Ik zit in een zaal. De spreker deelt inzichten over hoe we de relatie met jongeren kunnen verbeteren, hoe onderwijs en zorg effectiever kunnen samenwerken, hoe pedagogische structuren versterkt kunnen worden. Mensen knikken. Termen als co-creatie, positieve gezondheid en systeemgericht werken verschijnen op notitieblokken. Het klinkt goed. Het is goed. En toch schuurt er iets.

Niet vanwege wat er gezegd wordt, maar vanwege wat er niet wordt gezegd.

Want telkens weer blijven we steken in variaties op dezelfde vraag: hoe passen we deze inzichten toe binnen het bestaande systeem? Nooit hoor ik iemand vragen: welk systeem creëert eigenlijk de problemen die we zo efficiënt proberen op te lossen?

Dat is onze blinde vlek. We zoeken naar betere methodes, slimmere structuren, effectievere samenwerking, maar blijven ondertussen trouw aan aannames die zelden bevraagd worden. Waarom hebben we systemen gebouwd die stress veroorzaken bij kinderen? Waarom moeten sommige jongeren zich aanpassen aan een systeem dat nooit voor hen ontworpen is? Waarom trainen we docenten in omgaan met gedrag, maar stellen we geen vragen over het onderwijssysteem dat dat gedrag oproept?

We blijven het hebben over oplossingen, maar vergeten te vragen wat het in stand houdt.

Wat gebeurt er als we die vragen wél stellen? Niet als aanklacht, maar als uitnodiging. Niet als ondermijning, maar als begin van iets nieuws. Wat als we de bril durven afzetten waarmee we zo lang naar ‘kwaliteit’ hebben gekeken, en opnieuw leren kijken? Wat als we niet alleen praten over weerbaarheid vergroten, maar onderzoeken waarom mensen überhaupt kwetsbaar worden gemaakt?

Misschien voel jij dat ook weleens. Dat je ergens anders zit in het gesprek. Dat je vragen hebt die niet gesteld worden. Niet om tegendraads te zijn, maar omdat je voelt dat er iets ontbreekt. Iets wat essentieel is, maar niet gezegd wordt.

Dat is geen tekort. Dat is precies wat er nodig is.

Want verandering begint niet bij mensen die weten hoe het moet, maar bij mensen die iets voelen schuiven, al lang voordat het in een beleidstaal gevangen wordt. Mensen die inzien dat het probleem niet zit in falende individuen, maar in structuren die zelf vastlopen. Dat zijn geen dromers. Dat zijn de vernieuwers. Maar ze krijgen zelden een podium.

En dus schuift de verantwoordelijkheid door. De trainer verwijst naar het systeem. De schooldirecteur naar de inspectie. De gemeente naar de wet. En jij blijft achter met je vragen. Alsof het jouw taak is om iets te veranderen, zonder dat je positie dat toestaat. Maar precies daar ligt de sleutel. Niet bij de hoogste positie, maar bij de plek waar het wringt. Waar waarden botsen. Waar regels niet meer voelen als rechtvaardig. Daar zit de hefboom. Daar vind je mensen die niet tegenwerken, maar nog niet wisten dat ze bondgenoten zijn.

En dan wordt het niet alleen een kwestie van vragen stellen, maar van de taal veranderen. Niet vragen hoe we ‘meer doen met minder’, maar waarom ‘minder’ überhaupt de norm is geworden. Niet vragen hoe we evalueren, maar wat we werkelijk belangrijk vinden. Zodra een vraag niet meer in het systeem past, opent ze de ruimte voor een nieuw perspectief.

En dan: beweging. Geen grote verandering, maar kleine verschuivingen. Een school die besluit anders te toetsen. Een zorgteam dat besluit op vertrouwen te werken, al is het maar voor een dag. Een beleidsmaker die luistert naar ervaringskennis alsof het wetenschap is. Dat zijn de breuken waar het nieuwe binnenkomt. Geen theorie. Geen plan. Maar een levende praktijk.

Want systemen veranderen niet omdat iemand het perfecte antwoord vindt. Ze veranderen omdat genoeg mensen stoppen met doen alsof het oude antwoord nog klopt.

Dus stel je vraag. Niet om een antwoord te krijgen, maar om anderen te vinden die hem ook voelen. Misschien spreekt iemand je aan in de pauze. Misschien herkent iemand zich in je blog. Misschien is het maar één collega die zegt: “Ja, dat dus.” Dan begint het. Niet als confrontatie, maar als ontmoeting. Niet als strategie, maar als mogelijkheid.

Verandering begint niet met weten. Verandering begint met durven voelen dat je het niet meer zeker weet. En dan blijven. Blijven bij wat schuurt. Blijven bij de vraag. Blijven bij elkaar.

Want als het systeem geen antwoord heeft, zijn wij de ruimte waarin iets nieuws mag ontstaan.