Als kind was jij je er niet bewust van dat jij ‘jij’ was. Je deed gewoon je ding. Je sliep. Je poepte. Je dronk. Je lachte. huilde en boerde. Je ontdekte nieuwsgierig de wereld om je heen. Stond versteld van de eenvoudigste dingen. Het geluid van rijst in een beker. De beweging van een kat of een spin. Je ontdekte je handen, je tenen, de wind, blaadjes en stenen. Je ‘was’ gewoon. En dat was genoeg.

Toen je ouder werd leerde je taal kennen. En ben je ergens de ‘ik’ die taalkundig is ontstaan in je hoofd als ‘dat is wat ik ben’ gaan herkennen. Je begon te luisteren naar die innerlijke gids, die je vertelt wat je ziet daarbuiten de ramen van de tourbus. In de tourbus zitten alle waarden, meningen en belangrijke informatiebronnen die je vertellen hoe om te gaan met de uitdagingen op je weg. Als het te druk wordt met alle personages daarbinnen probeer je wellicht als chauffeur achter het stuur te kruipen.

Soms lukt dat. Soms niet. Duidelijk wordt al snel dat je er dagelijks mee bezig kunt blijven. Tot je al luisterend naar alles in die bus beseft dat je helemaal vergeten bent dat je ooit geen busbestuurder had. Geen gids. Geen passagiers…

Weet jij nog wat er was voor elke ervaring van ons leven? Wat er was voor de mooie en de meest uitdagende momenten in je leven? In die eerste jaren van je leven reed de bus al. Was er beweging. Was er genieten. Was er leren. Dus er was vast iets. Maar wat?

Voordat de bus gevuld werd met al die verschillende ego-personages, was er al ruimte in de bus. Niet als iets vasts of afgescheidens, maar als een gewaarzijn dat voortdurend in relatie staat tot wat er verschijnt. Het is de dynamische ruimte waarin alles intra-actief vorm krijgt – vrij van beperkingen, vrij van enig vast idee van ‘ik.’

Deze ‘wie ben ik’-vraag is een spirituele zoektocht. Maar hij zal je nooit leiden naar een personage in de tourbus van het leven. Het is de lege ruimte erin, die er altijd al was. Gewaar en nieuwsgierig naar de personages die hem zullen gaan vullen. Wetende dat er nooit een afhankelijkheid van is. Hoe mopperig op elkaar of ontevreden ze ook zijn.