“Niet ontwijken Xandra, ga het aan!” Het commentaar van mijn improvisatie docente leek na te galmen in mijn oren. Bijna kinderlijk voelde ik de neiging in me opkomen om te zeggen: ‘Ik wilde het niet ontwijken. Ik ga het wel doen. Ik wilde alleen eerst even wat drinken, dat zou ik in real life waarschijnlijk ook willen doen…’
Ik stond op het podium, mijn rug naar het publiek gekeerd. Schuin achter me zat een medespeelster die als enige op mijn feestje was gekomen, terwijl alle andere bezoekers hadden afgemeld. Terwijl ze me het cadeautje overhandigde met een: ‘Dit is echt iets voor jou’. Aangevuld met een zwoele blik en de opmerking: ‘het staat je vast fantastisch!’ De intonatie, de lichte knik die daarbij met het hoofd gemaakt werd en de blik die over mijn lichaam dwaalde… in al mijn vezels voelde ik dat het een sexy setje zou moeten zijn.
Razendsnel dacht ik na over mijn keuzes.
Hoe ging ik het aanpakken terwijl het publiek zat toe te kijken? Ik deed net alsof ik het onzichtbare cadeau van pakpapier ontdeed en hield het niemendalletje met twee handen in de lucht, mijn duim en wijsvinger geklemd alsof ik de schouderbandjes vasthield.
Terwijl ik deed alsof ik het pakje voor me hield en probeerde in te schatten of het me paste hoorde ik haar zeggen ‘Oh, staat je vast beeldig! En dit extra gat daar onderaan…. precies goed!’ Ik voelde hoe mijn bloed sneller ging stromen. Mijn wangen waren ongetwijfeld roodgloeiend. Géén idee waar deze scene zou gaan eindigen…
‘Toe, pas het eens aan?’
Ik hoorde haar woorden als in slowmotion binnenkomen. Ik draaide me om terwijl ik knikte als teken ‘dat ik het ging doen’. En daar stond ik. Mijn rug naar het publiek. In afwachting van een denkbeeldige striptease die ik op zou gaan voeren.
‘Eerst koffie! Mag ik een bakkie?’ Ik hoorde het mezelf zeggen. En gelijk volgde de opmerking van de docente. Ze had gelijk. Niet dat ik de scene niet aan zou gaan. Maar ik kocht tijd. Tijd om mijn gevoelens onder controle te krijgen. Tijd om na te denken. Maar eigenlijk – als ik eerlijk ben – tijd om na te gaan of er een manier was om eronderuit te komen.
Durf ik het aan te gaan?
En terwijl ik daar stond, die minuten erna, me fictief ontdoend van alle kledingstukken, bedacht ik me dat dit is wat er gebeurd in het echte leven. De hele dag door zijn we aan het proberen om wegen te bedenken waardoor we zaken niet aan hoeven te gaan. Lastig telefoongesprek? Mailen kan ook! Moeilijke beslissing te nemen? Wie weet heb ik morgen daar een helder inzicht over. Een langdradige klus oppakken? Binnenkort heb ik daar vast de energie voor…
In de scene was ik bijna toe aan een volgende impuls. Achteloos haakte ik achter de rand van mijn denkbeeldige slipje en terwijl ik deze nonchalant in de hoek slingerde bedacht ik dat dit één van de grootste lessen is die clownerie en improvisatietheater me geleerd hebben… daar waar het ongemakkelijk voelt, daar begint het leven.
Normaal kom ik er vaak gewoon mee weg en heeft niemand door hoe ik me helemaal niet kwetsbaar opstel en mijn moedigheid met een korreltje zout genomen mag worden. Bij het improviseren val ik echter geregeld ‘glorieus falend’ door de mand, wanneer ik niet accepteer wat er is en daardoor een scene niet loopt of een spel blokkeert.
Ja-zeggen tegen wat is
Accepteren gaat niet zozeer over ‘ja’ zeggen tegen een aanbod van de ander (zoals vaak verteld wordt bij impro), maar over ‘ja’ durven zeggen tegen je kwetsbare kant. De natuurlijke en diepgewortelde angst om af te gaan in het openbaar te dúrven voelen en vooral… er gewoon maar laten zijn voor wat het is.
En wanneer ik dat kan, wanneer ik alles – van gedachten tot gevoelens – er gewoon kan laten zijn, dan hoef ik ook niets meer te bedenken. Niets meer te plannen, niets meer ‘neer te zetten’. Ik hoef het enkel maar te laten gebeuren en mezelf niet meer in de weg te staan. En dat maakt uiteindelijk het leven een heel stuk gemakkelijker!