Soms greep ik als docent in mijn VSO periode terug naar ‘oude straffen’. Zo ook deze leerling, die ik strafregels had gegeven. 50 keer moest zij van me schrijven: “ik mag niet zonder vragen de school in gaan“. Ze was het hiermee niet eens en kwam zoals verwacht naar mijn bureau om protest aan te tekenen. Haar commentaar: ‘ik heb wel gevraagd of ik naar binnen mocht, je had me alleen geen toestemming gegeven. Deze strafzin slaat nergens op en dus ga ik dit niet schrijven’.
Zonder blikken of blozen nam ik het velletje papier terug, zei dat ze volledig gelijk had en veranderde de strafwerkzin in: “ ik mag niet zonder toestemming de school in gaan, of door de school lopen, voor welke reden dan ook“. Desbetreffende leerling nam het velletje met een triomfantelijke grijns terug in ontvangst. Haar grijns verdween echter snel toen ze zag wat ik gedaan had. Hardop las ze vervolgens de nieuwe strafzin op boze toon voor aan de overige leerlingen. De grijns die bij haar was verdwenen verscheen even zo plotseling bij haar medeleerlingen die de lol van de extra lange strafzin wel inzagen….
Ze pufte, sjokte naar haar plek en begon te schrijven. De regels leverde ze keurig op tijd in en de kans op het veranderen van de zin heeft ze nooit meer genomen. De rest van de klas overigens ook niet.