Ik begin een haat-liefde verhouding met empathie te krijgen. Ja ik weet het: dat mag ik niet zeggen. Het hoort niet. Empathie is namelijk ons grootste goed. Het feit dat er kinderen zijn die de arbeidsmarkt op gaan en niet volledig geloven in hun eigen kwaliteiten of moeite hebben met het aangaan van relaties, dat is de schuld van de niet-empathische opvoeder of leerkracht. En dus moeten we, als we willen dat iedereen het beste uit zichzelf haalt en authentiek door het leven kan gaan, deze persoon empathisch begeleiden. Om dat te kunnen, is het nodig dat die begeleiders zelf empathisch zijn en dús is dat het grootste goed.
Alleen….
Ik geloof er niet meer in. Niet dat ik empathie an sich slecht vind. Dat niet. Ik ben niet tegen morele ontwikkeling, compassie, liefde, dankbaarheid, liefde, vriendelijkheid of de wereld willen transformeren tot een betere plek. Ik geloof alleen niet dat empathie de goede gids is om dit uiteindelijk voor elkaar te krijgen.
De drie gezichten van empathie
Empathie kennen we in verschillende vormen. Zo is er het bijna fysieke ‘in de schoenen van de ander gaan staan’. Waarbij je kunt voelen hoe een ander zich voelt, hun pijn kunt ervaren, hun onrust zult bemerken in je eigen lijf. In deze vorm zul je uitspraken doen als ‘het klinkt alsof je een moeilijke dag hebt gehad en waarschijnlijk even toe bent aan wat rust’. Deze emotionele vorm van empathie voelt als een warm bad voor de ontvanger ervan. Dan is er de meer cognitieve vorm. Door middel van ’theory of mind’ kunnen we begrijpen hoe een ander zich voelt vanuit het perspectief van de ander. Je begrijpt wat een ander denkt, wat hen motiveert en wat ze geloven. Deze vorm noemen we ook wel sympathie en het voelt wat afstandelijker. Ook in woorden komt dit tot uiting en klinkt ongeveer als ‘ik vind het heel vervelend voor je. Ik hoop dat het probleem snel opgelost wordt’. Volgens Daniel Goleman, de schrijver van ‘emotionele intelligentie’ is er ook nog een derde variant waarbij je de neiging hebt om de ander te gaan helpen. Je behandelt anderen zoals je wilt dat ze jou behandelen. Dit komt tot uitdrukking in zinnen als ‘Ik weet hoe het is om je zo alleen te voelen. Is er een manier waarop ik kan helpen?‘ Sympathie is dus gericht op besef; Empathie is gericht op de ervaring; en Compassie is gericht op actie.
Deze drie vormen worden door andere delen van de hersenen aangestuurd en zijn dus echt verschillende gezichten van empathie. In grote lijn kunnen we zeggen dat je veel van het ene en minder van het andere kunt hebben en dat de meeste discussie over waarom empathie ‘goed’ is zich concentreert op de emotionele kant van empathie. Enige emotionele invoelendheid zit ons in het bloed. Elk mens (tenzij er iets mis is gegaan in je ontwikkeling) heeft de mogelijkheid om de ander te willen troosten en pijn te verminderen. Deze primaire empathie is al zichtbaar bij heel jonge kinderen die hun handje leggen op een blauwe plek of zelfs bij dieren, zoals bioloog Frans de Waal heeft aangetoond bij primaten. Deze vorm van empathie gebeurt spontaan en zelfs ongewild en het is het succes achter vele goede films maar ook de reden waarom je jeuk krijgt wanneer we horen dat er luizen voorkomen bij de kinderen van de buurvrouw waar je net op visite bent.
Onze verbeeldingskracht zorgt er vervolgens voor dat we ons empathisch kunnen verbinden met degenen die verder van ons af staan. Zo geven we aan goede doelen, om aan de andere kant van de wereld de omstandigheden te verbeteren van mensen die daar in erbarmelijke omstandigheden leven. Ook al kennen we hen niet, hebben we hen nooit ontmoet of gesproken. Zoals je ziet, heeft empathie veel goede kanten. Het is de manier waarop je in verbinding treed met anderen en hoe je de grenzen tussen de ander en jezelf op laat lossen. Het is een krachtig tegengif voor egoïsme en onverschilligheid.
Empathie als parel
Empathie is enorm belangrijk in de wereld. Zonder empathie zouden we vervallen in oorlogen, zelfzucht en individualisme. We zouden geen verschillen dulden en geen begrip kunnen opbrengen voor iedereen die anders is. Maar empathie heeft ook z’n schaduwkanten. Het is makkelijker om empathie te voelen voor individuen ten opzichte van groepen mensen. We voelen gemakkelijker mee met mensen die mooi en aantrekkelijk zijn en met degenen die ‘op ons lijken’ in uiterlijk, gedrag of omstandigheden. Emotionele empathie is geworteld in een vorm van ‘herkenning van jezelf in de ander’. Daarom is het ook dat alle campagnes die gericht zijn op onze empathie voor hulp aan de andere kant van de wereld, mensen individueel in beeld brengen waar we graag naar luisteren en kijken en die op ons lijken in de manier waarop ze hun leven leven.
