In deze blogpost uit mijn onderwijsperiode van bijna 15 jaar geleden maar die me als de dag van gister bijstaat, neem ik je mee op een bijzondere reis met één van mijn leerlingen. Tijdens deze reis stuitte ik op mijn eigen grenzen, worstelde met gedragsproblemen en onderzocht hoe nonduale pedagogiek kan worden gebruikt om effectiever met deze uitdagingen om te gaan. Ik leerde dat mijn emoties en reacties niet los staan van die van Elianne, maar intrinsiek met elkaar verweven zijn. Door bewust te navigeren door deze complexiteit en de nonduale aard van onze relatie te erkennen, ontdekte ik hoe ik een balans kon vinden die zowel Elianne’s educatieve ontwikkeling als mijn eigen welzijn bevorderde.
Het verhaal begint
Elianne komt met een grote glimlach mijn klas binnen en loopt naar haar plekje rechts voorin. Ze neemt plaats achter haar tafeltje, slaat een diepe zucht, maakt haar schrift open maar draait vervolgens direct haar hoofd naar het raam. Ik loop naar haar toe, zeg ‘ga maar met iets leuks aan de slag’ en loop weer door. Omdat ik weet dat ze het ’s ochtends altijd zwaar heeft, hebben we afgesproken dat ze met een creatieve opdracht gaat beginnen. Als ik de ronde door de klas heb afgemaakt en terug ben bij mijn bureau zie ik dat ze is opgestaan en door het raam naar buiten tuurt. Ik overweeg even wat het beste is. Als ik niets doe kan ik straks het verwijt krijgen dat ik er niet voor haar was, dat ik haar pijn niet gezien heb, Ik besluit kort met haar te praten en dit lijkt op te luchten. We praten nog een minuut of vijf voordat ik haar nogmaals het signaal geef te gaan zitten en aan de slag te gaan. Zitten doet ze, maar nog voordat ze haar potlood kan oppakken lopen er dikke tranen over haar wangen. Ik kijk haar aan en knik kort naar haar tekenschrift. Ze snuift, slikt en zegt met dikke stem ‘juf, ik voel me niet goed. Mag ik even op de computer?’ Ik schuif met mijn bureaustoel naar haar toe. “Nee Elianne, je weet wat we hebben afgesproken. Dat gaan we niet doen”.
Ik kon op haar reactie wachten…
Ze wordt boos, kijkt naar de grond, haalt snuivend adem. Dan kijkt ze mij aan, haar ogen spugen vuur en de eerste tranen wellen op. “Bitch” knalt ze eruit. “je geeft gewoon niks om me, daarom mag dat niet”. En terwijl de huilbui doorzet geeft ze aan… je ziet niet eens hoe rot ik het heb. Ik zit al m’n hele leven in tehuizen, mijn vader mag niet voor me zorgen, mijn vriendje heeft het gister uitgemaakt, vannacht heb ik weer gekrast en nu mag ik van jou ook al geen afleiding…” En al huilend loopt ze mijn klas uit…. op weg naar het computerlokaal beneden waar ze naar alle waarschijnlijkheid tot aan de pauze gaat zitten werken met een smoesje als ik niet snel naar beneden bel.
Ik zucht. Zullen we dan nooit verder komen? Ik word er moedeloos van….
Elianne is een meisje dat continue eisen aan me stelt, mijn aandacht opeiste en me het gevoel geeft dat ‘wat ik ook doe, het nooit genoeg is. Ze zegt ook vaak dat ik niks om haar geef en dat ik haar niets gun. Als ze dit doet raakt het me. Omdat het niet waar is. Omdat ik al zo ongelofelijk veel rekening met haar houd. Ik besteed veel aandacht aan haar, onredelijk veel aandacht zo lijkt het soms. Ik heb namelijk andere kinderen in de klas waar ik de laatste tijd nauwelijks aan toe kom. Ik blijf maar in gesprek met haar. Luisteren naar wat er allemaal niet goed gaat. Discussies over de afspraken en of ze deze keer wat ‘anders’ mag. Daarnaast staat Eline niet open voor kritiek en schuift alle verantwoordelijkheid van zich af. Altijd hebben anderen het gedaan. Zoals ik haar zie manipuleert ze en probeert op alle mogelijke manieren haar zin te krijgen. Ze is zeer impulsief en kan zichzelf soms nauwelijks bedwingen. Ik weet dat ik haar bij me mag houden maar hoe doe ik dat als ik het heel eerlijk gezegd eigenlijk niet meer wil?
