Als kind van de jaren zeventig had ik echt wel de mogelijkheid om me te verdiepen in geschiedenis en politieke zaken. Maar het interesseerde me destijds niet. Nu pas, nu ik tegen de vijftig loop, merk ik dat ik hiernaar kan kijken. Niet omdat ik veranderd ben, maar omdat de wereld heel voorzichtig een andere waarheid (ook) laat zien. We horen tegengeluid, terwijl dat jaren anders is geweest.

Geschiedenis is geen opsomming van overwinningen, maar een complex verhaal dat ons laat zien hoe macht en onderdrukking verweven zijn. Als kind al was ik me bewust van de onmachtige positie die de Native Amerikanen hadden tegenover niet enkel de superieure gevoelens van de Europeanen, maar ook de vreemde ziekten die ze meebrachten. Ik wist dat er weinig ‘verlichts’ was aan de verlichting en dat het ons eigenlijk enkel verder van ons menszijn wegbracht. Ik besefte dat de Gouden Eeuw slechts een eenzijdige kijk was. En dat er gruwelijkheden gebeurd waren waar mensen nog eeuwen onder zouden lijden, tenzij we bereid waren hun kant van het verhaal te zien. Ik werd echter op school niet gevraagd om hier een tegendraadse mening over te vormen. Ik moest het uit mijn hoofd leren: de namen, de data, de feiten, zodat ik het kon reproduceren. Dat kón ik niet; hoe kon ik trots zijn op iets waar ik me eigenlijk niet in herkende?

De patronen van macht en uitsluiting die ik toen ontdekte, zijn echter geen verleden tijd. Ook in de huidige geopolitieke kwesties zien we dezelfde thema’s terugkeren. Alle geopolitieke gebeurtenissen zijn doordrongen van de wijze waarop we deze verhalen vertellen. Ze getuigen niet enkel van macht, maar weerspiegelen in hun taal ook de dynamieken van uitsluiting en verschil. En alles daarin was met elkaar verbonden, net zoals dat nu nog altijd zo is. Ook de huidige kwesties – Trumps overwinning, de oorlog tussen Poetin en Oekraïne, het conflict in Gaza en het antisemitisme waar we steeds vaker over horen – kunnen we niet als “afzonderlijke” gebeurtenissen zien. Dergelijke gebeurtenissen zijn verweven met diepgewortelde historische en culturele structuren, met betekenissen die worden opgebouwd en opnieuw worden gedefinieerd door taal en ideologie.

De landen die nu in oorlog zijn of vreemdelingen willen buitensluiten lijken misschien een constante op een afgedrukte wereldkaart, maar bevinden zich eerder in een constant proces van ontregeling: wie ze zijn, wat ze verdedigen, wie erbij hoort en wie niet. Tegelijkertijd komen het lijden en de ontheemding van al deze volkeren en mensen voort uit botsende betekenislagen die zijn ingegraven in religieuze, nationale en culturele verhalen.

Onze taal geeft macht en ideologie subtiele invloed. Het praat zaken goed, omdat we niet tégen de betekenis van het woord in mogen of kunnen gaan, en inhoudelijk er niet meer over praten. Maar woorden zoals “zelfverdediging,” “bezetting” en zelfs “recht op bestaan” zijn beladen met vooronderstellingen die altijd al politiek gekleurd zijn. We zouden mogen ingaan op de retoriek die aan beide zijden wordt toegepast en vragen stellen over hoe dit conflict door taal en media wordt versterkt, waarbij een werkelijke dialoog wordt verhinderd en de mogelijkheid van vreedzaam samenleven steeds opnieuw wordt uitgesloten.

Wanneer we bepaalde vormen van onderdrukking benoemen als toegenomen of ‘ernstiger,’ zetten we onbewust een hiërarchie in leed neer. Dit benadrukt een probleem dat opgelost moet worden, maar versterkt ook concurrentie tussen vormen van slachtofferschap.

Als we bijvoorbeeld zeggen dat antisemitisme toeneemt, vergelijken we het met iets anders. Dan lijkt het alsof andere vormen van onderdrukking afnemen, of dat het eerder ‘minder’ was in het verleden. Zulke uitspraken veronderstellen een hiërarchie van leed en moreel gelijk. We behandelen het als ‘feit’ en hebben het daarmee tot een probleem gecreëerd dat opgelost mag worden. Maar is het niet onze ethische verantwoordelijkheid om álle vormen van onderdrukking – of het nu antisemitisme, islamofobie, racisme of etnische onderdrukking is – te erkennen en te deconstrueren?

Er is nu, in het huidige debat, eindelijk ruimte voor tegengeluid. Voor een andere visie. Het is echter aan ons om te zorgen dat deze genuanceerd blijft en niet verder polariseert. Laten we niet concurreren over ‘voor wie dit het ergste is,’ maar dagelijks en onophoudelijk de uitnodiging aannemen om te zien dat pijn voor niemand fijn is. Er is geen winnaar van trauma. Ook mild verdriet kan, wanneer het ongeuit blijft, immers verscheurend zijn. Laten we daarom de ‘ander’ werkelijk erkennen – een betrokkenheid die ons uitnodigt verder te kijken dan onze bestaande categorieën en ons helpt verantwoordelijkheid te nemen voor de wijze waarop we betekenis geven aan de wereld.

– – – – – – – – – – –

Meer lezen? Kijk dan eens naar de volgende boeken:

Orientalisme – Edward W. Said

Gastvrijheid (Kleine Klassieken ) – Jacques Derrida

Het begin van alles – David Graeber

Piratenverlichting – David Graeber

Over het kolonialisme – Aimé Césaire

De vrouw als zondebok – Silvia Federici

Ik zal niet haten – Izzeldin Abuelaish

Hoe houd je je hart zacht – Natascha van Weezel