‘Er liggen hier drie matjes. Wie wil naar voren komen?’ De vraag klonk redelijk veilig. Ik had nog wat energie. We zouden wat gaan dansen. Met drie matjes zou ik met twee anderen daar staan. Dit kon ik wel aan. Ik stond op en zag de anderen gelijk terug in hun stoel ploffen. ‘Drie?’ vroeg ik voor de zekerheid nog. De workshopleidster keek me aan en zei; ‘één is genoeg. Kom maar naar voren!’ En ze keek er best vriendelijk bij. Acuut voelde ik mijn buik samentrekken. Geen idee had ik nog van wat ik ging doen. Maar dat ik daar zichtbaar zou zijn was blijkbaar voldoende om me even heel erg bewust te maken van wat er speelde en gaande was in mij.

Dansen. In mijn eentje. Hoe verschrikkelijk kon dat zijn? Ik hoopte dat ik me erdoorheen kon worstelen zonder al te erg door de mand te vallen en ging op het middelste matje staan. Mijn hart klopte in mijn keel terwijl ik ergens opving dat ik mocht dansen ‘zoals ik normaal gesproken doe’. Ik denk dat ik met mijn ogen geknipperd heb. Mijn hoofd woordeloos schuddend terwijl ik me afvroeg hoe het mogelijk was dit te doen zonder muziek. ‘Zing er maar bij’ hoorde ik zeggen, alsof ze mijn gedachten gelezen had.

Daar kwam overigens verder niets normaals meer uit. Mijn hoofd bestond uit pluizige wolken. Er vielen grote gaten in het geheugen dat me nu geen enkel liedje wilde ingeven. Ik begon als vanzelf te neuriën, beseffend dat ik aan haar verzoek mocht voldoen en hopend dat het ergens op zou slaan. Ik besefte dat ik in mijn paniekzone zat, ver voorbij de grens van ‘lachen joh… dit is een beetje eng’. Ik danste een dom dansje – heupen van links naar rechts – terwijl ik tegelijkertijd moest lachen want als ik me op de dansvloer (nog) niet veilig voel dan is dit zoals ik begin met dansen. Ik dóé het wel maar ik ben nog weinig zichtbaar, alsof dat nog niet echt kan bestaan.

Mijn gedachten werden onderbroken door de uitnodiging op het tweede matje te gaan staan. Hier mocht ik uitbundig dansen. Nieuw liedje. Versterkt gevoel. Mijn gedachten buitelden over elkaar heen hóé ik dat dan moest gaan doen en ondertussen kwam er nog altijd geen liedje in me naar boven. Ik zette eenzelfde melodie in en gooide het op de versnelling in de hoop dat dit voldoende zou zijn. En daarin – in die bewegingen – voelde ik me ontspannen. Werd mijn stem sterker, de lol nam toe. De uitnodiging naar het derde matje te gaan kwam niet als een verrassing en ik liep er rustig naar toe, mijn mondhoeken in een gebaar omlaag trekkend naar de anderen zo van ‘ik zie wel wat er komt’.

Op het derde matje mocht ik ‘net doen alsof’. En mijn hoofd haperde opnieuw. Net doen alsof ik danste? Net doen alsof ik lol had? What the f*ck had ik net te doen alsof? Ik haalde diep adem en sprak mezelf toe. Een nepdansje Xandra, alsof je een rol speelt. Een heel goede zanger en danser bent. Dát mag je doen. Mijn lijf begon als vanzelf te bewegen. Ik maakte mooie bewegingen, zoals ik ze ooit gezien of geleerd had. Maar boy, wat heerlijk om me zo ondertussen te kunnen ontspannen. Er gewoonweg te zijn. Te dansen. Te doen. Alsof niemand me zou zien.

