De expertregel ‘10.000 uur ergens in stoppen en daarna ben jij een expert op dat gebied’ die klopt niet. De man op het podium die deze opmerking maakte straalde kracht uit terwijl hij het zei. 

Ik had eerder naar hem zitten gluren en me afgevraagd wat hij had gedaan om zo ontspannen op het podium te staan. Hoe vaak had hij al een training gegeven? En was de routine hetgeen wat maakte dat hij er zo goed in was? Ik merkte dat ik een beetje wegdroomde tijdens zijn betoog. Ik doe dat vaker. Dan ben ik op een gegeven moment zo overprikkeld dat mijn eigen gedachten makkelijker te volgen zijn dan degene die voor de groep staat. En meestal vind ik dat niet erg. Maar deze keer wilde ik begrijpen waar het over ging. Ik wilde namelijk ook ergens ‘expert’ in worden. Wat wist ik nog niet. En wat ik daarmee kon of te bieden had ook niet. Maar het klonk wel als iets wat ik wilde zijn. Dan had ik aanzien, status en een gegarandeerde plek in de wereld. Zaken die rust gaven, zo dacht ik. En dus wilde ik het wel begrijpen en ervan leren. Helaas voor mij heb ik er weinig van meegekregen. Ja, iets van ‘dat sommige mensen er met 600 uur al zijn en anderen 60.000 erin stoppen en nog niet de beste. Maar wat ik daarmee kon was me niet helder. Totdat die ene zin uitgesproken werd. Bijna aan het einde….

De man op het podium leek licht te geven, zoveel energie straalde hij uit. Zijn rode overhemd glansde in het licht van de vele spotjes en de planken vloer van het podium gaven een weerspiegeling weer waardoor hij nog groter leek. Als jij écht iets wilt betekenen in de wereld, zo zei hij ‘ga dan op zoek naar het antwoord op de vraag waarvan je denkt dat er geen antwoord is’. Een persoonlijk probleem waar jij in jouw leven tegenaan loopt en waarmee jij met het antwoord je leven beter kunt maken. In het proces ernaar toe ga je dingen leren, kennis opdoen maar het ook uitvoeren. Want je wilt het zelf opgelost hebben in je leven. Wil dus niet de beste voetballer worden, maar vraag je af wat je moet dóén om de beste voetballer te worden en wees je eigen eerste coachee.

Die opmerking bleef hangen. Na jaren nog. Hij sidderde door mijn hoofd wanneer ik me verveelde en hij popte op wanneer ik inspirerende voorbeelden zag van mensen die een medicijn hadden ontwikkeld tegen kanker (online nog wel) of die leerden hoe ze zelf om konden leren gaan met ernstig tegenslag of ziekten. En hij popte ook weer op toen ik na een lezing over mindset naar huis reed en dacht ‘ja, dat mindset dingetje is leuk voor succes-gedachten, maar zou zoiets nu ook opgaan voor status en verbinding?) En met die gedachte vormde zich een vraag. De vraag ‘hoe word ik minder afhankelijk van de mening van anderen’.

Dát was een vraag waar ik al mijn hele leven tegenaan liep. Daar zou ik graag een oplossing voor willen hebben. Dáár zou ik 10.000 uur in willen stoppen wanneer ik wist dat het ging werken. Voor een programma dat me dát zou leren had ik gerust ruim 5000 euro voor over (maar ik dacht dat het niet bestond dus waarom dan iets kopen?). En dus besloot ik om op onderzoek uit te gaan. Om mezelf als doel te stellen; als er een antwoord is op die vraag dan ga ik hem vinden!

Ik observeerde mezelf en kwam binnen een dag met de volgende gedachten op de proppen: Ik geloofde dat wanneer ik aardig was naar anderen, anderen ook aardig zouden zijn naar mij. En ik geloofde dat als iedereen aardiger was dat dan de wereld een gelukkigere plek zou worden. Dan zou ik liefde en waardering krijgen, net als iedereen om me heen. We zijn namelijk allemaal verschillend dus wanneer we dat waarderen dan ben ik – en is iedereen- gelukkiger.

Het eerste wat me dus opviel waren mijn gedachten. En dus sprak ik me toe; “Xandra, als je last hebt van je gedachten, dan mag je daar mee aan de slag” Jij kunt niet bepalen voor anderen hoe ze gaan denken en wat ze gaan doen. Dus laat als eerste die gedachten eens los. En zo ging ik aan de slag. Als eerste kwam ik de cognitieve invalshoek tegen waarbij je je gedachten mag onderzoeken en uitdagen. Ik ging me hierdoor afvragen of het wel zo erg was dat mensen me niet aardig vonden. En welke gevolgen dat dan voor me zou hebben. Ik bekeek wat het me op zou leveren wanneer iedereen me zou mogen en wat ik deed om te zorgen dat ‘iedereen me mocht'(wat natuurlijk niet zo was – bummer!! -) Ik ging me afvragen of het wel van levensbelang was dat mensen me aardig vonden. En wat er zou gebeuren als dat nooit zou gebeuren. Ondanks alle grote adviezen die ik kreeg, alle goed bedoelde vragen ten spijt in de vele boeken die ik doornam en zowel therapie als cursussen die ik deed; het antwoord bleef dat het niet erg wás maar dat het wel zo voelde!

