Volgens de Big Five theorie over persoonlijkheid kunnen we mensen indelen aan de hand van hun persoonlijkheid op 5 kenmerken. Deze kenmerken – extraversie, neuroticisme, altruïsme, consciëntieusheid en openheid – zijn de belangrijkste eigenschappen die verklaren waarom mensen van elkaar verschillen. Eerder schreef ik een blog over het feit dat dé HSP’er niet bestaat (en we niet allemaal altruïstische lieverdjes zijn). In deze blog zoom ik in op het persoonskenmerk dat we als HSP’ers allemaal overeenkomstig hebben: openheid voor ervaringen.
Nu ben ik in het algemeen niet van de gedragtyperingen. En toch… beter begrijpen wat ‘openheid voor ervaringen’ inhield heeft me veel geleerd over mezelf. Openheid verwijst in algemene zin naar de mate waarin mensen open staan voor het leven. Dus niet zozeer of je interpersoonlijk benaderbaar bent maar meer of je ontvankelijk bent voor nieuwe ervaringen en open staat voor een nieuw idee. Hoe receptief je zeg maar bent. Mensen die hoog scoren op openheid zijn intellectueler, nieuwsgieriger en fantasievoller dan mensen die laag scoren, wat een openheid naar nieuwe ideeën weerspiegelt.
Open mensen zijn minder dogmatisch en intellectueel bescheidener. Dit betekent dat wordt beseft dat jouw waarheid wellicht niet de waarheid is omdat die niet bestaat, en afhangt van hoe je kijkt. Ze houden minder sterk vast aan hun overtuigingen en staan open voor nieuwe gezichtspunten in hun kijk op de wereld. Open mensen zijn toleranter voor andere meningen. Dat betekent dat mensen die hoog scoren op openheid in algemene zin minder conflicten hebben dat minder open mensen. Ook is aangetoond in onderzoek dat ze minder snel bevooroordeeld zijn omdat ze meer openstaan voor verschillende culturen, geloofsystemen, ideeën en soorten mensen.
Hoogscoorders zijn flexibeler in hun gedrag, nieuwsgierig bereid om dingen eens op een andere (nieuwe) manieren proberen te doen. Avontuurlijk en creatief van aard. Ze vinden het leuk om de geest en zintuigen te stimuleren, bijvoorbeeld door naar kunst te kijken, naar muziek te luisteren, exotische gerechten te proeven en literatuur of poëzie te lezen.
Ze zullen niet snel zeggen ‘dat ze dingen op een bepaalde manier doen alleen al vanwege het feit dat ze het altijd op die manier hebben gedaan’. Een open persoon houdt van afwisseling in zijn dagelijks leven en snakt naar nieuwigheden. Door open te staan voor nieuwe ideeën, ervaringen en manieren van doen, leven mensen met een hoge openheid minder traditioneel en conventioneel. Ze hebben vanuit zichzelf geen sterke behoefte om te voldoen aan sociale verwachtingen (al kan het leven hen wel angstig maken voor de mening van anderen hierover).
Mensen die hoog scoren op Openness to Experience worden vaak beschouwd als leiders, en eigenschappen zoals creativiteit en flexibiliteit worden geassocieerd met CEO’s, succesvolle kunstenaars en innovatieve denkers. Aan de andere kant heeft een persoon met weinig openheid de neiging om te genieten van routines, houdt hij van voorspelbaarheid en structuur en heeft de neiging om zijn verbeelding niet op regelmatige basis te gebruiken. De overtuigingen komen meestal overeen met de status-quo en zijn of haar keuzes in banen, kleding etc. aankopen gaan meestal gepaard met de gangbare normen.
Openheid blijkt tot slot ook gerelateerd aan opvoedingsstijlen van ouders. Ouders met weinig openheid in hun karakter benadrukken eerder onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en respect voor autoriteit. Ze verwachten van hun kinderen de regels na te leven en tolereren de bezwaren van het kind niet zo snel. Ouders met meer openheid zijn eerder bereid om naar het perspectief van het kind te luisteren en staan toleranter over mild afwijkend gedrag. Eigenlijk moedigen open ouders soms hun kinderen actief aan om hun mening te geven en zelfs om het oneens met hen te zijn.
Esthetische gevoeligheid
Mensen die hoger scoren op openheid hebben een sterkere voorkeur voor esthetische ervaringen dan mensen met een lagere openheid. Daarnaast genieten mensen met een hogere score meer van zintuiglijke ervaringen zoals kunst en muziek en een prachtig landschap en voelen ze zich meer geabsorbeerd en emotioneel ontroerd door dit soort ervaringen.
