“Weet je wat het onderwerp is waarop je wilt bewegen?” was de vraag die me werd gesteld. Ik was uitgenodigd om vanuit Felt Sense (buikgevoel), een gedachte, een emotie of een gebeurtenis te gaan bewegen. Om te zien wat er zou ontstaan.
“Nee”, antwoordde ik in volle eerlijkheid. Tegelijkertijd voelde ik mijn buik en borstkast reageren. “Maar mijn lijf weet het wel”.
En zo startte mijn Interplay dansmoment, staande voor mijn beeldscherm terwijl er gevoelens oppopten waarvan ik geen idee had waar het me leiden ging.
Ik startte met afwerende bewegingen merkte ik op. Alsof er iets ‘voor me’ in de ruimte was wat ik niet wilde zien. Hoofd ver weggebogen en handen afwerend voor me. Telkens variërend tussen links en rechts. Tot ik na een minuut of twee dansend en bewegend met afwerende handelingen ineens de ander in het scherm ontdekte en al loerend over (of links en rechts van) mijn handen de ander telkens net wel of niet aankeek.
Het gevoel werd vrijer, speelser, meer in verbinding met de ander. Maar alles veranderde toen ik mijn eigen handen zag. Ik wist dat de ander ze ook zag, maar nu had ik ineens zicht op wat zich recht voor mijn neus afspeelde. Iets wat ik eerder niet doorhad. Het afweren leek op de ‘ruimte’ zelf gericht, maar nu ‘ik’ in die ruimte was veranderde alles. Gevoelsmatig werd het licht.
Ik tilde mijn handen hoger en hoger de lucht in, tot beide armen recht naar boven staken. In volle overgave aan het leven. En alles wat het me wilde tonen.
In de nabespreking gaf ik aan dat het zien van mijn handen een kantelpunt was. Op het moment dat ik het benoemde schoot ik helemaal vol, want ik besefte dat ik had gedanst met een thema dat me al een tijdje tegenhield. Iets wat ik wellicht mocht ‘omarmen’ maar waar ik weerstand voelde om me daarin zichtbaar op te stellen in de buitenwereld.
Zonder het uit te spreken kreeg ik terug van de ander dat het spelen met zichtbaar zijn / wegduiken de ander geraakt had. Hoe wonderbaarlijk is het toch, dat we zulke dingen bij elkaar aan kunnen voelen, zonder cognitief te begrijpen wat er gaande is. Ik besloot het ook niet te vertellen. We besloten gewoonweg om met deze twee bewegingen een nieuwe dans in te gaan.
De muziek werd weer aangezet. Ik keek over mijn handen. Keek de ander aan. Dook weg. Werd weer zichtbaar. Keek daarna bewust naar mijn eigen handen. Zag ze écht. En speelde opnieuw van voren af aan. Het spel veranderde telkens een beetje. Tot ik met mijn handen een hartje maakte en erdoorheen keek. Eerst kon ik mijn handen niet zien, maar dat veranderde toen ik het hartje ‘gaf’ aan de ander.
Ineens zag ik mijn handen. De vorm van het hart. En ik voelde hoe de mijne openbrak. Mijn handen waren geen handen meer, ze waren puurheid in meest liefdevolle vorm. Als een pasgeboren baby wilde ik ze koesteren, wiegen, ervoor zorgen, ermee zijn.
Totdat ik – al dansend daarmee – besefte dat het niet om mijn handen ging. Zelfs niet om mij. Maar om wat er in de ruimte ingebracht werd. En dat we daar beide mee konden zijn. Afstand en tijd vielen weg. Er was alleen nog maar Zijn.
Op dat moment bracht ik mijn handen naar het scherm. Heel dichtbij. Keek door mijn vingers heen. Zag mijn oog. Zag beweging. En voelde de ander heel dichtbij.
Later, toen we na afloop bespraken hoe het was werd me teruggegeven: ‘dat moment, dat je door je vingers keek was je zo puur en transparant’. Alsof ik alles van je kon zien. Het was de complexiteit van het leven weergegeven op een hele directe en duidelijke manier.
En terwijl ik de tranen uit mijn ogen pinkte knikte ik dankbaar. Ja, zo voelt het voor mij als ik speel. De wereld is dan wel complex, maar zo hoeft het niet te voelen wanneer je er gewoon mee kunt zijn!
– – – – – –
Wil je deze oefening zelf ervaren? Dat kan! Klik hierboven in het menu bij Playful Inquiry.