Positiviteit voelt vaak als manier van reageren op de wereld. Alsof je ‘positief’ of meer ‘negatief’ in het leven kunt staan. Anderen koppelen positiviteit wellicht eerder aan positieve gevoelens die je kunt ervaren. En daaraan gekoppeld, de energie frequentie die je daarmee ervaart.
Wanneer ik het heb over positiviteit dan doe ik dat vaak echter vanuit het oogpunt van speelsheid. Dit heeft met een aantal zaken te maken:
- We ervaren een innerlijk positief perspectief wanneer we niet vastzitten in het doel wat we willen bereiken. Deze zinloosheid zien we terug in spel, meer dan in het dagelijks leven. Kinderen gaan ‘spelen’ en gunnen zich een goede tijd, voordat ze bedenken ‘wat’ het is dat ze gaan doen. De activiteit is een middel, nooit het doel.
- Er is een ervaring van eenheid en oneindige goedheid. Je ervaart wellicht luchtigheid, zachtheid, heelheid, frisheid, nieuwsgierigheid, gelukzaligheid, schoonheid of lichtheid. Deze gevoelens worden niet ergens door opgewekt, maar zijn eerder het resultaat van omarmen van ‘dat wat is’. Speelsheid noem ik dat.
- Er is een gevoel van lijfelijke ‘aanwezigheid’ doordat het denken minder aandacht vraagt. Hierdoor splitst de ervaring zich niet in ‘jij’ en ‘ik’, in ‘hier’ en ‘daar’, in ‘nu’ en ‘later’, maar kun je opgaan in dat wat is.
Het perspectief wat zich ontvouwt voorbij de conceptuele werkelijkheid is er altijd. Je hoeft er niet eindeloos voor te studeren. Niet voor te mediteren. Niets voor te weten. Niets voor te begrijpen. Niets voor te ‘helen’, niets voor te laten. Het was er bij je geboorte en zal er altijd zijn. Hoe meer jij ‘bent’, des te meer zal je gaan ervaren; er is een hele wereld voorbij de conceptuele werkelijkheid!