In een onderzoek naar de reacties van mensen die foto’s van de ruimte bekijken (zoals verbazingwekkende beelden van sterrenstelsels die door de Hubble-telescoop zijn gemaakt) bleek dat deelnemers met hoge scores op openheid deze beelden als meer verbazingwekkend, meer ontzagwekkend, meer ontroerend en mooier beoordeelden. Mensen lager in openheid beoordeelden de beelden minder verbazingwekkend en mooi, en ook saaier. Een andere onderzoek vond vergelijkbare effecten op de reacties van mensen op een stuk expressieve muziek. Ook werd hier aangegeven door de hoogscoorders dat ze kippenvel of koude rillingen ervoeren.
Openheid lijkt hierin op High Sensation Seeking, wat wordt omschrijven als ‘het zoeken naar nieuwe sensaties en ervaringen, bijvoorbeeld in muziek, kunst of door te reizen, en door sociale non-conformiteit’. Marvin Zuckerman ontwikkelde een test gebaseerd op het gegeven dat mensen verschillen in de mate waarin zij een voorkeur hebben voor zintuiglijke prikkels. De spanningsbehoefte – wat samenhangt met een optimale prikkelbehoefte – wordt onderverdeeld in de vier subschalen of kenmerken. Als eerste risicobereidheid (Engels: thrill and adventure seeking): de neiging om activiteiten te ondernemen, die een fysiek gevaar met zich meebrengen. De tweede is ervaringsgerichtheid (Engels: experience seeking): de neiging tot een onconventionele manier van leven, waarbij men gericht is op het opdoen van ervaringen. De derde is behoefte aan verandering (Engels: boredom susceptibility): de behoefte aan een voortdurende afwisseling zowel qua omgeving als in contacten met mensen. En tot slot wordt ontremming (Engels: disinhibition) genoemd. Enkel deze laatste is niet aan openheid te koppelen.
Voor sensitieve mensen die zich hierin herkennen is het belangrijk om zich wel de prikkels te gunnen die ze zo hard nodig hebben. Vanwege het gevaar op overprikkeling hebben zij wellicht de neiging zich snel terug te trekken, af te sluiten of nieuwe ervaringen uit de weg te gaan terwijl de onderprikkeling die hieruit voortkomt hun oorspronkelijke stress weer kan vergroten. Het leven ten volste aangaan, nooit met mate genieten maar wél zorgen voor voldoende ontspanning en stilte daarna lijkt voor hen het beste advies.
Openheid en de overexcitabilities van Dabrowski
De poolse psycholoog Dabrowski zag vijf vormen van ontwikkelingsgerichte innerlijke energie bij mensen. Hij benoemde ze als psychomotorisch (fysiek), sensueel (zintuiglijke waarneming en beleving), intellectueel (activiteit van de geest), verbeelding (voorstellingsvermogen) en emotioneel (intensiteit van de emoties, hoogsensitiviteit). In deze blog schreef ik over de vijf overexcitabilities.
In de theorie van de positieve desintegratie (TPD) van Dąbrowski over de overexcitabilities (OE’s) wordt gezegd dat deze meer voorkomen bij begaafde individuen. Onderzoekers Vuyk, Kerr en Krieshok komen echter tot een vergelijking tussen de conceptualisering van OE’s en de Big-5 persoonlijkheidskenmerken van ‘openheid voor ervaring’. Het blijkt dat bij de Big-5 elke OE gekoppeld kan worden aan een specifiek facet van openheid. Wanneer we ze afzonderlijk benaderen dan zien we het volgende beeld ontstaan:
- Fantasie en verbeelding. Deze openheid/OE-combinatie is misschien een van de combinaties die het dichtst bij elkaar in de buurt komt. Hoogscoorders hebben een actieve verbeeldingskracht, fantaseren constant en geloven dat verbeelding bijdraagt aan een vollediger leven. Ze dagdromen vaak, niet zozeer als een poging om te ontsnappen maar meer om hun rijke en gedetaileerde binnenwereld te ervaren. De imaginaire overexcitability verwijst naar de kracht om dingen levendig voor de geest te halen, waarbij door verbeelding een krachtig vermogen ontstaat om metaforen te visualiseren en gebruiken. Fantasierijke mensen dagdromen, fantaseren, creëren en verzinnen levendige verhalen.
