Het leven was zorgeloos toen je nog heel klein was. Althans, ik mag hopen dat dit zo voor je was want dan herinner je je wellicht nog bij vlagen de momenten van plezier, van openheid en verwondering. Je stond dicht bij je oorprong, je ware zelf. Je leefde vol enthousiasme en vertrouwen, uitte je creatief en inventief, spontaan en vol humor. En zonder al te veel nadenken besloot je te willen kruipen, lopen, fietsen en praten. Je deed het simpelweg omdat je het jezelf gunde dit te doen.
Maar degenen om je heen waren wellicht minder zorgeloos. Zij werden van de ene op de andere dag geconfronteerd met een ienieminie wezentje waar ze zich verantwoordelijk voor voelden. Een klein mensen die ze moesten leren hoe je je hoorde te gedragen. Een kind waar niets mis mee mocht gaan en al helemaal niet door hun schuld. Dus lieten ze weinig aan het toeval over. Of controleerden net zo lang tot ze zeker wisten dat het badwater niet te heet was, het eten niet te pittig en de kleding netjes schoon.
Het vrije natuurlijke kind dat jij was leerde door al deze regels – die mogelijk gepaard gingen met wat mopperen, commanderen, afpakken, verzuchten, wegvegen, verbieden, opruimen en strafmaatregelen – dat er dingen waren die jij moest doen en andere zaken die absoluut verboden waren. Te hard zingen bijvoorbeeld. Meerdere keren vragen om wat je wilde. Laat opblijven om de zon onder te zien gaan. Voordringen. Of treuzelen. Er was zogezegd een aangepast kind ontstaan. Door te doen wat de ander zegt leerde je te functioneren in de maatschappij. En op de momenten dat je daar helemaal geen zin in had lukte het je hopelijk ook nog wel eens om tegengas te geven op deze regels. Maar helemaal vrij was dit aangepaste/rebelse kind in je niet meer. Het verviel daarvoor te vaak in standaard emoties en gedachten.
Met het opgroeien kwamen je opvoeders wellicht wat meer van je af te staan maar intern werd de aansturing van je kritische ouder groter. De boodschappen van degenen die je vroeger vertelden wat wel of niet hoorde, of het nu je ouders waren, je leraren, je vrienden of de media, draag je nu met jezelf mee. Hoewel je je wellicht als kind voornam om een volwassene te worden die geniet van het leven, een toffe baan heeft, grapjes maakt, die lacht en danst en het huis geregeld onbekommerd een bende kan laten worden als er belangrijkere dingen zijn om te doen of ontdekken merk je dat je steeds vaker doet ‘wat hoort’, ‘wat verstandig is’ of ‘waarmee je uit mogelijk gedonder wegblijft’. Structuur en zekerheid worden belangrijk en voor je het weet ben je kritisch op jezelf en anderen.
Hopelijk heb je niet alleen geleerd trouwens ‘hoe het hoort’ maar ben je ook liefdevol opgevoed en verzorgt. Zo heb je geleerd om lief te zijn voor jezelf, om rust te kunnen nemen of jezelf op te peppen als je het zwaar hebt. Je bent als het ware een liefdevolle verzorgende ouder voor jezelf. Eentje die een schop onder je kont kan geven maar je ook de rust laat pakken als je die nodig hebt.
Zo ontstaan er allemaal verschillende egoposities die geregeld de kop zullen opsteken in het dagelijks leven. Zouden we allemaal met een beschouwende blik kijken naar het leven dan zou er nooit een ruzie, probleem of voorval zijn. Maar tegelijkertijd zou het leven zijn sappigheid verliezen. De lol zou verdwijnen, de humor enkel cognitief zijn en de sensaties van ondergeschikt belang. Meestal lijken we echter samen te vallen met hetgeen we ervaren of vinden. De emoties die we ervaren voelen niet fijn en we willen er zo snel mogelijk vanaf. Dat doen we door ons aan te passen, de situatie te gaan redden of te gaan leven volgens de manier waarop we vinden dat het hoort. Wat er gebeurd is dat we vervallen in drama.
