‘Sorry dat ik te laat ben, heb ik iets gemist?‘ Met die woorden viel de teamleider de vergaderruimte binnen. Ik keek haar aan en schudde mijn hoofd terwijl ik mijn lippen tuitte om aan te geven dat ze gemakkelijk bijgepraat kon worden.

Aan de tafel zat een redelijk groot gezelschap. Naast mij als zorgcoördinator was ook de orthopedagoge aanwezig, de mentor van de leerlinge welke besproken werd en Evert, de leraar die dit gesprek had aangevraagd.

Anderhalve week ervoor was hij mijn kamer binnengevallen. Het schuim nog net niet op de lippen terwijl hij eiste dat ‘dit kreng’ van school zou gaan. Hij sprak over Sarah, een leerlinge die tot op heden probleemloos door haar middelbare school was gerold. Waar eigenlijk alle leraren over te spreken waren. Een lief meisje. Soms wat stil, soms zo vrolijk dat ze er de hik van kreeg. In ieder geval geen leerlinge bij wie ik deze reactie had verwacht.

Zelf had Evert nog maar een paar maanden te gaan tot zijn pensioen. Een overgang in zijn leven waarvan ik dacht dat hij er een beetje tegenop zag omdat hij het nog altijd zo naar zijn zin had op school. Maar vandaag zag ik duidelijk een ander kant van hem.

Hij brieste door. Hoe haalde ze het in haar hoofd om uitgerekend na al die jaren trouwe dienst in het onderwijs – waarin hij naast zijn driejaarlijkse griepje nooit afwezig was geweest – er nu voor te zorgen dat ie op de valreep overspannen thuis kwam te zitten?

Ik keek hem aan, voelde de noodzaak van zijn verzoek aan mij en stelde voor om Sarah binnenkort tijdens het leerlingoverleg te bespreken. Hij had geknikt, gezucht en zich omgedraaid met de woorden ‘beter mijn tijd verdoen aan zo’n overleg dan dat ik helemaal afbrand’.

Voor dit overleg zorgde ik ervoor dat ik, naast het uitnodigen van de betrokkenen, de leerlinge tijdens drie verschillende momenten in de week ervoor kon observeren. Ik koos altijd een vrije situatie en twee momenten dat ze in de les zat. Omdat de school een open structuur had was het eenvoudig om leerlingen van een afstand te observeren. Vaak had men niet eens in de gaten dat ik even op afstand met een leerling meekeek.

Ik had Sarah het eerste observatiemoment gezien in de ochtend. Ze kwam alleen de school binnen, hoofd omlaag en diep weggedoken in haar kraag. De vriendelijke begroeting van haar vriendinnen leek haar niet echt te raken. Eigenlijk viel er niet echt iets aan haar op. Een beetje afwezig, met haar hoofd bij andere zaken, zo had ik haar wellicht kunnen omschrijven als ik niet specifiek op haar had gelet.

Het volgende moment was aan het einde van de dag. Opgefokt kwam ze bij Evert het lokaal binnen en ging brutaal bovenop haar tafel zitten, alsof ze direct de strijd aan wilde gaan om maar weggestuurd te worden. De omslag ten opzichte van de ochtend verbaasde me. Maar wat me nog meer puzzelde was haar reactie naar Evert een paar dagen later…

Het was het vierde lesuur, nog voor de grote pauze. Sarah was rustig de klas binnengekomen. Deed haar rugzak open en legde haar boeken op tafel nog voordat Evert erom moest vragen. Net op het moment dat ik me om wilde draaien omdat ik dacht dat er weinig te observeren was hoorde ik Sarah uitvallen. Ik bleef staan, mijn rug naar de klas, en luisterde. Iedere opmerking van Evert kreeg een uithaal terug. Alsof alles wat hij zei olie op het vuur was en gebruikt werd om het vuurtje tussen hen op te stoken. Na een paar minuten liep ik weg. Het verbaasde me niet haar naam later die dag in het klassenboek terug te lezen omdat ze nog tijdens die les er wederom was uitgestuurd. Ik had genoeg gehoord en gezien om het gesprek aan te gaan tijdens de leerlingbespreking.

En daar zaten we dan nu. Evert had zojuist verteld hoe vaak hij Sarah de klas uit had gestuurd de afgelopen weken. Ik keek de kring rond. Had iemand vragen? Een aanvulling waardoor we een ingang kregen om te begrijpen wat hier aan de hand was?

Voor mij zat een geliefd docent. Een warmhartige man die door de leerlingen omarmt werd. Geregeld stonden er nog oud-leerlingen op de stoep die ‘hun meester’ nog even wilden laten weten hoe goed ze het deden op hun vervolg opleiding. Een reactie als deze lag niet in lijn der verwachting. Bevreemdend. Waarom zou een lief, rustig meisje in de aanval gaan? Wat was er met Sarah aan de hand? 

De mentor keek me aan, aarzelde en zei: ‘Ik weet niet of het iets zegt hoor, maar ik kreeg eergisteren moeder aan de telefoon en zei vertelde dat zij en haar man in scheiding lagen. Aan de emoties te horen gaat het er daar thuis nu behoorlijk heftig toe.’

Het was stil aan tafel. Iedereen staarde voor zich uit. Een scheiding. Ja, dat kan wel verklaren dat een leerling ander gedrag vertoont. Maar bij Evert? Zou ze niet juist hem in vertrouwen nemen en vertellen hoe het met haar was?

Maar toen viel me iets in…

Ik nam een hap lucht en keek Evert aan. Vertelde hoe ik haar had gezien. Haar verslagenheid in de ochtend. Het vuur in de namiddag en dat vreemde moment rond de lunch waarbij het leek alsof ze energie aan het verzamelen was om op stoom te komen.

Kan het zijn Evert, dat jij haar nieuwe veilige thuishaven bent geworden? Je weet wel, zoals sommige kinderen het op school prima doen en dan thuis uit elkaar knappen van de te hoog opgelopen spanning. Zou het kunnen dat Sarah dit bij jou doet? Dat ze zich moet uiten, dat de spanning haar lijf uit wil maar het thuis niet veilig genoeg voelt om dat te doen, en ze jouw lessen gebruikt om te ontladen?’

Rondom de tafel blijft het stil. Evert slikt en zegt ‘oh mijn god… ik ben dus een soort surrogaat thuishaven geworden?’  En dan zie ik tranen in zijn ogen opwellen terwijl hij aanvult ‘wat erg dat ik dat niet heb doorgehad.’

We praten nog even na en maken de afspraak Sarah’s gedrag in het licht van de scheiding te zien en aan te kijken wat deze kennis bij betrokkenen teweeg brengt. Een week later loop ik weer bij Evert langs om te kijken hoe het gaat. Op de gang hoor ik al hoe het knettert. De opmerkingen vliegen door de lucht. En wanneer hij me ziet komt ie even met zijn hoofd de hoek om, geeft me een knipoog en zegt ‘zo fijn dat zij nu bij mij kan afschakelen als ze dat nodig heeft. En wat heerlijk dat ik niet meer bang ben dat ik overspannen de AOW in ga.’

Ik knik en mijn hart loopt over van dankbaarheid. Wat heerlijk om met mensen te mogen werken die begrijpen dat het een leerling soms niets anders nodig heeft dan een leraar die hun gedrag gewoonweg begrijpt.