- Esthetiek en zintuiglijke geneugten. Artistieke interesses en plezier verschijnen in dit openheidsfacet. Hoogscoorders zijn diep geraakt door schoonheid. Ze waarderen kunst en laten zich meeslepen door muziek, poëzie, theater of beeldende kunst. Artistiek talent is niet nodig voor hoge scores en evenmin voor overeenstemming met de gangbare schoonheidsnormen. De sensuele overexcitability beschrijft intens genieten door de zintuigen en actief genot zoeken. Mensen met een sensuele OE hechten veel waarde aan plezier dat ze uit hun zintuiglijke ervaring ontvangen en kunnen emoties door hun zintuigen uiten. Ze houden van aandacht, fysieke verschijning en schoonheid. Het belang dat wordt gehecht aan zintuiglijke input en genot van schoonheid lijkt in beide beschrijvingen gebruikelijk.
- Emoties en gevoelens. Dit beschrijft de openheid van de persoon voor zijn eigen gevoelens en neiging om een breed scala aan emotionele ervaringen te hebben, zowel in de diepte als in de verscheidenheid. Hoogscoorders voelen alle emoties met meer intensiteit dan anderen. Ze zijn ontvankelijk voor emoties en geloven dat deze erg belangrijk zijn in het leven. De emotionele overexcitability creëert emotionele ervaringen die intens zijn in zowel variëteit als diepte en een hoog bewustzijn van emoties. Of ze nu geremd en verlegen of opgewonden en enthousiast zijn, individuen kunnen afwisselen tussen extremen. Emoties uit het verleden blijven aangrijpend, wat kan wijzen op een buitengewoon affectief geheugen. Beide beschrijvingen omvatten variëteit en diepte van gevoelens.
- Acties en beweging (psychomotorisch). Deze combinatie lijkt de laagste conceptuele overeenkomst te hebben. Hoe dan ook, men kan nog steeds pleiten voor hun gelijkenis. In het openheidsfacet acties genieten hoogscoorders van nieuwheid en variëteit in hun bezigheden. Ze willen graag actie en zijn bereid om uit hun comfortzone te stappen voor de lol. Ze hebben een hekel aan routines en kunnen zich daarin verstrikt voelen. Mensen met een psychomotorische overexcitability moeten bewegen en kunnen rusteloos lijken. Druk om te handelen komt tot uiting in hun hoge energie en opwinding. De noodzaak om actie te ondernemen en de energie van dergelijke acties worden beschreven door beide factoren.
- Ideeën en intellect. Dit is misschien is de meest voorkomende ervaring van openheid voor ervaring, met name bij hoogbegaafden te zien in de liefde voor leren en de sterke nieuwsgierigheid. Dit komt ook terug in het openheidsfacet ideeën. Er is op dit onderdeel een relatie met het IQ te leggen. Mensen die hoog scoren in ideeën vertonen een ongewone mate van intellectuele nieuwsgierigheid en willen onderliggende mechanismen begrijpen. Ze zijn bereid om nieuwe en onconventionele ideeën te overwegen, genieten van filosofie en uitdagende debatten. De intellectuele overexcitability verwijst naar nieuwsgierigheid en gretigheid om te leren. Deze geesten werken snel en voeren ingewikkelde taken uit. Ze streven naar beheersing van een mentale taak en begrijpen de stappen voor voltooiing. Complexe vragen voldoen aan hun intellectuele nieuwsgierigheid. Stapsgewijze analyse karakteriseert deze denkers die theorieën maken en ideeën genereren. Beide beschrijvingen gebruiken vergelijkbare woorden om nieuwsgierigheid en een sterke behoefte aan kennis te verwerven.
- Waarden. Het belang dat wordt toegeschreven aan persoonlijke waarden en overtuigingen komt tot uiting in het laatste openheidsfacet. Hoogscoorders beschrijven personen met een lage waardering voor autoriteit of traditie; ze zijn bereid om sociale, politieke en religieuze waarden te herzien wanneer dat nodig is en vormen als zodanig een perfecte tegenpool van dogmatisme. Ze geloven dat er geen absoluut goed en slecht is. Geen enkele overexcitability lijkt met dit openheidsfacet overeen te stemmen al noemt Dabrowski deze eigenschap wel in zijn theorie
Is openheid de sleutel tot multi-potentials?
