Het viel me al een paar dagen op; heerlijke pianomuziek in de gangen van de school. Op hoog niveau gespeeld en veelal klassieke stukken. Met een kop thee kon ik heerlijk onderuitgezakt in mijn stoel wegdromen en ervan genieten. Ik wist niet wie er speelde maar gokte dat het meerdere leerlingen waren. Soms kwam er namelijk ook gewoon ouderwets ‘gepingel’ tussendoor. Totdat ik op een gegeven moment, toen ik er die dag wat beter op lette. merkte dat bepaalde stukken telkens herhaald werden. Na gepingel of wat recentere stukken kwam telkens een bepaalde melodie voorbij. Ik besloot eens op onderzoek uit te gaan.

Ik duwde de deur van het pianolokaal zachtjes open en zag Rens op de stoel zitten met een grote glimlach op zijn gezicht. Die glimlach had hij altijd als ik hem zag. het was een heerlijke jongen. voorkomend, vriendelijk, meegaand en altijd vrolijk. Hij keek niet op en ik wilde niet storen dus stond ik maar een beetje daar in de deuropening. Een blik op mijn horloge vertelde me dat het bijna pauze was. Ik liep naar zijn klas en wachtte even tot iedereen opgestaan was en naar buiten ging.

‘Ik zag Rens op de piano’, zo opende ik het gesprek naar de docent. Hij keek me aan ‘dat verbaast me niks, daar zit ie de hele week al achter’. Na mijn verbaasde blik vervolgde hij ‘je was er even tussenuit, je hebt het misschien niet meegekregen… Rens is niet meer houdbaar in de klas. Het duurt bijna een half uur voordat hij aan het werk is en áls ie al aan de slag gaat dan vind ie dat ie na 5 minuten klaar is. We hebben afgesproken dat we hem werk zouden opgegeven en als hij dat af heeft dan mag ie op de piano. Maar het gevolg is dat hij dus 3x 5 minuten per dag werkt en de rest maar wat rondhangt’.

Ik keek mijn collega aan. ‘is dat wat jullie ook willen van hem? Wat is zijn toekomstperspectief?’. Hij zuchtte, schudde zijn hoofd en knikte naar het koffie-apparaat. Terwijl we erheen liepen legde hij me uit dat ze het niet meer wisten. Was het ADHD? Had hij wellicht toch een hersenbeschadiging opgelopen? Hoe kon je een jongen waarvan je niet wist ‘wat er was’ toch bieden wat hij nodig had? We hadden een prettig gesprek, waarin me meer voorbeelden van bijzonder gedrag werden gegeven. Wat mij duidelijk werd was dat hij Rens een leuke gast vond. Maar leren? Dat kan ie niet….

Rens gaf me een stralende glimlach en zei “wat leuk” toen ik hem vroeg voor een gesprekje. In mijn kantoor nam hij de aangeboden kop thee aan. Hij scheurde een suikerzakje open en gooide de inhoud in zijn thee, pakte vervolgens nog een suikerzakje en toen hij een derde wilde pakken vroeg ik of hij het hele potje leeg zou maken als ik het niet weg zou nemen. “Dat zou heel goed kunnen” zei hij, en met vrolijke ogen keek hij mij aan. “Je kent jezelf volgens mij best goed”, gaf ik hem terug. Hoe zit dat met piano spelen? Als we je de kans geven, doe je dat dan ook de hele dag? “Ja” zei hij, schudde vervolgens zijn hoofd, keek even naar beneden en zei toen ‘behalve de pauzes, want die zijn te gezellig”. En weer straalde zijn gezicht toen hij me aankeek.

“Hoe zit het dan met schoolvakken?’ vroeg ik hem. ‘Hoe zie je dat? Zijn die ook leuk?’ Direct was zijn aandacht weg, draaide hij zijn hoofd naar de gang om te kijken of daar iets interessant gebeurde en toen ik hem ‘bij het gesprek haalde’ gaf hij me aan dat hij deed wat de docent aan hem vroeg, maar dat ie er niks aan vond. De plotselinge omslag intrigeerde me. Zijn glimlach was verdwenen. Het leek alsof alles in hem focuste op ‘gezelligheid’ en daar hoorde kletsen in de pauze en pianospelen wel bij, maar werken uit je boeken zeker niet. Ook in het verdere gesprek bleek geen motivatie voor een toekomstige beroepsopleiding te vinden. Ik kraakte mijn hersenen maar vond geen duidelijke ingang. Hoe zou ik hem in beweging kunnen krijgen?

Ik liet hem teruggaan naar de klas en zette zuchtend mijn beeldscherm aan. Het irriteerde me dat ik geen enkel aanknopingspunt kreeg waarop ik hem intern kon motiveren. Hoe moest het met hem nou verder? Wij boden onderwijs aan jongeren met een combinatie van GGZ-problematiek en gedragsstoornissen maar als wij deze jongen niet eens ‘tot leren kregen’, welke toekomst had hij dan nog voor zich liggen? Toen ik nog eens nadacht over ‘gezelligheid’ viel me iets in. Ik stond op, haalde even diep adem en pakte de telefoon. Mijn collega van de jeugdkliniek nam op en verbond me door met de kinderpsychiater. Zij gaf aan dat ze mijn plan extreem vond maar als alle betrokkenen mee wilden werken, het wel iets kon zijn dat zou werken. Ik mocht het bespreken en we zouden Rens eerder inbrengen in de wekelijkse vergadering.

