijke ‘dingen’. Een boom is niets zonder de lucht, de zon en de grond. En ik zou van honger omkomen zonder iedereen die op enige manier voor mijn eten zorgt. Verbondenheid is logisch voor mij.
Daarnaast geloof ik dat er ook geen vaste ‘ik’ bestaat. En dat geldt niet alleen voor mij. Iedereen verandert met de context. Ook de mensen die zeggen: ‘ik ben nu eenmaal zo’.
Wie we zijn vormt zich in relatie; ik ben moeder, cursist, partner, trainer, de liefdevolle, de boze en de angstige. Soms kan ik het vooraf inschatten wat het wordt, meestal overvalt het me. Alles ontstaat gewoonweg in afhankelijkheid, in relatie, in context.
En toch is het lastig de wereld te laten gebeuren zonder het te duiden. Er is iets, er gebeurt iets en mijn brein probeert er meteen naar te grijpen. ‘Ohhh, dit herken ik!’ of ‘Dit betekent dat…’ Maar het leven zelf is nog vóór het denken, de taal, het oordeel of het begrip.
Het is onze geest die vorm en betekenis aan de ervaring geeft. En omdat ik leef in deze maatschappij, is wat ik doe met het leven al lekker gekleurd door het systeem waar ik in zit. De bril die ik opheb zonder dat ik er erg in heb. Ik zie lichtblauw en donkerblauw, zonder te beseffen dat er mensen op deze planeet zijn die het onderscheid niet kunnen zien. Net zoals er mensen zijn die vijftig vormen van sneeuw kunnen onderscheiden terwijl ik daar wellicht drie variaties in zie.
Wat ik ervaar is gekleurd, wat ik label is gevormd en het vormt ook weer wat ik goed of niet goed vind. Zo leerde ik dat je ziek bent als je afwijkt van de functionele norm. Dat kinderen moeten worden gevormd tot zelfstandige burgers. Dat succes meetbaar is in groei. En in het liberalistische denken leerde ik dat de mens eigenaar is van zichzelf en altijd naar beter kan streven. Nog voordat ik wist dat het zo heette dat we alles in een ‘discours’ vastleggen leerde ik daarmee dat falen individueel is. Dat je je rot voelen niet mag. Dat kinderwijsheid ondergeschikt is.
Dat je die dingen leert is voor de meeste mensen geen probleem. Totdat je er last van krijgt. Je kind heeft minder kansen in het onderwijs. Je ondervindt last van een overheidsmaatregel of merkt dat succes niet gelukkig maakt. Maar zouden we dit niet vaker collectief mogen doen in onderwijs, in zorg, in beleid, in samenleven?
Wellicht is het zo, dat als we de vanzelfsprekendheid, de norm die zich als waarheid voordoet, af en toe eens bevragen, we onze speelruimte terugkrijgen in werk en samenleven. Dan kunnen we door onze concepten heen kijken en liefhebben, handelen, samenwerken, samen creëren.
Dan kunnen we gezamenlijk zachtjes ‘nee, zo zit het niet’ knikken tegen alles wat zegt: zo is het nu eenmaal. Want niets is nu eenmaal. Alles is nu even.