Achtergrond van de oefening “Associatie”
Associëren (dingen met elkaar verbinden) is een kernvaardigheid in creatief denken. Dit past bij het filosofische idee dat betekenis niet op zichzelf staat, maar ontstaat in relatie tot andere elementen. Door associaties te maken, ontdek je hoe gedachten in beweging blijven en hoe patronen zich spontaan vormen. Je laat los wat je denkt te weten en verkent hoe ideeën, klanken en beelden elkaar beïnvloeden.

De opdracht
Probeer verschillende manieren van associëren en ontdek hoe je denken zich vertakt:

– Tegenstelling (zwart/wit, glad/ruw)
– Deel en geheel (boek/bladzijde, slot/deur)
– Oorzaak en gevolg (vuur-brand-pijn)
– Analogie (benzine/auto, kerosine/vliegtuig)
– Klank en rijm (kok/mok, laag/zaag)

Maak eerst zoveel mogelijk woordkettingen. Begin met één woord, bedenk wat erbij past, en laat de associaties elkaar opvolgen. Hoe verder je gaat, hoe verrassender de verbindingen!

Klaar? Tijd om echt te gaan spelen en je associatief vermogen in de praktijk te brengen! Begin een verhaal te vertellen of te schrijven. Bijvoorbeeld over iets wat je gisteravond gedaan hebt. Zorg dat je een wekkertje om de 60 tot 90 seconden hebt gezet en wanneer deze afgaat wijs je een willekeurig woord aan uit een boek, krant of tijdschrift en verwerk je het direct in je verhaal. Je raakt dan ‘van de waarheid’ af maar dat is helemaal niet erg. Ontdek maar dat je kunt associeren tijdens het vertellen van je verhaal. 

Laat de onverwachte wendingen je verrassen en geniet van de creatieve sprongen.