Op onderzoek dan maar….
Met een grote stapel dikke pillen verdwijn ik naar een leeshoek om alles wat ik kon vinden over zelfbeschadiging en borderline door te nemen. Ik weet dat ik voorbij de diagnose mag kijken, maar ik heb geen opties meer en wil graag een ingang bij Elianne vinden. Wat kan ik anders doen dan ik altijd deed? De meeste boeken die te vinden zijn vrij algemeen en het lijkt er even op dat ik niets vind waarmee ik de volgende dag op een andere manier de klas mee instap. Totdat ik het boek van Koos Krook, “Borderline de baas, gids voor naastbetrokkene” opensla, een boek dat mijn ‘omgang met Elianne voor altijd verandert heeft.
‘Niemand is schuldig aan het ontstaan van Borderline, noch degene zelf nog de naastbetrokkenen’,
‘Als de stoornis eenmaal de kop op heeft gestoken blijkt het in de praktijk over het algemeen erg moeilijk, met het gedrag dat met de stoornis gepaard gaat, om te gaan’ schrijft Koos. Een zucht ontsnapt aan mijn lippen.Geintrigeert lees ik verder. Koos schetst een groot verschil tussen Borderline en Borderlinegedrag. Aan dat eerste kan ik niets veranderen, maar op het tweede heb ik erg veel invloed, zowel op het ontstaan als het voortbestaan van het gedrag. Dit gezichtspunt is nieuw voor me! Als ik dit toepas op mijn situatie als docent geeft het mij enerzijds aan dat borderlinegedrag stress oproept bij mij als docent en dat ik vanuit deze rol probeer het gedrag in te perken. Dit is allemaal nog erg logisch. Echter het gedrag dat ik vanuit mijn eigen gevoel zou willen laten zien werkt volgens Koos averechts, niets lijkt dan goed te zijn. Inderdaad herken ik dit uit mijn praktijksituatie. Het model van Kroos geeft aan dat dit gedrag van naastbetrokkenen ( en dus van mij als docent) borderlinegedrag eerder triggert dan inperkt. En hoe empathischer je bent hoe sterker het borderlinegedrag kan opspelen, zo lees ik tussen de woorden door. Onbewust en ongewild beïnvloeden de naastbetrokkenen en de borderliner elkaar, zonder dat ze dit weten en zonder dat ze weten hoe het anders zou moeten. Kroos geeft in zijn boek diverse praktische uitwerkingen over hoe om te gaan met borderliners en hun typische gedragingen en waarom het belangrijk is om hier op een bepaalde manier mee om te gaan.
Ik neem zijn vele voorbeelden ter harte en besluit ermee aan de slag te gaan.
Als eerste ga ik in een soort statische familie-‘opstelling’ na hoe ik reageer op haar gedrag. Ik blijk elke keer weer opnieuw de toenadering op te zoeken alsof ik wil dat ze mijn moeite waardeert en mij accepteert. Zodra ik echter te dicht bij kom met een advies, een grens of een compliment dan doet zij iets waardoor ik me rot ga voelen (of haar eigenlijk minder aardig). Het gevolg is dat ik op een onnatuurlijke manier afstand ga nemen. Dat dit anders mag dat snap ik. Ik besluit haar gedrag als signaal te gaan zien en ga de komende weken bij mezelf na; Ik mag proberen, ongeacht haar reactie op mij ‘op dezelfde positie te blijven staan, niet de nabijheid op te zoeken en ‘het goed te willen doen’ maar ook niet de afstand nemen die ik zelf eigenlijk ook niet wil. Ik ga me de daarop volgende weken bewust afvragen: Ben ik onduidelijk in mijn grenzen geweest? Ben ik niet consequent? Neem ik teveel de verantwoordelijkheid over? Geef ik teveel kritiek of advies? Ga ik teveel mee in de emotie? Wil zij mij iets vertellen?
