Met Richelle kwam het perfecte plaatje de klas inlopen. Ze was een 16 jarige jongedame toen ze voor het eerst in mijn klas verscheen. Met ronde blozende wangen en haar haar losjes in een staart keek ze om zich heen naar het tafeltje dat ik voor haar klaar had gezet en ondertussen nam ze de rest van de klas rustig in zich op. Prachtig hoe ze daar stond, fier, zelfbewust en nergens bang voor.

De eerste dagen maakte ze prettig contact met mij en haar medeleerlingen. Ze kreeg een vriendin en was ook bij de andere ‘groepjes’ op het schoolplein welkom voor een praatje. Ook daarin zag je hoe groot en sterk ze was. Sommige leerlingen vonden haar kleding raar en soms kwam ze in kleine conflicten. Maar fier liep ze dan met opgeheven hoofd naar iemand anders en met een grote glimlach voegde ze zich daar in een groepje. In onze gesprekjes, die vaak filosofisch van aard waren, werd ook duidelijk dat ze graag las. Aan sport had ze dan weer wel een broertje dood. Haar werk deed ze met veel ijver. Voortvarend ging ze aan de slag in haar schiften. Grote ronde schrijfletters, dat zag ik wel, haar werktempo was behoorlijk. Tijdens de klassikale lessen deed ze erg goed mee en had vrijwel altijd de vragen goed. Leergierig, gezellig… wat wilde ik nog meer?

En toen, aan het einde van dag vier, gebeurde het. Ik stond achter haar en keek over haar schouder mee terwijl ze haar werk maakte. Ik had inmiddels opgemerkt dat ze wel hulp kon vragen ten aanzien van sociale aspecten en ook daar waar het betrekking had op regels en afspraken. Maar ik had haar nog geen vragen horen stellen over haar werk. En omdat ik die week 2 vergaderingen had gehad en een evaluatie, was ik nog niet toegekomen aan het nakijken van haar werkschriften. En daarom stond ik achter haar, om te kijken hoe snel ze werkte en hoe ze haar vragen aanpakte. Ik schrok van wat ik zag. Misschien was mijn emotie hoorbaar, heeft ze een zucht opgepikt die uit mijn mond ontschoot. Ik weet het eerlijk waar niet meer. Misschien was ook enkel het feit dat ik achter haar stond voldoende om haar te triggeren.

Wat er gebeurde was dat zij als in een wervelwind haar stoel naar achter schoof, die omviel en nog twee keer opstuiterde. En mij op 5 centimeter afstand van mijn gezicht uitschold voor zaken die ik hier niet zal herhalen. Het kwam zo uit de lucht vallen dat ik geen tijd had om me voor te bereiden. Ik deed kort een stap opzij, wees naar de deur en zei; ‘ga maar even afkoelen’.

Ik liep terug naar mijn bureau en zakte neer op mijn stoel. De klas was stil maar in mijn hoofd raasde het gebeurde nogmaals op volle sterkte voorbij. Op dat moment herinnerde ik me pas het werk wat ik had gezien. De 2VMBO werkboeken waren beantwoord alsof ze een 8-jarige was. Zo onvolledig, onvolmaakt en onbeholpen. Met zelfs nietszeggende woorden ertussen om de regels op te vullen. Ik baalde dat ik het blijkbaar te druk had gehad die week om me te bekommeren om het werk van mijn nieuwkomer.

Ik kon me niet voorstellen dat ze het expres deed. Ik wist niet welk probleem ze had met begrijpend lezen of opgaven maken, daarover stond niets in haar dossier. Het perfecte plaatje bleek in werkelijkheid minder perfect. Vanuit dat besef kon ik me haar reactie een stuk beter voorstellen. In mijn hoofd vergeleek ik het werk wat ik van haar had gezien en vergeleek dit met het beeld wat ik eerder van haar had gekregen. Ik wist niet welk probleem of leerstoornis erachter zou zitten. Ik wist wel dat het heel vervelend kon voelen.

Ik liep naar de gang. Daar zat ze, haar knieën opgetrokken, armen over elkaar heen gekruist en haar hoofd voorovergebogen. ‘Als we ons heel rot voelen’, zei ik tegen haar, ‘dan kunnen we op drie manieren reageren’. ‘We kunnen heel erg boos worden (zoals jij net deed), we kunnen ons heel erg aan gaan passen en proberen om ‘het goed te doen in de ogen van de ander’ en we kunnen ons terugtrekken, kleiner maken en proberen zo min mogelijk op te vallen. Volgens mij herken jij het gevoel wat ik bedoel, klopt dat?’

Geen reactie, niet eens een blik van Richelle. Ik keek om, naar de klas die nog rustig aan het werk was, maar die ik niet te lang alleen kon laten. Ik haalde adem en zei: ‘Rot is dat he? Als je het wel kunt maar als het er gewoon niet uitkomt’. Haar hoofd kwam omhoog, de ogen vochtig. Was dit vanuit herkenning op wat ik zei of vanwege haar eerdere emotie? Ik wist het niet en ging door. Ik had nog tijd voor 1 opmerking voor ik terug moest…

‘Heeft iemand ooit begrepen waar je moeite mee hebt? Jou uitgelegd hoe je het beste kunt werken?’ Ze keek me aan, knikte nee en zuchtte. Ik knikte naar de klas. ‘Ik moet terug’, zei ik en stond op. ‘Ik spreek je straks nog wel, oké? ‘

Ze kwam een halve minuut later naar binnen. Ging aan haar tafeltje zitten en klapte haar boeken dicht. Zo wachtte ze rustig tot het einde van de lesdag. Ik liet haar….

Drie weken later kwam ik weer achter haar staan. Ik zag de vragen die ze over had geslagen en boog me voorover en fluisterde zacht: ‘Jessica is ver genoeg met haar taken. Als je naast haar gaat zitten dan kan ze de vragen aan je voorlezen die je tot nu toe niet gelukt zijn’. Ze zuchtte, zag er zichtbaar opgelucht uit. Ze sloeg haar boeken dicht en pakte ze op om naast Jessica te gaan zitten.

Dat was één van de oplossingen die ze bedacht had. Inmiddels was (met behulp van enkele testen door onze orthopedagoge) duidelijk dat Richelle NLD (een non-verbale leerstoornis) had. Nooit herkend als zodanig en daardoor altijd overvraagd door haar omgeving. Doordat ze auditief zo sterk was en goed meekwam met klassikale lessen verwachtten de leerkrachten veel te veel van haar. Haar grote mond en agressiviteit, waren als een ‘camouflagedeken over haar schaamte’, voor haar diepe pijn vanbinnen.

Langzaam pelden we samen de pijn af, kwamen bij de zachte hulpvraag, gingen op zoek naar oplossingen voor haar problematiek. Van duidelijke structuur (mondeling nog eens doorgenomen aan het begin van de dag), tot het minimaliseren van schrijftaken, indien mogelijk ook nog eens op de pc en ook haar favoriete oplossing; samen mogen werken met anderen in de klas. Want dáár kon ze haar sterke sociale kant bij inzetten, als tegenbalans voor de moeite die het haar kostte de benodigde hulp te accepteren. Maar die verandering zagen we alleen in de klas, waar ze zich veilig genoeg voelde om ook haar zwakheden te laten zien en eraan te werken. Op het schoolplein stond ze als vanouds, net zoals ze die allereerste dag mijn klas binnenkwam… fier, zelfbewust en nergens bang voor!