Na een halve minuut of zo stapte ik van het matje af en ontving de vernietigende feedback ‘dat laatste matje, dat is wat mensen eigenlijk niet willen zien. Dat is nep. Dat is niet echt. Maar het was wel het matje waarbij jij het meeste los leek te gaan’. Om vervolgens haar blik af te wenden en aan de rest van de groep te vragen ‘wie wil het nu proberen?’

Terwijl haar stem door de ruimte schalmde en daarna de volgende danser los ging – al gelijk op het eerste en tweede matje – vroeg ik me af wat er gebeurd was. Wat was de verwarring die ik gevoeld had? Hoe kon het dat ik op het derde matje pas wat losser kwam? Nu heeft het natuurlijk geen enkele zin me dit soort zaken af te vragen. We kunnen in ons leven wel alles psychologiseren en problematiseren terwijl het interessanter is om simpelweg te kijken naar hoe onze ervaring ontstaat.

Daar op dat eerste matje wist ik niet wat de opdracht was en hoe ik eraan kon voldoen. Dansen zoals ik normaal gesproken doe.. hoe is dat eigenlijk? De gedachte die oppopte ‘hoe doe ik deze opdracht goed’ maakte dat ik eigenlijk hetgeen deed wat ik op het derde matje had mogen doen. Ik danste zoals ik dacht dat de opdracht ‘goed’ uitgevoerd was. Niet zoals ik danste alsof er niemand keek. Maar dit bracht me niet bij mezelf. Bij mijn vrijheid. Bij mijn natuurlijke wijze van bewegen. Ik had tijd nodig voordat ik me weer kon ontspannen en mijn lijf kon laten bewegen hoe het wilde zijn. Hoewel er een specifiek jaren zeventig danspasje door mij overheen gelegd werd zag het er nog altijd natuurlijker uit dan de poging die ik op het allereerste matje deed.

Ik besefte me hoe lastig het is om te dansen ‘zoals je van nature doet’ als dit geen informatie is waar je van nature bij kunt komen. Omdat er gevraagd wordt naar een herinnering ‘hoe je danst’ wordt ervan uitgegaan dat je het weet. Maar wat als dit nieuw is voor je? Waar richt je je dan op? De kans is groot dat je blik dan naar de buitenwereld wordt getrokken.

Ik zie dit verschijnsel veel om me heen. We lijken ervan uit te gaan dat de ander altijd een herinnering heeft aan wie hij/zij in de kern is. De ontspanning. De lol. De onbevangen manier van in het leven staan. Als je daarmee verbonden bent is het makkelijk te dansen, te schrijven, te netwerken, te leven en te doen. Maar als we er niet mee verbonden zijn en we mogen onze diepste kern, ons verlangen, onze passie verwoorden en duidelijk maken is het lastig er een vorm voor te vinden. Woorden te zoeken die recht doen aan wie je bent.

In onze opleidingen werken we met dit proces. Het weer contact maken met jouw ziel, jouw kern, jouw eigenheid en natuurlijke talenten. Want als je ze herkent en in beeld hebt kun je ermee spelen. Dan is het makkelijk om op het symbolische tweede matje te gaan staan en de aandacht te trekken. Wil je jezelf in de etalage zetten werp dan de blik niet gelijk naar buiten maar richt hem naar binnen. Zoek je eigen spark of joy, jouw spontaniteit en nieuwsgierigheid. En schijn dát licht daarna uitbundig naar buiten. De wereld mag je zien!

—————————

In het Lef om te Stralen leer je de technieken om te leren vertrouwen op wat je te doen hebt hier. Leer je hoe je je missie kunt leven. Niet denkend vanuit banen of kansen, maar vanuit doen en ontdekken. Vanuit het principe dat je het je ziel gunt om hierin te groeien, te ontwikkelen. Zodat je bij kunt dragen met je fantastische werk. Meer impact kunt maken. Vertrouwend op intuïtie. Zichtbaar durft te zijn. Hou jij niet van standaard lijstjes en methodes? Heb jij het Lef om te Stralen? En gun je het jouw klanten ook? Schrijf je in voor de volgende opleiding!