In een gesprek met Elianne geef ik alles aan wat ik ga veranderen.
Ik zag op tegen het gesprek, het voelde echt alsof ik haar moest gaan ‘inkaderen’ terwijl zij zoveel ruimte nodig had voor haar emoties. In de praktijk betekende het bijvoorbeeld simpelweg dat zij zich moest gaan houden aan het dagprogramma, geen ‘creatieve start’ meer maar hetzelfde doen als alle anderen. Ik had verwacht dat ze in het verweer zou gaan, dat ze me zou vertellen dat ik niet meer om haar gaf, maar dat gebeurde niet. Ze keek me aan, haar gezicht ontspande. Even vernauwden haar ogen zich, als een kat die z’n prooi bekijkt. Ik keek rustig terug, liet niets merken van mijn emoties en zei ‘dat ik van iedereen hoge verwachtingen heb en dat ik die ook van haar wilde hebben’. De afgelopen tijd had ik ze naar beneden bijgesteld en ik was erachter gekomen dat ik haar daarmee te kort deed. Ze verdiende het beste van mij om het beste in zichzelf naar boven te kunnen halen op onderwijs gebied. Haar gezicht ontspande tijdens het gesprek, ze knikte en even leek het zelfs alsof er een kleine glimlach verscheen. Ik was erop voorbereid en zorgde dat ik tegelijkertijd hartelijk en zakelijk bleef, hoe moeilijk ik het ook vond.
Al na slechts drie weken merk ik een duidelijk verschil
In de dagen en weken erna verbaasde ik me erover hoe prettig zij het leek te vinden dat ik niet afweek van mijn afspraken. Ik deed wat ik eerder had gezegd, niet meer en niet minder. Mijn eerdere reacties (hoe goed bedoeld ook) leverden bij haar onduidelijkheid op en dus angst. Doordat ik consequenter werd en benoemde dat ik om haar gaf maar me wel aan de afspraken zou houden kon zij zich makkelijker bij grenzen neerleggen. Daar waar ze voorheen wegliep of gewoonweg deed waar ze zin in had wacht ze nu mijn reactie af en (hoewel soms met woede) legde ze zich hier wel bij neer.
Ik besluit door te gaan met deze insteek. Mijn goede omgang met haar zorgt uiteindelijk voor een positiever zelfbeeld. Ze krijgt hierdoor meer ruimte om aan zichzelf te werken en zichzelf te ontwikkelen. En daar gaat het uiteindelijk toch om op school! Een paar maanden later gaat Elianne gewoon aan het werk als ze op school komt. Ze weet dat er voor haar geen uitzondering kan zijn. Ik mijn improvisatievermogen niet te veel mag inzetten bij haar. Ik sta ten hoogste toe dat ze langzamer werkt maar ze weet inmiddels ook dat er hierdoor minder ruimte is voor ‘leuke’ dingen.
En soms raakt ze me echt weer even…
‘Juf’, zei ze nadat ze op de derde ‘mag-ik-vandaag-voor-deze-ene-keer’-vraag een ‘nee’ te horen had gekregen… ‘ik blijf het lastig vinden als je me geen ruimte geeft. Vanbinnen voel ik dat je dat doet omdat je juist veel om me geeft. Ik word er nu soms nog een beetje boos van maar ik beloof je dat ik ‘dank je wel’ kan zeggen als ik hier straks uit de klas wegga. Dat heb je verdient’. Ik zie nog net haar blonde paardenstaart de deur uithuppelen als ik ontroert een brok in mijn keel wegslik…