Dus dan maar aan de slag met mijn gevoel. Ontdekken waar gevoelens huizen in mijn lijf, ontdekken waar mijn emoties zaten. Een prima eerste stap op weg naar mijn gevoel leek me zo. Maar toen ik ermee bezig ging bemerkte ik al snel dat het me ook soms aanvloog. Oh, mijn god! Hoe vaak dacht ik dit soort zaken wel niet? Mijn lijf voelde van alles voordat ik het voelde en die gedachten kwamen soms pas bewust op na al enkele lichamelijke signalen. Ik bemerkte dat ik heel veel dingen niet deed, bij mensen of situaties uit de buurt bleef bijvoorbeeld omdat ik vooraf al voelde dat ik ‘er niet bij hoorde’ en omdat het gevoel van falen en afwijzing zo sterk was liep ik er met een grote boog omheen. Damn dat voelen… dat maakte het alleen maar erger!

Accepteren wat ik voel, laten zijn wat er is Dát zal het zijn! En voor ik het wist stortte ik me in mindfulness, probeerde ik braaf mijn hoofd leeg te maken en bezocht ik meer online winkeltjes op zoek naar een ideaal meditatiekussen dan dat ik daadwerkelijk toeliet dat al die gedachten en gevoelens er waren en ze gewoon voorbij liet drijven. Elke keer kwam er weer iets nieuws op. Na mindfulness (want dat hield ik niet lang vol… lees; ik zei ‘dat is niets voor mij) vond ik schaduwwerk, mijn innerlijke kind (en een hele innerlijke familie erachteraan), diverse manieren om mijn trauma’s te helen en nog veel meer. En… ik liet dat allemaal na korte tijd weer los. Waarom was geen enkele oplossing dé ultieme oplossing?

Ondertussen deed ik ook aan diverse theaterworkshops, van clownerie tot improvisatie en van drama tot theatersport. En ik vond het verschrikkelijk! Nou ja, ik merkte dat er soms gedurende die dagen ook momenten waren waarop ik kon spelen, even loslaten, gewoon kon doen zonder te denken. Keihard kon lachen. Voor die momenten ging ik door. Want die had ik in het dagelijks leven niet zoveel. Maar voor de rest vond ik het een ramp. Ik vond mezelf tijdens het spelen niet leuk genoeg, niet snel genoeg, niet grappig genoeg, niet oplettend genoeg, onvoldoende in contact, onvoldoende in het spel, onvoldoende in alles eigenlijk..

En toch, hoe langer ik het deed, hoe meer ik merkte dat ik een derde, vierde en vijfde keer van een oefening minder eng ging vinden. En dat dit maakte dat ik minder op het eindresultaat was gefocust maar daadwerkelijk probeerde op te letten wat er gebeurde om daarop te anticiperen. Het belangrijkste wat dat bemerkte dat als ik mijn eigen handelingen volgde zonder erbij na te denken er dan soms ineens een magisch momentje ontstond. Een spel waarvan je je afvraagt hoe je het kon bedenken, terwijl het enige wat je deed was jezelf tijdens het spelen niet in de weg gaan staan. En door deze momenten ging ik ook buiten het theater op zoek naar deze magische momenten in mijn leven. De zaken die ontstonden omdat ik ze altijd van nature al deed. Waar zaten deze momenten verstopt in mijn leven en kon ik ze vinden?

Zo ontstond er een nieuwe zoektocht. Niet van buiten naar binnen maar van binnen naar buiten. Ineens zag ik waarom de door mij eerder gevolgde faalangstcursussen niet aansloegen; als een ander zei dat ik ‘een opdracht’ te doen had dan deed ik dat omdat die ander dat wilde. Daarvoor kon ik mezelf over een drempel zetten. Nu ging ik het bij mezelf doen. Ik maakte lijstjes met waar ik bij van werd en deed daar meer van. Ik ging na waar ik behoefte aan had en zorgde dat deze waarde meer in mijn leven was (bijvoorbeeld door het aan anderen te geven). Zo merkte ik dat wanneer ik opzag tegen een feestje omdat ik dacht alleen te staan ik dat gevoel bij een ander kon wegnemen door degene die alleen stond even aan te spreken en wat vragen te stellen. En toen ik eenmaal ‘aan de slag was’ merkte ik ineens dat ik soms zomaar, ongemerkt, de neiging had 10 minuten te mediteren, stil te zitten met mijn handen op mijn buik. Mezelf toe te spreken ‘dat ik niet alles moest geloven wat ik dacht’ of mijn gevoelens er kon laten zijn. Al die onderdelen waren belangrijk. Het was geen of/of puzzel. Het was en/en!

Ik ben blij dat ik destijds aan mezelf de vraag gesteld heb het antwoord te vinden op de vraag waarvan ik niet dacht dat het antwoord er zou zijn. Ik ben bij dat ik mezelf de ruimte heb gegeven daarmee om niet bij of van één iemand te gaan leren maar zelf op zoek te gaan naar diverse vormen van kennis, hulp en ondersteuning. Ik ben blij dat ik de regie heb genomen en ik ben bij dat ik inzag dat leren in stapjes gaat. Elke keer een beetje vooruit. Je wordt niet in 1 dag ‘de beste van de wereld’ en je zult ook niet in 1 dag tijd ineens ‘minder afhankelijk zijn van anderen’. Maar je kunt wel op weg gaan… !