In gesprekken met anderen herkennen we dat allemaal wel. Van die momenten dat je de grip lijkt te verliezen en binnen nog time de verwijten over en weer vliegen en er geen uitweg meer lijkt te zijn. De Amerikaanse sociaal psycholoog Steven Karpman bedacht voor dit fenomeen een toepasselijke naam: de dramadriehoek.
Het model van de dramadriehoek is afkomstig uit de Transactionele Analyse, waar ook de termen aangepast kind (AK), kritische ouder (KO) en verzorgende ouder (VO) in beschreven worden. De enige die hier los van staat is het vrije natuurlijk kind! Het maakt niet uit welke rol je inneemt in de dramadriehoek, want het is nooit de juiste. De dramadriehoek kent geen winnaars. Maar je kunt wel succesvol eruit stappen. En zorgen dat je er niet zo snel meer komt! Dat is de reden dat er zoveel coaches en therapeuten zijn die zich bezighouden met het inzicht krijgen van deze patronen en ‘volwassen beslissingen nemen’ zodat je niet steeds opnieuw verzand in eindeloze drama’s.
Maar ‘volwassen omgaan’ met situaties is nog niet hetzelfde als het leven leven waar je van droomt. Authentiek, vrij, doen waarvoor je gemaakt bent. Het is je vrije kind, je natuurlijke kind die je de weg hiernaar wijst. Door te spelen, genieten van al je zintuigen, te dansen en vrijelijk bewegen, te vrijen en flirten, te doen waar je blij van wordt. Je gedragen op basis van je eigen behoeften in plaats van op basis van verwachtingen of behoeften van anderen. Te huilen wanneer je verdrietig bent en terugslaan wanneer je een klap krijgt. Op je knieen kijken naar een treintje mieren, meeresoneren op de klanken van muziek of urenlang dwalen in een onbekende stad.
Wanneer je 40% van de tijd in je (vrije) kindsdeel doorbrengt dan manifesteer je jouw autonomie doordat je jouw bewustheid, spontaniteit en intimiteit vergroot. Als je bewust bent dan ben je in staat contact te maken met je lichaamssensaties en externe prikkels en alles er te laten zijn. Dan kun je ervaren waar je van geniet en daar meer van doen of creëren. Als je spontaan bent kun je een keuze maken uit een groot aantal opties rondom denken, voelen en gedrag. Als je spontaan mag reageren kun je gedrag van het aangepaste/rebelse kind laten zien, van de kritische ouder of de verzorgende ouder zónder dat je daarbij in het bijbehorende drama vervalt. En als je intimiteit beleefd heb je gezorgd voor je eigen veiligheid, je voorwaarden om samen met een ander te kunnen zijn en te genieten van alles wat zich aandient. Door deze drie te combineren ontstaat innerlijke vrijheid. Een vrijheid die niet gezocht hoeft te worden in de afwezigheid van ‘moeten’ of ‘ervaringen’ maar in de vrijheid te kunnen reageren zonder script. Onbevangen en vrij. Dát is waar wij voor gaan! Enkele suggesties om aan de slag te gaan? Die hebben we natuurlijk ook voor je:
- Eet je avondmaaltijd geblinddoekt. Door niets te zien merk je wellicht smaken of texturen op die normaal gesproken niet zo merkbaar zijn. Of heb je ineens hele andere gesprekken.
- Wat zou jouw innerlijke kind zich blij van gaan voelen? Hoelahoepen? Een wandeling door het bos? Keihard meezingen op een karaoke nummer? Mag je vandaag 10 minuten van jezelf zoiets doen?
- Als kind stoeide je, rende, speelde en zwaaide rond. En mogelijkerwijs had je bergen meer conditie dan je nu hebt. Door dingen die je normaal gesproken doet te veranderen van intentie wordt het vanzelf een spel. De kamer opruimen wordt ineens een dagelijkse competitie en joggen verandert in tikkertje als je dit met een maatje doet. Wedden dat je niet alleen hard loopt of hard werkt maar ook hard lacht?