‘Stomme mama…!!’ De uitspraak van mijn dochter ging gepaard met een klap op mijn bovenarm. Ik zuchtte. Ik had hier geen zin in. Niet nu. Niet in de haast die we nog hadden om op tijd op school te komen. Al tien minuten waren we in een woordenwisseling verwikkeld en ik kreeg haar niet uitgelegd wat ik bedoelde…

Vaak wanneer ik ouders van HSP kinderen vraag wat hun grootste problemen en zorgen zijn, komt naar voren dat rond de leeftijd van 4 tot 8 jaar er een piek is in onrechtvaardigheidsgevoelens en ofwel een directe of uitgestelde maar vrijwel altijd boze explosieve uiting daarvan.

“Overprikkeld” zeggen de meeste mensen dan. Het was even te veel. Veranderde regels, te veel prikkels. Het kind kon het allemaal niet aan. Maar wat ik zie wanneer ik goed luister naar deze voorvallen, en met name de vraag die ouders hierbij lijken te stellen is ‘luister naar mijn kind. Luister en begrijp wat hij of zij bedoelt’….

Mijn dochter begreep mij niet…

Dat dit in de praktijk niet zo makkelijk is, ontdekte ik gisterochtend weer even toen ik ‘stomme mama’ werd genoemd omdat ik simpelweg niet terug wilde draaien dat haar broertje 5 minuten op de tablet mocht als beloning voor het op tijd klaar zijn voor school. Hij had zijn boterhammen op, tas ingepakt, tanden gepoetst en schoenen aan. Hier in huis is al geruime tijd de afspraak  dat wanneer dit zo is er nog heel even op de tablet een filmpje gekeken mag worden als beloning.

Mijn dochtertje van 6 jaar had echter iets anders in haar hoofd. Papa had de dag ervoor -nadat ze wel heel lang achter de pc hadden gezeten- gezegd dat het genoeg was. Zij had niet begrepen of dat dit voor die ene dag was of voor alle dagen en was van het ergste uitgegaan. Opschieten met boterhammen of aankleden was dus ook niet nodig, want er stond toch geen beloning tegenover.

Op het moment dat haar broertje zijn toestemming van mij kreeg, werd ineens de werkelijkheid heel anders voor haar. Er was blijkbaar wél de mogelijkheid om de tablet te verdienen. Én zij had zolang getreuzeld dat dit op datzelfde moment onbereikbaar voor haar was geworden in de tijd die er nog restte.

Het drama in ons huishouden vertrok zich in heftige explosieve uitbarstingen. Van de klap die ik kreeg tot het weigeren mee te helpen met aankleden/schoenen aandoen tot aan de stille weerstand door midden op straat te blijven stilzitten en te weigeren nog een stap te zetten zonder alsnog haar door mij aangewurmde laarsjes te verwisselen voor de schoenen die ik uit zekerheid voor school toch nog maar had vastgegrepen.

Teruglopend naar huis bedacht ik me ineens dat ik laatst een TED talk had gezien die deze situatie illustreerde. Die aangaf hoe mijn ‘onrechtvaardige’ beslissing haar broertje achter de tablet te laten en dit niet terug te draaien volkomen logisch was in haar brein. En of ze zou begrijpen als ik het haar probeerde uit te leggen.

Empathie en morele ontwikkeling

De Tedtalk was van Rebecca Saxe,een professor van de cognitieve neurowetenschappen in het departement van Brain and Cognitive Sciences aan het MIT . Ze is bekend om haar onderzoek naar de neurale basis van sociale cognitie en gaf hierover een lezing waarin ze een klein beetje uit de doeken doet hoe kinderen dit systeem onder de knie te krijgen.

In een één-op-één setting werkte ze met kinderen en vertelde hun het verhaal van Ivan en Joshua, twee piraten met beide een kaassandwich. Ivan is de eerste piraat, ze laat deze vervolgens zien aan het kind waar ze mee aan tafel zit en zegt ‘Ivan legt zijn boterham bovenop de piratenkist’. Daarna speelt ze dat Ivan nog wel wat te drinken wil bij zijn lunch en even weggaat. Terwijl Ivan weg is blaast de wind de boterham op het gras. Dan komt de andere piraat, Joshua op het toneel. Ook Joshua houdt van boterhammen met kaas. En hij legt zijn boterham met kaas bovenop de piratenkist. Dan gaat ook Joshua weg om wat drinken te halen. Ivan komt terug en zegt: “Ik wil mijn boterham met kaas.” Dus welke denk je dat Ivan gaat pakken?

