‘Niet begrepen worden’ is mijn grootste ego-pijn. Hoewel ik geen inzicht had in dit ego-mechanisme en vaak mezelf verweet dat er dan mogelijk iets met mij mis zou zijn veranderde dit in 2012 toen ik na een bijzondere inzichtservaring besef kreeg van de inherente leegte van het bestaan.
Het was een onbeschrijfelijke, niet-conceptuele ervaring die niet gemakkelijk in woorden te vatten is. Ik zag hoe ik mijn eigen werkelijkheid creëerde, dat de afgescheidenheid tussen ik en jij een illusie zijn en dat (hoewel mijn klompje cellen nog kwetsbaarheid kon ervaren in het moment) er geen werkelijke kwetsbaarheid bestond.
Het effect was transformatief. Gedurende de jaren die volgden kreeg ik inzicht na inzicht, alsof de sluiers verder werden opgeschoven en ik de dagelijkse realiteit steeds beter zag. Dit maakte dat ik niet meer piekerde, minder stress ervoer en luchtiger in het leven stond.
Maar erover praten was niet altijd makkelijk. Nu wist ik eigenlijk niet wat er precies gebeurd was. Ik dacht dat ik zag wat al die coaches en therapeuten als quotes zo gretig op social media deelden. Hoe meer inzicht ik kreeg in de ware aard van het zelf, des te meer ik begreep in gesprekken met hen dat zij zelf echter heel anders naar het leven keken. Zo was bij een menselijke ervaring voor hen vaak de inhoud nog interessant, terwijl ik daar doorheen kon kijken. Het was eerder een verschijning in bewustzijn, waar ik zonder oordeel of gehechtheid bij kon zijn.
De ander kon dat niet. En dat maakte dat ik in mijn niet-begrepen zijn niet werd herkend. Dat was dan weer iets ánders dan hetgeen waar we het in het gesprek over hadden en dát doorzag ik dan ook wel weer, maar omdat er wel iets geraakt was begon ik op zo’n moment vaak te huilen.
Een fijn mechanisme waarmee mijn systeem de stress van de ego-identificatie even kon reguleren en waar ik dankbaar voor was. Maar wat vaak verkeerd werd begrepen door degene waar ik mee sprak omdat deze het óf op het eerste onderwerp van toepassing vond (oftewel; het is maar goed dat we het hier over hebben, het raakt je overduidelijk nu) of waarbij ze niet begrepen dat zelfs de inhoud van mijn wérkelijke geraaktheid er niet toe deed.
De illusie was dan wel bij me doorbroken, maar er was nog een identificatie op een dieper niveau. En ik zag dan wel dat het geen persoonlijke tekortkoming was maar daar neutraal mee zijn in uitingsvorm, kon ik nog niet. Al lukte het me wel om de opmerkingen van de ander die dit toewezen aan mijn ego te kunnen zien als een product van de dualiteit en niet als de werkelijkheid. En daarmee in verbinding te blijven met de ander.
Het maakte wel dat ik zocht naar manieren om mezelf te begeleiden. Wanneer niemand begreep wat voor gesprekken me wél zouden helpen, dan deed ik het zelf wel.
En omdat ik mijn verlichtingservaring niet gevonden had na jarenlange meditatie-, mindfulness of contemplatie nam ik de ingang die ik kende; het toneel. Ik gooide mezelf in de woonkamer ‘de buhne op’ met mijn bankkussens als publiek. (Holding space is bij innerlijk werk belangrijk besef ik nu.)
Omdat elk goed drama op het toneel eindigt met een gewijzigde situatie vanaf het begin (er is een inzicht of doorbraak gekomen), stond ik ervoor open dat ik mijn ervaring in het moment ook zou transformeren. Al wist ik vooraf nog niet wat de shift ging zijn. Wat dat betreft was het pure improvisatie.
Nog enkele jaren verder kreeg ik vanuit verschillende bronnen kleine zetjes om dit door te gaan geven, omdat het zo’n bijzondere methodiek was. Op dit moment voel ik dat ik in een mega leerproces zit. Wanneer ik enkel de theatervaardigheden doorgeef dan laat ik de nonduale kijk op het leven los. Terwijl juist de ‘mindere gehechtheid aan ego-versterking’ het spel transformerend maakt. Anders kan het namelijk enkel compassievol accepterend zijn. En ga ik enkel over nondualiteit spreken, dan laat ik dus mijn eigen werkwijze los.
Dat vraagt echter nogal wat van cursisten. Aan startniveau, aan bereidheid, aan intellectuele mogelijkheden te doorzien wat er gebeurd in het moment.
Het vraagt ook van mij om de leraar te zijn die de ander nodig heeft. En duidelijkheid te bieden voor wie ik er ben. Wanneer je zoekt naar oplossingen om (beter) te dealen met emoties of om inzicht te krijgen in de oorsprong van je patronen bijvoorbeeld, dan ben ik dat niet.
Over dertig jaar weet ik het wellicht. Ben ik de leraar geworden die ik wil zijn (of de mentor, de gids, de medemens). Tot die tijd blijf ik lerende. En onderweg.
Oh ja, en de ego pijn? Ik heb steeds vaker het gevoel ‘ja, ik word niet begrepen. En da’s niet erg. Aan deze zijde van het inzicht is het toch wel fijn =)