We maken altijd werkelijkheid. En dan bedoel ik niet het actieve soort wanneer we bijvoorbeeld schilderen of klussen of beleidsstukken schrijven. Ik bedoel werkelijkheid maken als we boos worden, beleefd knikken, of besluiten dat iets een probleem is.

Meestal geloven we het meteen, als we zoiets maken. Alsof het er al was. Alsof we het alleen nog maar ontdekt hebben. Maar dat is natuurlijk niet waar.

In mijn werk speel ik daarmee. Want werkelijkheid maken is soms fijn, bijvoorbeeld als we verliefd worden of genieten van een ijsje. Maar op andere momenten is het gewoonweg naar. Dan baal je van de drukke klas voor je neus, van de buurman die herrie maakt. Van je partner die niet ff snel de stofzuiger pakt terwijl jij al zo moe bent en nog zoveel moet doen.

Als je daar in het alledaagse naar wilt kijken is het bijna niet te doen. Dus pakken we enkel de grote trauma’s aan. Of specifieke contexten waarin we bijna niet kunnen blijven staan.

Ik laat mensen spelen. Niet zozeer omdat dat gewoon leuk is (is het vaak wel) maar om spel je heel zacht, bijna onmerkbaar, laat zien: kijk eens… wat daar net ontstond… dát gebeurde door jou heen. En bij mij was er iets anders ontstaan.

Wij maken onze werkelijkheid, of we die nu leuk vinden of ervan balen. En dat deden we niet omdat we er actief voor gekozen hebben. Niet omdat we daarin iets fout deden of er triggers meespelen die we weg kunnen coachen als we maar genoeg ons best doen. Maar gewoon, omdat het zo gaat.

Mensen zijn geen losse eilandjes met gedrag. We zijn gebeurtenissen. Verhalen-in-beweging. En vaak zo betrokken bij wat we meemaken, dat we vergeten dat het ook gemaakt wordt, door ons, door het systeem, door het moment, samen.

Daarom werk ik met spel. Niet als afleiding of als luchtige interventie. Maar omdat spel tijdelijk is, absurd, poreus.

Spel laat zien dat iets zomaar kan ontstaan, en ook weer kan verdwijnen.
Dat iets heel echt kan voelen, en tegelijk maar een rol is. En precies dáár zie je:
dit is hoe we altijd leven. Ook buiten het spel. Op school. Op het werk. In beleid. Ook als het serieus is.

Spel is niet het tegenovergestelde van serieus. Spel maakt zichtbaar hoe serieus we doen. En hoe weinig dat vaak helpt.

Ik ben niet geïnteresseerd in of mensen ‘hun gedrag veranderen’. Ik ben geïnteresseerd in het moment waarop iemand ineens ziet: hé, ik gebeurde.

En dan hoef je niks op te lossen. Je hoeft alleen maar te voelen:
ik was daarin aanwezig. En nu zie ik het. Dat is geen verantwoordelijkheid nemen. Dat is geen zelfinzicht. Dat is geen groei. Dat is gewoon: wakker zijn,
met een glimlach, in het verhaal dat je zelf niet schreef, maar waar je wel in leefde.

Zo ontstaat ruimte. Niet door te duwen, maar door te zien. En dat is alles wat spel doet. En dat is wellicht alles wat we nodig hebben om in vrede te leven met onszelf en met elkaar.