In het filmpje zien we dat een vijfjarig kind de boterham op de piratenkist zal aanwijzen, ook al ligt de echte op de grond. Dit kind heeft geleerd om te begrijpen dat andere mensen foute overtuigingen kunnen hebben en wat de consequenties zijn voor hun acties. De driejarige die dezelfde vraag kreeg zal echter de ‘echte’ boterham aanwijzen, namelijk die op de grond. En bij de vraag ‘Laten we kijken wat er gebeurt. Laten we kijken wat hij doet. Hier komt Ivan. En hij zeg: “Ik wil mijn boterham met kaas.” En hij pakt deze op de kist. Uh-oh. Waarom pakte hij die?’ zal de driejarige antwoorden ‘omdat die van hem op het gras lag’. En dus automatisch als verklaring geven dat ie die vieze niet meer wil maar gaat voor de fijne schone nieuwe boterham bovenop de piratenkist. 

Natuurlijk stopt ontwikkeling niet op je vijfde. De morele ontwikkeling die een belangrijke stap zette tussen het derde en vijfde levensjaar zet een vervolgsstap in de jaren erna. Deze ontwikkeling is te ontdekken door niet naar een voorspelling van de actie van een ander te vragen, maar naar een moreel oordeel. De driejarige die de vraag kreeg of het gemeen en stout is van Ivan dat hij Joshua’s boterham pakt, zal ‘ja’ antwoorden. En zal ook aangeven dat Ivan hiervoor gestraft moet worden. Dat is niet zo verrassend gezien het feit de driejarige dacht dat die boterham enkel genomen werd omdat hij de eigen vieze boterham niet meer wilde opeten. De vijfjarige begreep echter volledig waarom Ivan Joshua’s boterham pakte. Toch zal het zeggen dat het gemeen en stout van Ivan was om Joshua’s boterham te pakken. En ook dat het gestraft moet worden. En pas bij zeven jaar krijgen we een wat meer volwassen reactie zoals ‘nee, Ivan hoeft niet gestraft te worden. De wind moet gestraft worden’. 

In het kort is een driejarige dus niet in staat om zich te verplaatsen in een ander en kan een zevenjarige dit wel. Bij de kinderen die hier precies tussenin vallen dénk je als buitenstaander soms dat zij zich al heel redelijk kunnen inleven in anderen. En wanneer er dan een woedeaanval of verschrikkelijke huilbui voorbij komt omdat iets ‘onrechtvaardig is’ dan voelt dat alsof ze zich verschrikkelijk aanstellen. Ze snappen het immers toch?? Waarom doen ze dan zo moeilijk?

Ineens begreep ik mijn dochter wel een heel eind beter…

Deze situatie naspelend met mijn kinderen maakte het volkomen duidelijk hoe zelfs bij de piraten met boterhammen mijn zoontje de wind inderdaad de schuld gaf maar mijn dochtertje vond dat Ivan verkeerd was (ook al kon ze met haar zes jaar wel aanwijzen welke hij zou pakken en waarom). En in het nagesprek konden zij ook zien hoe dit leek op de onrechtvaardige beslissing van mij om een gebruikelijke huisregel gewoon door te zetten omdat ik niet van hun vader had gehoord, dat hij daar een andere beslissing in had genomen. Het enige rechtvaardige in de ogen van mijn dochter was als ik mijn zoon alsnog, toen zij me de ‘nieuwe’ regel kwam melden, hem zijn tablet-tijd weer af had genomen.

De wetenschap hierover en het nagesprek versnelde haar morele ontwikkeling niet. Nog altijd is Ivan stout en verdient hij straf net zoals mijn beslissing onrechtvaardig was. Maar het veranderde wel mijn kijk op haar. In plaats van mijn standpunt te willen uitleggen en verdedigen kon ik haar nu simpelweg aankijken, mijn armen om haar heen slaan en zeggen ‘het is oneerlijk he? Jij had het allemaal graag anders gewild’.

En uiteindelijk bleek dát ons weer bij elkaar te brengen. En zo zaten we nog een tijdje op de bank, de armen om elkaar heengeslagen, terwijl bij ons beiden de tranen over de wangen liepen….

Voor wie de hele TedTalk wil zien, kijk hier: