Eén van de meest vreselijke feedbackmomenten in mijn leven bleek achteraf een van de grootste cadeaus. (Maar dat zag ik toen nog niet….)

Bijna tien jaar geleden stapte ik in een opleidingstraject, hoopvol en nieuwsgierig. Ik wilde leren hoe ik mijn medewerkers kon stimuleren om intuïtief en improviserend te werken, alsof ze hun ikje-ondergeschikt maakten aan de situatie waar ze in beland waren met degene voor wie ze werkten. Maar dan dus zonder dat ik hen zou stimuleren om zo te werken want als het een keuze was vooraf dan bemoeide dat ikje zich er weer mee. 

Lekker dubbel. Haha snap je het nog?

Nu weet ik het woord daarvoor: Intra-actie. En dit is anders dan interactie. Bij interactie heb je namelijk twee mensen die ‘los’ in een situatie stappen, elk met een eigen identiteit. 

Intra-actie zegt: die twee dingen bestáán niet los van elkaar. Ze ontstaan in en door hun relatie. Zoals danspartners die pas een danspaar worden in de beweging, of een gesprek dat alleen bestaat doordat er gesproken wordt.

Anyway. Ik was op dat moment leidinggevende en ik zocht naar manieren om mijn teamleden dit te leren, omdat als je dingen samen laat ontstaan met de ander je verder komt als pedagoog of hulpverlener. Als je je ego buitenspel bent kun je echt voor de ander op dat moment openstaan. 

Ik wilde dus begrijpen hoe een omgeving, een cultuur, een structuur intra-actief kon uitnodigen tot bepaalde manieren van werken, maar dan zonder dat het een trucje werd, zonder dat ‘iemand werd gecoacht’ om zo te werken.

En ik dacht dat ik precies in de juiste opleiding was beland. Mijn blogs met onderwijsverhalen werden ook door hen sterk gewaardeerd en ik kreeg er veel positieve reacties op. Dus ik ging er naïef vanuit dat zij ook op deze manier werkten. En dat hun opleidingen hierover gingen. 

Tot ik na de eerste dag thuiskwam en voelde: dit matcht niet. En na dag twee wist ik: ik moet hier vragen over stellen. Ik moet aangeven wat ik zoek en of ze de oefeningen wat aan kunnen passen zodat ik er meer uit kan halen. Het leek namelijk alsof we niet echt op gang kwamen of zo. 

Maar toen ik het gesprek aanging, liep het totaal anders dan ik had verwacht. Niet alleen kreeg ik geen ruimte om mijn vragen te stellen, ik kreeg direct te horen dat mijn hoofd, hart en handen niet op één lijn zaten. BAM.

Daar stond ik dan. Vragend, zoekend. Het voelde alsof ik door de mand was gevallen. Alsof ik niet ‘klopte’. Alsof ik een fout was.

Wat ik toen nog niet wist, was dat ik eigenlijk nog geen woorden hád voor wat ik deed. Ik wist nog niet ‘waar ik van was’. En zij dachten dat mijn blogs waren ontstaan vanuit een diepere waarde, een diepere intentie. Een ‘zo wil ik met mijn leerlingen omgaan’. 

Maar dat was het niet. Eerder het tegenovergestelde. Mijn blogs ontstonden uit een zoekende beweging, niet uit een gevonden waarheid. Geen beeld van hoe ik docent wilde zijn maar me uit laten dagen op dat wat niet helpend was in het moment en ontdekken hoe ik ontvankelijk in het moment kon zijn. 

Deze feedback voelde destijds als een mokerslag, als een aanval. Maar eigenlijk omdat ze me nog niet konden zien. Ze projecteerden op mij wat ze niet begrepen. En ik? Ik wist nog niet hoe ik mezelf uit kon leggen. (Of eigenlijk in dat moment; wat überhaupt het verschil tussen ons was).

Ik voelde me destijds vreselijk. Die dag voelde lang als een zwarte bladzijde. Maar terugkijkend was dit precies wat ik nodig had. Want dat moment dwong me om mezelf niet langer te definiëren door hoe anderen mij zagen, maar door te ontdekken wat ik werkelijk aan het doen was. De waarde te gaan zien van wat ik te brengen had. 

En weet je wat het achteraf het meest hilarische is? Dat hele ‘je hoofd, hart en handen zijn niet op één lijn’ bleek complete onzin. Ik was op één lijn. Maar niet op hún lijn..!!!

Soms denk je dat je wordt afgewezen, terwijl het universum gewoon met een megafoon in je oor staat te blèren tot je het snapt. Niet dat zij je niet begrijpen en waarom dat dat zo is. Maar dat jij eindelijk snapt dat je niks meer hoeft te bewijzen.

En dát is het echte cadeau.