Ter voorbereiding van mijn tentamen dook ik terug de stof in. Maakte de vragen opnieuw. Vergeleek ze met mijn gemaakte aantekeningen. Keek colleges terug. Liet me de teksten voorlezen door Speechify terwijl ik ze samenvatte en zette soms specifieke onderdelen om liet zetten in podcasts via notebook LM. Maakte woordwebs met tekeningetjes. Samenvattingen van mijn samenvattingen. Uploadde mijn aantekeningen en liet ChatCGT overhoringen, quizzen en open vragen bedenken. Name it and I did it.
En toch zat ik daar op het tentamen. In stilte. Voor dat scherm. Met vragen die me niets zeiden, of net teveel. Alsof ik ineens het land niet meer herken waar ik al maandenlang rondreis. Ik weet waar de rivieren stromen, ik heb zelfs stenen opgeraapt, met mensen gepraat, er verhalen bij bedacht. Maar nu wordt er naar de hoofdstad gevraagd, of naar een grens die ik nooit getekend heb. En ik weet het niet. Geen idee. Blanco.
Misschien is dat wel de paradox van mijn hoofd. Het maakt van elke theorie een ervaring, van elk systeem een speelveld. Maar zodra ik moet terugkeren naar het woordenboek dan lukt dat niet. Alsof ik gevraagd word om een dans uit te leggen door de volgorde van de stappen op te dreunen, zonder de muziek.
En eerlijk? Ik zou willen dat het anders was. Dat ik die termen wél moeiteloos kon opdiepen. Dat ik helder schema’s en definities had in plaats van een waaier aan zintuiglijke associaties, metaforen, gebaren. Maar het is niet wie ik ben. Ik ben niet van het rijtje, maar van het verband. Niet van de definitie, maar van de betekenis in een situatie.
Dus ja, ik haal vaak een zes. Soms zelfs dat niet. En ja, dat frustreert me. Omdat ik zie hoe hard ik werk, hoeveel ik weet, hoe diep ik verbind. Omdat ik weet dat een pianist ook ‘van z’n padje afraakt als ie moet nadenken over wat z’n vingers automatisch doen’.
Maar dan denk ik aan mijn studenten, of aan die ene leidinggevende, aan de docent of coach die ineens iets van het leven herkent in wat ik zeg. Niet omdat ik het correct formuleer, maar omdat ik het voel en gevoelsmatig uitleg. Omdat het op een meer belichaamde manier wel klopt.
En misschien is dat wel precies wat deze tijd nodig heeft. Mensen die niet antwoorden uit het hoofd, maar vanuit verbinding. Die niet winnen in de tentamenzalen, maar in de praktijk. In hoe ze vragen stellen. In hoe ze aanwezig zijn. In hoe ze chaos kunnen dragen zonder het te willen beheersen.
Dus ik blijf leren. Niet om meer termen te verzamelen, maar om steviger te worden in mijn eigen taal. In het gesprek aangaan over waarom het belangrijk is wat ik doe. En als dat betekent dat ik soms struikel over een toets, so be it. Dan sta ik gewoon weer op. Met een podcast in mijn oren, een stift in mijn hand, en een hart dat weet: ik ben hier niet om te scoren. Ik ben hier om te delen over hoe we het leven op een fijne manier kunnen beleven. En dat is, alle zesjes ten spijt, misschien wel veel meer waard.