Simon Baron-Cohen schrijft in zijn boek ‘The science of Evil’ dat een hoog level van empathie hetgeen is wat goede mensen en goede samenlevingen maakt. Hij geeft een voorbeeld van het hoogste haalbare niveau (level zes), dat is zijn beschrijving van Hannah. Zij is psychotherapeut en heeft het natuurlijke talent dat ze de gevoelens van anderen prima aanvoelt. Zodra je bij haar de ruimte binnenwandelt, leest je je gezicht en lichaamstaal en scant ze hoe je je voelt. Haar uitstraling, zelfs nog voordat je je jas hebt uitgedaan, suggereert een uitnodiging om je open te tellen, om je innerlijke gevoelens in vertrouwen te delen. Haar vriendelijke ‘hoe gaat het met je’ is geen standaardvraag, maar een werkelijk interesse in jou als persoon. Zelfs wanneer je antwoord zou geven in een enkele korte zin, dan zal zij uit je intonatie en timbre opmaken wat je werkelijk voelt en je teruggegeven ‘je klinkt wat verdrietig, wil je erover praten?’
Voordat je het weet, open je jezelf en begint te vertellen tegen deze fantastische luisteraar, die jou omringt met aandacht en interesse, vertrouwen en betrokkenheid. Hannah doet dit ondertussen niet omdat het haar baan is. Ze doet dit met iedereen, haar vrienden, haar familie en zelfs mensen die ze net ontmoet heeft. Hannah’s vrienden voelen zich geliefd en hun vriendschap is gebouwd op gedeelde kwetsbaarheid en het bieden van onderlinge support. Ze heeft een niet te stoppen drive voor empathie.
De duistere kant van Empathie
Het is gemakkelijk te zien waarom Baron-Cohen haar gedrag als het grootste goed zien. Hannah klinkt als een goede therapeut. En ze is ongetwijfeld een goede moeder of docent voor jonge kinderen. En hoe goed het ook is voor anderen, het is niet altijd het beste voor Hannah zelf om continu in te voelen in de ander. Ga eens in haar schoenen staan….
Hannah’s begrip voor andere mensen komt niet voort uit individuele waardering of respect, het is algemeen en op iedereen van toepassing. Haar belangstelling en betrokkenheid is er voor vreemden net zo goed als voor vrienden. Het maakt geen onderscheid en is niet gebaseerd op een hogere waarde als bv. vriendelijk willen zijn. Het is aangedreven door overprikkeling. Haar empathie is de absolute tegenhanger van individualisme, maar net zo extreem. Een zelfzuchtig persoon zou door het leven gaan ongevoelig voor de pijn van anderen. terwijl in het geval van Hannah, de gevoelens van anderen altijd meespelen en ze zo 99% van de tijd aandacht heeft voor anderen en misschien 1% voor zichzelf.
Een sterke neiging naar emotionele empathie komt met hoge kosten. Vaak hebben empathische mensen scheve vriendschappen en relaties waarbij zij de ander meer geven dan ze zelf ontvangen. Ook kunnen ze meer last hebben van gevoelens zoals depressie en angst. Dat is niet raar. Als we empathie als een schuifknop op een radio zien, dan staat empathie aan de ene kant en onverbondenheid aan de andere kant. Veel empathische mensen zijn angstig voor het gevoel van onverbondenheid en doen er alles aan om te voorkomen dat ze het gevoel hebben er niet (meer) bij te horen. Een diep gevoel van onverbondenheid kan bijvoorbeeld al ontstaan omdat je als kind al meer empathisch ontwikkeld was dan je klasgenoten en je continu voelde hoe ze jou niet begrepen. Dit leidt tot schaamte, het gevoel dat er iets mis is met je, de neiging om te blijven zoeken naar ‘wie je werkelijk bent’ of de moeite die je hebt om op een positieve manier vorm te geven aan je eigen leven.
Woede voortkomend uit een rechtvaardigheidsgevoel
Zoals we empathie kunnen linken aan schaamte die we voor onszelf ervaren, zo kunnen we empathie ook linken aan de emotie woede. Immers, beiden hebben veel overeenkomsten. Beide sociale emoties ontstaan in dezelfde periode van ons leven, hebben sterke morele wortels en zijn gericht op de ander. De identificatie die via empathie tot ons komt, zo schrijft Paul Bloom, kan een kind motiveren tot bepaald gedrag naar anderen. Woede is vaak een respons op vermeende oneerlijkheid, wreedheid of andere immorele daden.
Indien dit op een constructieve manier wordt ingezet, kun je er veel mee bereiken en veranderen in de wereld. Denk maar eens aan Martin Luther King. Hij werd boos waar anderen onverschillig bleven. En niet zomaar boos. Hij transformeerde zijn boosheid en zette deze daarmee om in een enorme stuwende positieve kracht. We begrijpen maar al te goed dat we onze woede mogen leren beteugelen. Dat we het aan banden mogen leggen om er op een goede en constructieve manier mee om te gaan. Want alleen op iedereen boos worden, helpt je als persoon niet verder en zal ook geen grote verandering bij anderen teweeg brengen.
