Hoewel de focus bij hoogsensitiviteit vaak ligt op het gedrag (emotionaliteit en overprikkeling), is dit gedrag eigenlijk een gevolg van processen in de hersenen: de diepere verwerking van prikkels. Acevedo en collega’s publiceerden in 2014 een neurobiologisch onderzoek over deze diepere verwerking van prikkels in het zenuwstelsel van hoogsensitieve mensen. In dit onderzoek zijn een aantal zaken opgevallen bij hoogsensitieve mensen. In deze blog worden deze onderzoeksbevindingen besproken. We gaan in op welke hersengebieden er allemaal betrokken zijn bij de diepere verwerking van prikkels en leggen uit wat dit in de praktijk betekent.

Sterker bewustzijn en invoelend vermogen

Als eerst werd op de MRI-scans van de hersenen zichtbaar dat hoogsensitieve mensen een sterkere respons hebben op emotionele foto’s, met name foto’s van mensen die dicht bij hen staan. Op deze scans is te zien dat de insula vaak wordt geactiveerd. De insula is het hersendeel wat je de ‘binnenkant’ van jezelf laat ervaren en waarmee je door middel van spiegelneuronen de ander kunt aanvoelen. Deze actieve insula zorgt ervoor dat de kracht waarmee zaken bij hoogsensitieve mensen binnenkomen, inclusief de emoties van anderen, sterker is. Hoogsensitieve mensen zijn dus gevoeliger voor hun omgeving. 

Sterkere motivatie en actieplanning 

Daarnaast bleek uit dit onderzoek dat er bij hoogsensitieve mensen positieve associaties zijn met de cingulate en de pre-motor-area(PMA). De anterior cingulate cortex (ACC) signaleert prikkels met een belonings- of strafkarakter, prikkels die gepaard gaan ‘fouten’ in gedrag. Het PMA-gebied zorgt voor een lichamelijke reactie op bewegingen in het gezicht en de lichaamshouding van je gesprekspartner. Deze combinatie van veelvuldig aanwezige spiegelneuronen met de actieve ACC- en PMA-gebieden in de hersenen, maakt dat HSP’ers de emoties en bedoeling van de ander extra goed kunnen aanvoelen, en van daaruit een (bewust of onbewust) actieplan maken waarin het belonings- en strafkarakter een grote rol speelt.

Metaforen en taalbegrip

De hersengebieden die te maken hebben met de verwerking van taal lichten ook vaker op bij hoogsensitieve mensen. Bijvoorbeeld de Middelste temporale gyrus (MTG),welke is betrokken bij het verwerken en interpreteren van woorden, bewegingen en intenties; ook wel sociale perceptie genoemd. Daarnaast is het gebied belangrijk bij andere aspecten van taal, zoals het nazeggen van zinnen, het vormen van zinnen en het koppelen van woorden aan de hand van hun betekenis. En ook de Gyrus Angularis (AG) welke een rol speelt bij het begrijpen van metaforen (beeldspraak), en de Inferieure frontale cortex (IFG),het gebied dat betrokken bij het vermogen om sociaal te leven en te communiceren met anderen. Dit laatste gebied zorgt vooral voor de interpretaties van gezichtsuitdrukkingen en emotionele reacties. Een sterke oplichting van deze IFG toont correlaties met het vermijden van risicovol gedrag en is betrokken bij go/no-go reacties.

Neiging tot vermijding gekoppeld aan opvoeding

Omdat deze hersengebieden meer en intensiever verwerken, zal een hoogsensitief persoon dus geregeld zichtbaar ‘pauzeren, afwegen en controleren’. Deze langere verwerkingstijd is tevens terug te zien in het brein, in de oplichting van het dopaminerijke Ventral Tegmental Area, ofwel VTA-gebied. Het VTA-gebied speelt onder andere een rol bij de neiging tot het vermijden van lastige (sociale) momenten. VTA-neuronen reageren supersnel op nieuwe situaties, onverwachte beloningen en beloningsvoorspellende signalen. De cellen in dit gebied reageren dan automatisch op basis van hun ‘codering’ betreffende een beloning of faalverwachting, zonder dat hier een actieve gedachte aan vooraf gaat. Afhankelijk van de opvoeding die je als kind hebt gehad, zullen hierin andere afwegingen gemaakt worden. Een sensitief kind zal het immers ‘goed’ willen doen in de ogen van de ander. En wat ‘goed’ is, is afhankelijk van de omgeving waarin het zich begeeft of heeft begeven. Het kost een HSP’er wat meer tijd om dit allemaal op te vangen, te voelen, en te bedenken wat vervolgens ‘goed’ is om te doen.

Om te doen wat ‘goed’ is (en schuldgevoelens te vermijden), is het daarom als HSP’er nodig om je eigen gedrag kunnen monitoren en (indien gewenst) te kunnen onderdrukken. Het remmen van gedrag zonder verdere invloed van buitenaf wordt gestuurd door een goed ontwikkelde dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC). Dit kost echter wel tijd, en betekent in de praktijk dat HSP’ers langzamer komen tot een reactie op een vraag en meer tijd nodig hebben voor het formuleren van hun mening of het nemen van een beslissing. 

Gevoeligheid voor anderen

Het lijkt er dus op dat bij iemand met HSP het brein gefocust is op het maken van de beste afweging, met name ook in reactie op anderen. De grote mate van bewustzijn van omgevingsprikkels maakt dat HSP een eigenschap is welke geassocieerd wordt met verhoogd bewustzijn van stemmingen van anderen. HSP’ers zijn dus als het ware altijd gefocust op anderen met als doel de ander tevreden te stellen.

Deze gevoeligheid en ontvankelijkheid voor de omgeving wordt gecoördineerd door de thalamus. Dit is een belangrijk schakelstation voor allerlei informatie van zintuigen onderweg naar de hersenschors. Deze poortwachter laat bij mensen met hoogsensitiviteit meer prikkels door dan bij mensen zonder hoogsensitiviteit. Simpelweg kunnen we zeggen dat hoogsensitieve mensen meer zien, horen en voelen dan hun niet-sensitieve medemens.

Dat mag wat kosten.. 

Deze ‘winst’ aan signalen is echter niet gratis, en wordt door veel hoogsensitieve mensen betaald met stress. Dit blijkt uit onderzoek waarin mensen visuele zoektaakjes moeten doen, waarbij de cognitieve prikkeling en het stressniveau wordt gemeten.

Voorbeelden van dergelijke zoektaakjes zijn platen waarin dwars door elkaar een groot aantal letters en cijfers staan en vervolgens is het de bedoeling dat je zo snel mogelijk een lijn tekent van A naar 1, naar B en via 2 naar C, totdat je aan het einde bent. Of oefeningen met lachende en huilende gezichten (emoties), of foto’s met ‘zoek de verschillen’.

Hoogsensitieve personen volbrengen deze taken vaak sneller, en maken minder fouten. Dit kost hen echter wel veel. Hoewel ze minder tijd nemen voor het uitvoeren van de taak, hebben ze nadien meer tijd nodig voor het herstellen ervan. Vertaald naar de praktijk betekent dit dat hoogsensitieve mensen meer behoefte hebben aan pauzes tussen prikkels (zoals taken, ontmoetingen en situaties) door, om ervoor te zorgen dat de snelheid en foutloosheid ook in de volgende taak blijft bestaan.

HSP kenmerkt zich met name door die verhoogde prikkelgevoeligheid. Dit is in de hersenscans te zien in de vele verschillende gebieden die in het brein sterk activeren. Dankzij deze activiteiten in het brein ontstaat het ‘diepere verwerken’ dat de HSP’er kenmerkt.

De kostprijs van deze diepere verwerking is vaak stress. Hierdoor hebben HSP’ers de neiging om zichzelf in rust en/of stilte weer op te laden. Bij oververmoeidheid (overprikkeling) laten de bovengenoemde hersengebieden namelijk verminderde activiteit zien, waardoor ze minder goed werken.

In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld toch ‘ja’ zeggen terwijl je eigenlijk ‘nee’ had willen zeggen, vaker meegaan in de redenatie van de ander ook wanneer je voelt dat deze niet klopt, of het maken van minder goede keuzes. Wie kent immers niet het gevoel in de supermarkt aan het einde van de dag ‘dat het deze ene keer niet zo erg is om ook zoveel lekkere dingen uit te kiezen?’ HSP’ers hebben dus als het ware in snelheid en accuratesse een stap voor op anderen, maar zetten daarna een stap achteruit. 

Stress? 

Bij een heftige emotionele prikkel wordt er direct een kettingreactie in gang gezet wat leidt tot de aanmaak van stresshormonen in de bijnieren. De adrenaline die daarbij wordt aangemaakt zorgt voor een stijging van de hartslag en bloeddruk, maakt energie vrij uit glucose en spant de spieren aan. Je kunt direct in actie komen. De zintuigen worden scherper en het lichaam wordt voorbereid om te vechten of vluchten.

Door pauze te nemen, niet te lang onder stress te werken en prikkelloze herstelmomenten in te bouwen, zorg je dat er even minder stresshormonen worden aangemaakt en juist meer herstelhormonen.

Deze herstelhormonen brengen het lichaam terug in “normaal” stand en zorgen voor reparatie, opbouw en rust. Ze brengen het feelgood gevoel terug in het lichaam waardoor het herstel kan beginnen. Doe je dit niet dan blijft het lichaam in een staat van langdurige stress. Herstel op de korte termijn is mogelijk door bijvoorbeeld rustige lichaamsbeweging (wandelen, fietsen of een sport zoals pilates). Ook meditatie en mindfullness werken goed omdat deze de verbinding met de prefrontale cortex weer herstellen.

De hoogsensitieve ervaring is samen te vatten als ‘méér genieten, maar ook méér pijn’..

Jezelf proberen te bewijzen, pleasen, perfectionisme, jezelf ‘anders’ en daarmee verkeerd voelen, een laag zelfbeeld hebben… Allemaal zaken die niet hóren bij hoogsensitiviteit maar wel voor kunnen komen bij sensitieve mensen (als we gedrag gaan duiden). Het leven is een constante uitnodiging om jezelf, op elk moment in je leven, te omarmen zoals je bent. Met al je glorieuze onvolkomenheden en oncharmante levenslessen. Het gaat over hier-en-nu aanwezig zijn, uit het epische verhaal van verleden en toekomst komen (“het verhaal van mijn leven”) en op komen dagen in dit kostbare moment. Het vraagt je radicaal open te staan voor alles wat er te ervaren is, de pijn en de vreugde, de gelukzaligheid en het verdriet, de extase en de overweldiging. Te beseffen dat je het leven zelf bent – uitgestrekt, wakker, levend, vrij – nooit gescheiden van het geheel. Zo te leven is geen bestemming., het is je geboorterecht, je natuur. Wie op alle negen gebieden het leven laat stromen die voelt; ik ben thuis!