We vertrouwen elke dag op onze zintuigen. We zien, horen, ruiken, proeven en voelen de wereld om ons heen. Dit lijkt vanzelfsprekend. Maar stel dat deze manier van waarnemen ons juist iets fundamenteels laat missen. Dat wat we denken te zien, eigenlijk maar een klein stukje is van wat er werkelijk speelt.
Onze zintuigen werken binnen een wereldbeeld waarin er een duidelijke scheiding is tussen ‘onszelf’ en ‘de wereld buiten ons’. Ze zijn getraind om onderscheid te maken tussen objecten: ik zie dat, ik hoor dit. Maar er is meer dan dat.
Denk aan een gesprek waarin iemand zegt: “Het gaat prima,” maar je tóch voelt dat er iets wringt. Of een situatie waarin alles logisch lijkt, maar iets in je lichaam aangeeft: “Nee, dit klopt niet.” Op papier is er niets aan de hand, maar onder de oppervlakte beweegt er iets. Je voelt het, maar kunt het niet meteen benoemen.
Als we puur op onze ogen en oren vertrouwen, zien we de wereld als een verzameling dingen: een tafel, een boom, een mens, een stem. Maar zodra je fijner begint te voelen, merk je iets anders. Je ziet niet alleen een gesprek, je voelt de spanning erin. Je hoort niet alleen woorden, je merkt hoe de toon verandert zodra een bepaald onderwerp ter sprake komt.
Je hebt het misschien weleens meegemaakt. Je loopt een kamer binnen en voelt direct of er spanning hangt. Niemand heeft iets gezegd, er is geen ruzie, en toch weet je het. Of je bent met iemand in gesprek en ineens verandert de sfeer. Wat er precies gebeurde? Geen idee. Maar de dynamiek is anders.
Veel mensen die een moeilijke jeugd hebben gehad of trauma hebben ervaren, zullen dit herkennen. Ze voelen spanning in een kamer, merken minieme veranderingen op in hoe iemand zich gedraagt en gebruiken dat als een overlevingsstrategie om zichzelf te beschermen. Maar dat is iets anders dan het subtiele voelen waar ik hier over spreek.
Subtiel waarnemen is niet nieuw.
In veel tradities (bv het Boeddhisme) wordt subtiel waarnemen erkend als een manier om voorbij dualiteit te kijken. Niet alleen zien ‘wie’ en ‘wat’ er is, maar voelen hoe dingen samenhangen en zich ontvouwen.
Dat subtiele voelen, het oppikken van verschuivingen voordat ze grofstoffelijk zichtbaar worden, is geen extra vaardigheid. Het is essentieel. Niet alleen in gesprekken, maar overal. In samenwerkingen, in leiderschap, in opvoeding en onderwijs, in creativiteit en zelfs in de meest alledaagse keuzes.
Als je alleen kijkt naar wat zichtbaar is, loop je achter de feiten aan. Dan merk je pas dat een team niet lekker loopt als er al conflicten zijn. Dan zie je pas dat een beslissing niet werkt als de schade al is aangericht. Maar als je leert afstemmen op hoe iets in het moment beweegt, kun je reageren voordat het vastloopt.
Hoe je dit zelf kunt toepassen
We denken vaak dat kennis iets is wat we verzamelen, iets wat je leert en toepast. Maar echte wijsheid werkt anders. Je leert niet wat loslaten is door erover te lezen. Je leert het door te voelen wat er gebeurt als je stopt met trekken en duwen. Je leert vertrouwen niet door het concept te begrijpen, maar door te merken hoe het ontstaat tussen mensen.
Stel je een muzikant voor die improviseert. Die persoon kan niet voorspellen hoe de muziek zich zal ontvouwen, maar luistert met het hele lichaam, speelt met de kleinste signalen en beweegt mee met wat er ontstaat. Dat is een vorm van weten die niet uit een boek komt.
Hetzelfde geldt voor een leraar die een klas aanvoelt en precies weet wanneer hij moet ingrijpen en wanneer hij de kinderen hun eigen gang moet laten gaan. Of een arts die niet alleen naar testresultaten kijkt, maar iets oppikt in de manier waarop iemand zich beweegt of ademhaalt, en daardoor precies weet wat er nodig is.
In plaats van te vertrouwen op kant-en-klare antwoorden, vastgelegde regels of wat ‘logisch’ lijkt, kun je leren luisteren naar wat er in het moment gebeurt. Niet door vast te grijpen, maar door te merken hoe iets zich ontvouwt.
Je hoeft niet altijd te weten wat je moet doen. Soms is het genoeg om te voelen waar iets heen wil.