Deze blog gaat over mijn tas. Mijn nieuwe zwarte grote anders-dan-anders dokterstas. Ik ontdekte hem maanden geleden op internet. Met een voorliefde voor dokterstassen viel mijn oog er direct op. Deze vrij standaard stoffen tas was omhuld door een tuigleren zwarte omslag waardoor hij als drager ging fungeren. Apart en toch minder opvallend dan mijn huidige gestipte koeienvariant. Enkele keren kwam ik terug op de website. Wat een schatje! Beetje duur wel. En m’n huidige tas kon nog wel een paar maanden mee ook. Maar toch, de tas bleef me boeien. En je begrijpt het al… uiteindelijk ging ik overstag!
De dag dat de tas werd afgeleverd zat ik in de keuken. Zaterdagmiddag, kopje koffie voor mijn neus. Aan de keukentafel werd de tas ontdaan van de doos, plastic verpakking en uiteindelijk de binnenvulling. Het koffiekopje werd enkele malen verder verder van me afgeschoven om ruimte te bieden aan het materiaal. Al die tijd ging er maar 1 ding door me heen… wat is hij méga groot. Hij is té. Te breed. Te huge. Te kolossaal. Te massief. Veel te veel tas voor mijn bescheiden mee te sjouwen notebook en bosje sleutels.
Eenmaal uitgepakt gooide ik hem dan ook eerst terug in de kartonnen doos. Met een ‘zonde van de transportkosten en moeite’ gedachte ervan overtuigd dat ik hem terug ging sturen. Maar een uurtje later merkte ik op dat ik hem toch oppakte en ermee door de kamer stapte om even te testen hoe hij was. En aan het einde van de middag maakte ik er foto’s van. Om te zien of hij echt zo groots was als ik dacht. Ondanks dat hij in de lengte maar 4cm groter was dan mijn huidige tas en het vooral de breedte was waar ik over viel bleef de twijfel. Net voor ik naar bed ging stuurde ik de eerder gemaakte foto’s naar een vriendin met de passende ondertitel wat een slagschip. Voelend dat de tas supergaaf was, maar dat ik er gewoonweg de klik niet mee had.
Op zondag volgde wederom een serie handelingen want de tas mocht weer worden ingepakt en klaargezet zodat hij terug kon naar het postkantoor. En mijn vriendin appen dat ze gelijk had: de tas heeft het recht ‘er een beetje verliefd op te worden’.
Toen ik die avond in bed wilde stappen met volle tevredenheid over mijn keuze dat ‘dit niet mijn tas was’, viel me ineens iets in. Als donderslag bij heldere hemel. De rillingen liepen me over de rug. Logisch dat dit hele gebeuren me zo raakte, maar toch… toen ik besefte wat me raakte was ik er even door van slag.
Holy smoke….. deze tas… dat ben ik!
Ziet er in eerste oogopslag redelijk normaal uit. Zwart. Gewoon. En toch apart. Maar dan… van opzij. Zoveel ruimte innemend. Zo huge, zo kolossaal. Opgeblazen lucht. Nergens voor nodig ook. Kan het niet wat minder? Ik voelde in elke vezel van mijn lijf: ‘deze tas laat dus zichtbaar zien hoe ik mezelf ervaar in deze wereld‘. Omdat ik best oké ben met mijn inhoud en wat ik breng, maar zou willen dat ik minder AANWEZIG ben in de wereld, wil ik dus ook niet dat mijn tas dat is….
Ik voel het. Besef het. Weet ook dat er geen mogelijkheid terug is. Het nieuwe slagschip aan mijn zijde mag de komende maanden of jaren me de weg gaan wijzen naar de plekken waar ik van mezelf wél ruimte in mag nemen.
Ik mag gaan dansen op de grens waar ik naar de wereld roep ‘hou je van me?‘ en de wereld terugkaatst ‘stel je niet aan!‘
Ik mag ruimte gaan innemen, daar waar ik het liefst onzichtbaar ben. Ik mag mijn plek claimen, daar waar ik het liefst niemand tot last wil zijn.
En ik mag meningen opwekken, niet omdat ik een andere smaak heb (wat mijn veiligheid was bij mijn huidige tas) maar omdat ik als persoon ánders ben.
Groots. Intens. Ruimte banend met mijn emoties voor mezelf en daarmee voor anderen. Met het beeld van de tas aan mijn zijde mag ik op zoek naar mezelf. Nog meer. Nog dieper. Elke dag een stukje verder in mezelf. Zodat ik uiteindelijk voel dat ik simpelweg kan rusten in zijn. En de vorm er niet langer toe doet. Ik er niet meer toe doe. Omdat alles geaccepteerd is wat er gewoonweg mag zijn…