En zo zouden we ook naar empathie mogen kijken. Empathische overprikkeling is niet de enige weg naar meer vriendelijkheid en verbondenheid in de wereld. Het kan helpen, zoals woede ook kan helpen. Maar veelal is het een valkuil en niet de weg naar verandering op lange termijn omdat je zaken ‘overneemt’ in plaats van de ander in actie te laten komen. Of mensen individueel gaat helpen daar waar liever een hele groep mensen hulp geboden kan worden.
Empathie zal je uiteindelijk opzadelen met de neiging om over je grenzen te gaan, om je eenzaam te voelen, om angstig te worden voor afwijzing, om naar perfectionisme te neiging, om zekerheid te zoeken… En het kan uiteindelijk leiden tot uitputting, onderpresteren of een burn-out. Indien onbeteugeld, is het een bijna zekere weg naar zelfdestructie omdat je jezelf voorbij loopt.
Compassie als uitgangspunt
In tegenstelling tot empathie, is compassie goed voor jou én de ander. Bij compassie voelen we van nature aan dat het goed is de ander te helpen en te steunen zonder dat we zelf geraakt worden. We voelen het ‘in ons lijf’ zonder dat er een emotionele lading aan gegeven wordt. Zonder dat we onszelf verliezen in overprikkeling of woede. Hiervoor is het belangrijk om je bewust te zijn van je lichaam, de variaties in gevoel en de koppeling met emoties. Je dient je neigingen te herkennen en deze te kunnen onderdrukken en zicht blijven houden op wat ‘goed is om te doen’ op de langere termijn.
Empathie is zo meevoelen met de ander dat het probleem nu direct uit de weg geholpen moet worden. Compassie is het geduld kunnen bewaren om de ander te leren voor zichzelf op te gaan komen, ook al zal dat op de korte termijn nog even meer pijn opleveren. Empathie is meedrijven in de pijn en dus het oordeel van de ander. Compassie is zien dat er geen goed en slecht bestaat, enkel een situatie waarin iets geleerd kan worden. Empathie maakt de ander afhankelijk van jouw hulp, inzicht of wijze woorden. Compassie maakt beide partijen sterker.
En de arena in!
Laten we niet blijven hangen in de idolatie van empathie maar werken aan onze vaardigheden. Het vermogen om te luisteren en vragen te stellen (humble inquiry) om de ander zelf te laten ontdekken wat er nodig is. De vaardigheid om rustig te blijven wanneer de ander gestrest is. Het trainen van respect en het opbrengen van begrip voor de situatie van de ander en de tijd die het nodig heeft om een verandering te bewerkstelligen. Het durven laten zien van je eigen menselijkheid zodat je verbinding schept met de ander en zo een band van vertrouwen weet te scheppen, zoals de verpleegkundige in dit verhaal.
Wanneer we geloven dat onze opvoeders en docenten beter zijn in hun werk wanneer ze empathisch zijn, mogen we tegelijkertijd mogelijkheden bieden waarbij ze gaan leren om te dealen met de emoties van schaamte, schuld, ongemak, onzekerheid en gevoelens van vermoeidheid die daarbij horen. Zelfcompassie heb je hard nodig op momenten dat je voelt dat je tekortschiet of denkt te (gaan) falen zodat je -in plaats van je gevoelens te negeren, weglachen, verdoven of jezelf onder te dompelen in zelfkritiek – juist zacht, vriendelijk en begripsvol kunt zijn voor jezelf.
Ik geloof dat de sleutel tot gelukkig en succesvol leven – voor de ander en ook voor jezelf – met name ligt in het feit dat we leren om kwetsbaar te durven zijn. Open en eerlijk, gericht op ontwikkeling in plaats van oplossingen. Om ongemak te kunnen verdragen en de arena in te durven stappen. Het aan durven gaan en erover durven praten. Zodat we weten en voelen dat we niet de enige zijn. Want wanneer je van je leerlingen verwacht dat zij om kunnen gaan met frustratie, angst en fouten dan mag je dat ook zelf gaan ontdekken en erover praten. Frustratie dat zaken niet gaan zoals we willen, gaat vaak gepaard met een gevoel van isolement. Alsof we de enige zijn die dit ervaren. Hoe bevrijdend werkt het voor de ander wanneer zij horen dat ze niet de enige zijn?
Onvolmaaktheid, mislukkingen en problemen horen bij het leven. Durf jij aan de ander te laten zien dat je ermee om kunt gaan? Niet enkel te zeggen dat de ander fouten mag maken (om vervolgens empathisch te kunnen reageren), maar door zelf de frustratie en het ongemak op te zoeken en voor te doen hoe je daarin mild kunt zijn voor jezelf? Wanneer we onze leerlingen en kinderen een plek bieden waarin zij zien dat ook wij frustratie en pijn en falen ervaren, dat dit normaal, menselijk en een onderdeel van het leven is, geven we hen dan niet de allerbeste voedingsbodem die ze kunnen hebben? Zodat ze kunnen voelen hoe het is om daarin zacht en vriendelijk naar jezelf te kunnen blijven?