Sinds de TEd talk ‘Why some of us don’t have one true calling’van Emilie Wapnick bij Tedx is de wereld er maar druk mee. De blogs vliegen het internet over en ik zie de ene na de andere loopbaan- of businesscoach zijn of haar klanten vertellen dat het helemaal prima is 1001 ideeën te hebben of een CV vol afwisseling. Interesting stuff waarvan ik altijd al bevroedde dat het een mogelijke link had met de hoogsensitieve mens maar waar ik tot op heden nog niet verder in was gedoken. Uit verschillende onderzoeken blijkt echter dat passie volgens de definitie van GRIT (doorzettingsvermogen en consciëntieusheid) een negatieve correlatie te hebben met openheid voor ervaringen. Dat betekent dus dat mensen die hoog scoren op openheid laag scoort op GRIT.
Hadden ze hoog gescoord op GRIT dan lieten ze zich niet afleiden door nieuwe ideeën en projecten. Dan zouden ze het type persoon zijn dat ‘alles op alles zette’ voor het bereiken van hun doel. Aangeboren openheidsfactoren laten echter juist een overload aan creativiteit zien, vaak te merken aan duizenden projecten waar vlot aan is begonnen maar net zo snel weer van is afgehaakt. Creatieve geesten zijn het dus, die hoogscoorders op openheid. Nieuwsgierig en met brede interesses. Multi-potentials en creatieve generalisten die ervan houden om in een onderwerp te duiken maar stress krijgen bij de gedachte dat er te weinig afwisseling is en die niet wil kiezen voor een specialisme, omdat hij of zij vindt dat kiezen verliezen is…
Ben jij meer of minder open?
Omdat openheid normaal verdeeld is in de samenleving zullen de meeste mensen een gemiddelde nieuwsgierigheid naar nieuwe zaken tonen, dogmatisch reageren op zaken die voor ons belangrijk zijn en andere zaken makkelijker kunnen veranderen. Maar omdat er ook mensen zijn die in de uitersten vallen is het interessant om eens te zien hoe je tegen hen aankijkt.
Is nieuwsgierigheid, verbeeldingskracht, nieuwe dingen proberen, openstaan voor nieuwe ideeën een fantastische kwaliteit? Is dit een teken van psychologische volwassenheid? Is de minder open-minded-persoon die conventioneel leeft veel minder wenselijk? Of is de open persoon voor jou eerder een beetje wazig? Wispelturig? Instabiel? En zijn de minder open mensen geaard, betrouwbaar en stabiele persoonlijkheden?
Je reactie zou je wellicht kunnen vertellen hoe je zelf bent. Het blijkt namelijk dat ‘soort zoekt soort’ opgaat voor deze persoonlijkheidskenmerken. Minder open mensen vinden openheid verontrustend terwijl open mensen anderen met dit kenmerk stiekem een beetje bewonderen. Of zoals evolutionair psycholoog Geoffrey Miller zegt: “Regardless of where you are on that spectrum, those less open than you seem boring, dull, conventional, and conformist, whereas the more open seem eccentric bizarre, disruptive, threatening, or even psychotic.”
Dus als je denkt dat iedereen om je heen saai is, dan ben je relatief open; als je denkt dat ze gek zijn, ben je relatief gesloten. En dat maakt dan weer dat we ertoe neigen vriendschappen en relaties aan te knopen met mensen die ongeveer dezelfde mate van openheid hebben als onszelf.
Referenties:
- Anton Alujaa,*, O ́ scar Garcı ́ab, Luı ́s F. Garcı ́ac (2003) Relationships among extraversion, openness to experience, and sensation seeking. Personality and Individual Differences 35 pag. 671–680
- Costa, P. T., & McCrae, R. R. (1992). Revised NEO Personality Inventory (NEO-PI-R) and NEO Five-Factor Inventory (NEO-FFI) manual. Odessa, FL: Psychological Assessment Resource
- George Miller (2009) Spent: Sex, Evolution, and Consumer Behavior. Viking Publiced by Penguin Group.
- Grohman, M. G., Ivcevic, Z., Silvia, P., & Kaufman, S. B. (2017). The role of passion and persistence in creativity. Psychology of Aesthetics, Creativity, and the Arts, 11(4), 376-385.
- Vuyk, M. A., Krieshok, T. S., & Kerr, B. A. (2016). Openness to experience rather than overexcitabilities: Call it like it is. Gifted Child Quarterly, 60, 192–211. doi:10.1177/0016986216645407
- Piechowski, M. M. (2006). Mellow out, they say. If I only could: Intensities and sensitivities of the young and bright. Madison, WI: Yunasa Books