Om 3 uur riep ik mijn collega’s bij elkaar en legde hen uit wat ik van plan was en hoe dat inging tegen elke vezel van mijn lijf. Maar ik wist ook dat het zou kunnen werken. Mijn collega’s luisterden terwijl ik het plan uitlegde: we zouden hem de toegang tot school gaan weigeren. Slechts 2x maximaal 20 minuten mocht hij aanwezig zijn en dan ook nog alleen als hij aan het werk was. Hield hij het vol dan mocht hij tot het einde van de afgesproken tijd blijven en zou hij de dag erna 10 minuten langer mogen blijven. Ging het niet dan ging hij eerder terug naar de leefgroep en zou hij het dagdeel erna een herkansing krijgen. Ze keken me aan en hun ogen leken te zeggen wat ik voelde; ‘mag je een kind school ontzeggen?’. Ik legde mijn plan uit; dat Rens op school kwam enkel voor de gezelligheid. Dat hij dit nu ook kreeg en bijna afdwong dat het de hele week feest voor hem was. Dit mochten we gaan omdraaien, hem leren dat school is om te leren en als dat goed gaat dat er dan een beloning volgt.

Zowel de docenten, mijn directeur en ook de leiding op de kliniek gaven me het voordeel van de twijfel en dus mocht ik het nu samen met de groepsleerkracht aan tafel met Rens om het plan uit te leggen. Deze lachte niet toen hem het plan werd meegedeeld. Hij protesteerde en zei ‘ik heb leerplicht, je mag me school niet onthouden’. Ik keek hem aan, legde uit dat ik snapte dat hij het zo voelde. Hij had een GGZ opname, was vrijgesteld van de leerplicht en liet merken in zijn gedrag dat hij geen hele dagen op school kon zijn. “Je drive om te leren kan ik wel waarderen, dus als je erom vraagt zal ik zorgen dat je boeken en werk op de leefgroep kunt kijken. Maar op school starten we met dit beloningssysteem om te kijken hoever je kunt groeien.” Ik voelde hoe mijn wangen rood werden, dit doorzetten was echt een beproeving voor me, maar ik hoopte zó dat het zou gaan werken dat dit het proberen waard was.

De eerste week was zwaar voor mijn gevoel. De leiding vond het lastig om hem op de groep te laten terwijl ze de rest kwamen brengen, om even later nogmaals ‘op en neer te lopen’. Ik voelde me schuldig als ik Rens zonder glimlach de school in zag komen en ik merkte aan de docent dat hij het een strak schema vond. En ik kromp bijna ineen als ik Rens teleurgesteld de school zag verlaten als hij het ‘tot het einde had volgehouden’ en er in zijn ogen niet direct een beloning volgde. Extra schooltijd waarin enkel ‘gewerkt’ mocht worden vond hij nou niet echt stimulerend…

Maar het werkte wel!

Bijna elke dag won Rens er tijd bij. Samen ontdekten we dat de grens voor ‘geconcentreerd werken’ op 40 minuten lag, maar dat hij het voor elkaar kreeg om de pauzes te verdienen. Rens leerde zijn behoefte uitstellen en hij sprong letterlijk in de lucht toen hij voor de eerst keer als einde-dag beloning ook weer op de piano mocht. De mooiste beloning kwam na ongeveer een maand, toen hij een hele week had volgehouden het programma dat de docent hem gaf te volgen en hij mocht kiezen wat hij op vrijdagmiddag wilde gaan doen. Met het keuze-vel voor zijn neus zag ik aan zijn glimmende ogen dat hij het liefste bij alle opties een kruisje wilde zetten… zóveel mooie vrije activiteiten had hij te kiezen. Met zijn tong tussen zijn lippen nam hij alle mogelijkheden door. Ik keek hem aan, legde mijn hand over het blaadje en zei ‘is dit net zoiets als de drie suikerzakjes? Dat je het liefste alles doet?” Rens keek me kort aan en knikte en keek toen weer naar het blaadje. “Je mag kiezen” zei ik hem, dat is eigenlijk de bedoeling, dat je twee activiteiten kiest en erbij blijft. Maar misschien mogen we die uitdaging tot volgende keer bewaren. Wat zou je ervan vinden als ik een hokje teken met de mogelijkheid tot ‘de hele middag vrij rondlopen en als je wilt piano-spelen’?

Ik hoefde zijn antwoord niet af te wachten, het werd duidelijk gemaakt in het papier dat direct naar me toe werd geschoven. En terwijl ik de verdere middag genoot van de pianomuziek die door de schoolgangen klonken zag ik geregeld een vrolijke jongen met glimmende ogen voorbij huppelen. En ik wist dat we het juiste hadden gedaan…